46
Marty was dood. Morsdood.
Ryan stond in de buurt van het zwembad van het huis dat hij voor Evie had gehuurd en keek verstomd van ontzetting toe hoe de politiefotograaf zijn werk deed. Marty's lichaam lag naast het zwembad; zijn hoofd leek te zijn ontploft. Bloed, stukjes bot en rafels menselijk vlees lagen overal verspreid.
Een rechercheur met een breed gezicht kwam naast Ryan staan. ‘Ik zal nooit begrijpen waarom ze het per se voor de ogen van hun kinderen doen,’ zei hij en groef met een tandenstoker tussen zijn tanden. ‘Om ziek van te worden. Dit is de tweede al, deze week.’
‘De tweede wat?’ vroeg Ryan. Zijn maag keerde zich om in zijn lijf.
‘Het is deze week al de tweede klootzak die zich door zijn kop schiet ten overstaan van zijn kinderen.’
‘Hij had een straatverbod,’ mompelde Ryan wezenloos.
‘Ja, en ik heb een briefje van de Bank of America waarin staat dat ik een miljoen dollar van ze krijg.’
Ryan begreep wat de man wilde zeggen. Hij was al gewaarschuwd dat een straat- of omgangsverbod in de praktijk niet veel betekenis had. Waarom had hij niet de tegenwoordigheid van geest gehad om beveiliging in te huren voor zijn zus en neefjes?
Een geluk bij een ongeluk was dat hij de hand aan zichzelf had geslagen en in ieder geval Evie en de jongens niets had aangedaan. Het had ook heel anders kunnen aflopen.
Hij liep het huis in waar zijn zus en moeder werden ondervraagd door een vrouwelijke rechercheur. De drie jongens waren meegenomen door zijn oudste zus Inga.
Ryan begaf zich naar de voortuin waar hij Mandy belde. Ze nam niet op, en Don ook al niet. Hij snakte ernaar om Cameron te bellen, die het beter zou begrijpen dan wie ook, maar vond dat hij dat niet kon maken. Niet nu ze een weekend weg was, samen met Don. Het was niet gepast om dat voor hen te vergallen.
Binnen bleek de vrouwelijke rechercheur net klaar te zijn. Toen Evie Ryan zag, stond ze op en vloog hem huilend in zijn armen.
‘Ja, toe maar,’ zei hij troostend. ‘Huil maar lekker uit, voor mij hoef je je niet groot te houden.’
Tussen de snikken door vertelde ze hem wat er was gebeurd. De jongens hadden in het zwembad gelegen. Ze konden alle drie goed zwemmen, maar haar moeder en zij hadden vanuit de keuken, waar ze bezig waren met de lunch, een oogje in het zeil gehouden. Vanuit het niets was Marty er ineens geweest. Hij had gekrijst dat ze uit het water moesten komen en dat ze met hem mee moesten, naar Silverlake, waar ze thuishoorden. Beteuterd waren de jongens het zwembad uit geklommen. Evie was naar buiten gehold, met Noreen op haar hielen.
Marty was dronken en zag er beestachtig slecht uit, alsof hij een week niet had geslapen.
‘Jij mag hier niet komen!’ had Evie geschreeuwd.
‘Jammer dan,’ was zijn antwoord geweest. ‘Jullie komen allemaal met mij mee naar huis.’
‘O nee, dat gaat niet gebeuren,’ had Noreen gezegd en ze had zich tussen hem en haar kind en kleinkinderen geplaatst.
Op dat moment had Marty het pistool getrokken en er in het wilde weg mee gezwaaid. ‘Je mag kiezen,’ had hij tegen Evie gezegd. ‘Jullie gaan mee of ik schiet me voor mijn kop. Wat gaat het worden?’
‘Je doet maar,’ had ze gezegd, in de veronderstelling dat het een loos dreigement was.
Maar dat was het niet.
Aan het einde van haar verhaal hield Ryan haar nog steviger vast. ‘Het is niet jouw schuld,’ stelde hij haar gerust. ‘Marty was zo gek als een deur, hij heeft dit zichzelf aan gedaan. Jij kunt er niets aan doen.’
‘Ja, maar ik zei dat hij zijn gang maar moest gaan,’ zei ze huilend. ‘En het ergste is nog dat de kinderen alles hebben gezien.’
‘Evie, hij zou het toch wel hebben gedaan, jouw opmerking heeft echt niet de doorslag gegeven.’
