34
‘We zouden eens een dineetje moeten geven,’ stelde Lucy voor bij het binnenkomen van hun grote, comfortabele keuken waar Phil zat te ontbijten. ‘We worden altijd uitgenodigd, maar ontvangen zelf eigenlijk nooit gasten. Het lijkt me leuk om eens iets terug te doen.’
‘Een dineetje ter ere van wat?’ informeerde Phil en hij legde zijn dagelijkse lijfblad Variety neer.
‘Niets bijzonders,’ zei ze schouderophalend. ‘Gewoon een gezellig etentje.’
Wantrouwig keek Phil de voormalige filmster met wie hij getrouwd was aan. Sinds wanneer wilde Lucy thuis entertainen? Dineetjes waren niets voor haar, die liet ze altijd over aan haar vriendin Mandy. ‘Hoeveel mensen?’ polste hij. ‘En belangrijker nog: wat gaat het me kosten?’
‘Je bent zo verdomd rijk, schat, doet dat er werkelijk toe?’
‘Ik ben zo verdomd rijk omdat ik mijn geld goddomme niet over de balk smijt,’ grauwde hij.
‘Fuck you!’ gilde de papegaai die de klank herkende. ‘Fuck you!’
‘Ik weet dat je geen brasser bent,’ zei Lucy kalm. ‘En de kinderen weten dat ook. De moeders van hun vriendjes, die hebben daar echter geen idee van.’
Het stemde Phil mild dat zijn vrouw en hij blijkbaar nog een beschaafd gesprek konden voeren. De afgelopen maanden had ze alleen maar aan zijn kop gezeurd over de wederopstanding van haar stomme carrière. De hemel zij dank dat ze over dat idio te idee heen leek te zijn.
‘Goed dan,’ zei hij en dronk zijn laatste restje koffie op. ‘We geven een feestje. Regel het allemaal maar.’
‘Doe ik,’ zei ze en wist haar verrukking te verbergen over de verrassing die ze voor hem in petto had.
Phil liep naar zijn kantoor, dat zich in een boomhut bij het zwembad bevond. Hij zou zich er de hele dag opsluiten en mocht onder geen beding worden gestoord. Niets kwam tussen Phil en zijn scripts.
Lucy was hieraan gewend en vond het niet erg: als hij schreef was hij haar tenminste niet ontrouw.
Na een laken over de kooi van de papegaai te hebben gegooid en de honden in de tuin te hebben gelaten, belde ze Marlon. Hij nam niet op, dus ze sprak zijn voicemail in. ‘Marlon, Lucy hier. Ben heel blij met de pagina's die ik vandaag heb gelezen. Denk je dat je het script snel kunt afronden? Ik heb besloten een feestje te geven voor ons script, dus flink doorwerken, graag.’
‘Goed nieuws,’ kondigde Ryan aan in Mandy's enorme kleedruimte waar ze druk bezig was een paar sportschoenen te kiezen uit haar uitgebreide verzameling. ‘Ik heb een huis gevonden voor Evie en de jongens.’
Opgetogen keek ze hem aan. ‘Goddank! Ik weet niet of ik nog één dag de herrie en de zooi had kunnen verdragen.’
‘Zo erg was het nu ook weer niet.’ Het ergerde Ryan dat ze zo negatief deed. ‘Gezien het feit dat ze uit hun eigen omgeving zijn gehaald, hebben ze zich best goed gedragen.’
‘Whatever,’ zei Mandy onverschillig en bleef in kleermakerszit tussen de schoenendozen zitten.
‘Ga je ergens heen?’
Mandy koos een paar gloednieuwe sneakers van Chanel. ‘Mary Ellen haalt me zo op, we gaan eens kijken in die nieuwe club.’
‘Welke nieuwe club?’
‘Paradise.’
Paradise! Dat meende ze niet! Waarom moest ze uitgerekend daarheen gaan?