‘Ik weet het niet,’ zei ze onzeker. ‘Wat als ik nu in Silverlake was gebleven? Wat als ik de jongens niet had meegenomen?’
‘Maak het jezelf niet zo moeilijk,’ vermaande Ryan haar. ‘Je hebt het juiste besluit genomen, dat is het enige wat telt.’
‘Weet je dat zeker, Ryan?’
‘Zo zeker als ik maar iets zeker kan weten,’ zei hij en trok zijn zus nogmaals in de veiligheid van zijn omhelzing.
Na nog eens door het script te zijn gegaan met een verrassend tamme Marlon reed Lucy in haar Mercedes terug naar huis. Haar woede over Phils indiscretie was iets gezakt. Ze had wraak genomen, op haar manier dan. Naakt voor een andere man staan volstond al als egoboost en het zou Phil gek van jaloezie maken als hij er ooit achterkwam.
Uiteraard zou ze nooit kunnen zeggen dat Marlon de gelukkige was, dat zou een eventueel contact tussen die twee over haar script niet ten goede komen. Ze keek er eigenlijk best naar uit om Marlon aan Phil voor te stellen. Phil vond het vaak leuk om als mentor op te treden bij jong talent en als hij Marlons werk las, wie weet wat er dan nog uit zou kunnen voortkomen.
Neuriënd parkeerde ze bij het huis en liep naar binnen.
Haar kinderen kwamen haar in de hal tegemoet gehold. ‘Mama! Mama!’ riepen ze. ‘Kijk eens was papa voor je heeft gekocht. Kijk dan!’
Ze keek, het was onmogelijk om niet te kijken. De hal was van voor tot achteren gevuld met Lalique-vazen, waarin allerlei verschillende kleuren rozen en tulpen waren geschikt.
‘Je bent toch niet jarig, mama?’ vroeg Abigaile, zeven jaar en een mini-uitvoering van haar moeder.
‘Nee, suffie, het is niet haar verjaardag,’ zei haar negenjarige broer Andrew, gezegend met een gedrongen postuur, haar dat recht overeind stond en een Harry Potter-bril op zijn neus.
‘Papa zegt dat je bijzonder bent en daarom bijzondere dingen verdient.’ Abigaile slaakte een zucht. ‘Ik wou dat ik bijzonder was.’
‘Dat ben je ook, liefje.’ Lucy aaide haar dochtertje over haar hoofd.
‘Nietes,’ wierp Andrew tegen. ‘Ze is stom!’
De nanny stak haar hoofd om de deur. ‘Huiswerk maken, jongens. We zijn al aan de late kant, dus even opschieten.’
De hemel zij geprezen voor het bestaan van kinderjuffen, bedacht Lucy. Ze zou zich geen raad weten zonder haar.
Abigaile en Andrew stormden in de richting van hun huiswerk.
Phil verscheen en probeerde een stapel grote en kleine pakjes in balans te houden. ‘Ik ben een volslagen idioot,’ bulderde hij, luider dan ooit. ‘Een oversekste, stomme eikel.’
‘Daar is geen woord van gelogen,’ zei ze koeltjes, terwijl hij tasjes van Cartier, Tiffany en Prada in haar handen drukte.
‘Wat is dit allemaal?’ vroeg ze achterdochtig.
‘Cadeautjes voor mijn knappe, wonderbaarlijke, vergevingsgezinde vrouw.’
‘Wie zegt dat ik vergevingsgezind ben?’
‘Omdat ik je adoreer,’ verklaarde hij. ‘Ik aanbid je. Je betekent álles voor me.’
‘In dat geval…’ Lucy rook een gouden kans.
‘Ja?’ vroeg Phil hoopvol. ‘Alles wat je maar wilt, je zegt het maar.’
‘Help me mijn carrière weer op de rails te krijgen,’ zei ze snel. ‘Ik heb een plan.’
Bij thuiskomst van haar shopexpeditie verbaasde Mandy zich over het feit dat Evie en Noreen in haar woonkamer zaten. Ze kon zich niet herinneren dat Ryan had gezegd dat ze langs zouden komen en ze was er niet blij mee. Na haar tasjes van Neiman's en Saks te hebben neergezet, keek ze hem vragend aan.
‘Hallo allemaal,’ zei ze. ‘Ben ik een afspraak vergeten of zo?’
Ryan pakte haar bij de arm. ‘Er is iets vreselijks gebeurd,’ zei hij zachtjes. ‘Marty heeft zich door zijn hoofd geschoten.’
Even dacht ze dat hij een grapje maakte, maar aan de serieuze gezichten te zien was dat niet het geval.
Terwijl Ryan haar alles vertelde, bedacht ze hoe bizar het allemaal was. Waarom moest Marty zich per se bij Evie van het leven beroven? Hij had het ook gewoon thuis in Silverlake kunnen doen en iedereen een hoop gedoe kunnen besparen. Zelfzuchtige klootzak, tot op het laatste moment.
Mandy had het onheilspellende gevoel dat Evie en de jongens bij hen in zouden trekken. Ze zouden zeker niet in het gehuurde huis willen blijven, na alles wat daar was gebeurd.
Ze wist niet goed wat ze moest zeggen. ‘Het spijt me,’ leken haar loze woorden, want aan Marty miste de wereld niets.
Ze keek naar Ryan die een paar glazen cognac inschonk. ‘Ik vermoed dat ik onze reservering bij Spago maar beter kan afzeggen?’
Grimmig keek hij haar aan. ‘Ja, Mandy, dat lijkt me beter.’
Ze hadden buiten de liefde bedreven. En nu, nog geen twee uur later, deden ze dat weer, zij het dan binnen.
Kon dit weekend nog mooier worden. Wat Don betrof niet en Cameron leek ook geen klachten te hebben.
‘Je vertelt nooit eens wat over jezelf,’ zei Don terwijl hij rustig door haar haren streelde. Ze lagen in zijn bed, zonlicht stroomde door het geopende dakraam. ‘Hoe zit het met je familie, je ex-vriendjes, hoe ben je in de fitnessindustrie terechtgekomen? Ik weet niet eens waar je vandaan komt.’
Hij werd nieuwsgierig. Cameron wist niet wat ze daarvan moest vinden, maar het gaf haar een onbehaaglijk gevoel.
‘Chicago,’ zei ze uiteindelijk. ‘Toen mijn moeder stierf, ben ik weggegaan en heb een tijdje met een vriendin van school als backpacker over de wereld gezworven.’
‘Hoe oud was je toen?’
‘Een jaar of achttien.’
‘Wat avontuurlijk. Je was toen nog hartstikke jong,’ merkte hij op.
‘Ik heb altijd een oude ziel gehad en kon aardig op mezelf passen.’
Dat was een leugen. Als ze zo capabel was geweest, zou ze niet zo bij Gregg onder de plak hebben gezeten. Waarom was ze niet gevlucht na de eerste klap?
‘En je ex-vriendjes?’ vroeg hij geïnteresseerd. ‘Iemand op wie ik jaloers moet zijn?’
Ze voelde de haartjes in haar nek overeind komen. ‘Wat is dit, een kruisverhoor?’
Hij streelde nog steeds over haar haren. ‘Ik ben gewoon geïnteresseerd.’
‘Luister, Don,’ zei ze in een poging hem het zwijgen op te leggen. ‘Het is allemaal niet zo interessant.’
Don was niet van plan van onderwerp te veranderen. ‘Hoe ben je in LA terechtgekomen?’
Genoeg was genoeg, vond Cameron. ‘Hoe ben jij hier te rechtgekomen?’ kaatste ze terug.
‘Ah, ik ben een zeldzaamheid hier: geboren en getogen in Los Angeles.’
‘Is dat zo ongebruikelijk?’
‘Ja.’ God, wat was ze toch mooi en dat ook nog op zo'n natuurlijke manier. ‘De meeste mensen komen naar LA, maar slechts weinig inwoners hebben hier hun jeugd doorgebracht.’
‘Leven je ouders nog?’
‘Mijn moeder wel.’
‘Zie je haar vaak?’
‘Af en toe.’ Hij zweeg even. ‘Ze woont in de Valley, met een huis vol katten en een inwonende vriendin.’
‘Als: partner?’
‘Ja,’ zei hij zo achteloos mogelijk. ‘Mijn vader liet ons achter toen ik een jaar of zes was en daarmee knapte ze zo af op mannen dat ze van koers is veranderd.’
Een vader die zijn gezin in de steek liet en een moeder die lesbisch werd. Cameron vond het ineens niet meer zo vreemd dat Don Verona een rokkenjager was geworden.
‘Hé,’ zei hij perplex. ‘Hoe komt het dat jij ineens de vragen stelt?’
Ze glimlachte. ‘Omdat jij nu eenmaal dolgraag over jezelf praat. Het doet wonderen voor je ego.’
‘Niet waar,’ protesteerde hij.
‘Wel waar.’
‘Wie zegt dat?’
‘Dat zeg ik. En ik begin trek te krijgen. Zullen we eens iets gaan bestellen?’
‘En wéér verandert ze van onderwerp,’ klaagde hij en pakte zijn telefoon om zijn voicemail af te luisteren. ‘Wat ben je toch een gladde, je laat nooit eens wat van jezelf zien.’
Hij had drie berichten van Phil, waar hij uit opmaakte dat daar iets aan de hand was. ‘Ik moet even Phil bellen en dan zal ik wat bestellen,’ zei hij. ‘Waar heb je zin in?’
‘In een douche.’ Ze stapte uit bed.
‘Kun je niet twee minuten wachten?’ vroeg hij met een betekenisvolle blik.
‘Je mag er zo wel bij komen,’ zei ze met een stem vol sensuele beloften. ‘Ik zal het water koud houden voor je.’
‘Je bedoelt zeker: warm?’
‘Voor jou koud. Kun je een beetje afkoelen. Je bent onver-zadigbaar.’
Hij trok een wenkbrauw op. ‘En daar heb je klachten over?’
‘Niet echt,’ zei ze en vertrok glimlachend naar de badkamer.
Er ging toch maar niets boven seks in de middag. Cole en Dorian zouden trots op haar zijn.
‘Ik rij even naar Ryan,’ zei Phil tegen Lucy nadat hij had gehoord dat Marty zelfmoord had gepleegd. ‘Jij hoeft niet mee.’
‘Misschien kan ik beter wel gaan.’
‘Nee, je was toch al niet dol op hem, dus je kunt best thuisblijven.’
‘Jij was anders ook niet dol op hem.’
Phil knikte. ‘Maar daar gaat het niet om. Ik heb met Evie te doen, dat is zo'n schat. Ik ga even bij ze langs en condoleer hen uit naam van ons beiden, is dat oké?’
‘Lief van je.’
‘Daar heb je vrienden voor, toch?’
Nu was het Lucy's beurt om te knikken. Zijn loyaliteit aan vrienden was een van Phils meest innemende karaktertrekken.
‘Ik ben erg blij met mijn cadeautjes,’ zei ze, omdat het duidelijk was dat hij erg zijn best had gedaan.
‘Mooi zo,’ zei hij met alweer wat meer zelfvertrouwen, nu het erop leek dat ze hem niet het huis uit zou schoppen – een idee waar hij van huiverde. ‘Lieve schat, ik hou van je. In mijn hart ben je altijd de eerste en de enige, en dat zul je altijd blijven.’
Lucy had hem vergeven, maar nog niet helemaal. Hij moest zich aan zijn belofte houden en zijn best doen om haar script van de grond te krijgen, pas dan zou het weer echt goed zitten tussen hen.
Dan zou ze weer Lucy Lyons zijn. En dan liet hij het wel uit zijn hoofd om haar nog eens te bedriegen.
Na vijf huwelijken wist Hamilton J. Heckerling veel over vrouwen, onder andere hoe gewiekst ze konden zijn. Door de jaren heen had hij twee echtgenotes betrapt op een affaire, eentje op het wegsluizen van geld naar een bankrekening in het buitenland en een andere echtgenote had haar hele familie onderhouden door zijn handtekening te vervalsen op cheques.
Ja, Hamilton wist het een en ander over vrouwen en begreep dat een slimme man ze in de gaten hield – zeker als de dame in kwestie veertig jaar jonger was.
Pola was een schoonheid. Ze stond open voor al zijn nukken en grillen. Maar hij vertrouwde haar niet. Voor geen meter.
Sinds ze getrouwd waren, had hij haar nooit alleen gelaten, dus toen hij voor zaken naar Japan moest en had besloten haar niet mee te nemen, had hij de nodige maatregelen genomen om zich ervan te verzekeren dat hij precies wist waar ze was en wat ze allemaal deed.
Het verslag dat hij in zijn e-mail vond, vergezeld van foto's, was het laatste wat hij verwacht had.
Het was shockerend. Behoorlijk shockerend.
Vooral de foto's.