‘Beetje stomme naam, hè?’ vervolgde Mandy. ‘En dat meisje dat de boel runt, lijkt me niet de snuggerste. Denk je dat Don het met haar doet?’
‘Nee,’ zei hij, ten prooi aan allerlei tegenstrijdige gevoelens. Hoe haalde Mandy het in haar hoofd om Cameron af te kraken? Dom was die allerminst.
‘Arme Mary Ellen.’ Mandy slaakte een zucht. ‘Ze leeft in de veronderstelling dat Don de ware is. Vind je dat ik tegen haar moet zeggen dat hij een playboy is die zijn lul achterna loopt?’
‘Wat zou je daarmee opschieten?’ vroeg Ryan, die wachtte op Mandy's geheime agenda. Ze voerde altijd wel iets in haar schild. ‘Trouwens, Phil is degene die voortdurend vreemdgaat, niet Don.’
‘Je weet maar nooit,’ peinsde Mandy hardop. ‘Mary Ellen zou wel eens van pas kunnen komen op een van mijn liefdadigheidsfeestjes, ze is tenslotte een ster. Ik weet dat ze alleen maar op televisie te zien is, maar als ik zie hoeveel publiciteit ze trekt, is ze toch wel erg populair. Misschien moet je haar eens in een van je films laten meespelen.’
Ik wil scheiden, dreunde het in zijn hoofd. Ik wil dit niet meer. Ik wil van haar af.
Maar nu moest hij weet wachten tot Evie en de jongens zich gesetteld hadden in hun nieuwe woning. God, er was ook altijd wat!
Daarna was het zover, nam hij zichzelf voor. Daarna zou hij het zeggen. Hij kon Mandy gewoon geen dag langer verdragen.
Mevrouw Dunn, Hamiltons assistent in LA, liep naar Anya, die bij het zwembad lag te zonnen. Zoals zoveel werknemers was mevrouw Dunn al lang in dienst: ze werkte al bijna twintig haar voor Hamilton en was zijn vertrouweling aan de westkust. Ze was mager, droeg haar weerbarstige bruine haar in een knotje en ze loenste een beetje, iets wat haar er niet van weerhield een heimelijke liefde te koesteren voor haar onmogelijke baas. Hij had haar uit New York geïmporteerd omdat Hamilton geen glamourgirls uit LA in dienst wilde hebben. Zaken waren zaken en hij had graag dat de vrouwen die voor hem werkten simpel en toegewijd waren. Mevrouw Dunn paste precies in dat plaatje.
‘Ja?’ vroeg Anya, die zich lui oprichtte en op één elleboog leunde.
‘Meneer Hamilton heeft me gevraagd deze aan u te geven,’ zei mevrouw Dunn en ze probeerde niet te kijken naar het slanke lichaam van de jonge vrouw, dat haar baas zoveel genot bood.
‘Wat zijn het?’ vroeg Anya, die haar lichtblauwe ogen verborgen hield achter een grote zonnebril.
‘Klantenkaarten om mee op rekening te kunnen winkelen,’ legde mevrouw Dunn uit. ‘Neiman Marcus, Saks, Barney's. Meneer Heckerling dacht dat u die wel kon gebruiken. En hier is uw nieuwe American Express blackcard.’
‘Oké,’ zei Anya en ze ging weer liggen. ‘Leg maar op tafel.’
Wat onhebbelijk, dacht mevrouw Dunn. Ze zou toch minimaal even kunnen bedanken.
‘Meneer Heckerling heeft me gevraagd tegen u te zeggen dat hij de helikopter naar Santa Barbara heeft genomen,’ vervolgde de assistente. ‘Hij is rond een uur of zes terug, op tijd voor het avondeten.’
Anya ging rechtovereind zitten. Als Hamilton de hele dag weg was, had ze eindelijk de gelegenheid om contact op te nemen met Ryan Richards.
‘Kun je het telefoonnummer van Meneer Richards’ kantoor even voor me opzoeken?’ vroeg ze.
‘U bedoelt wellicht het nummer van Meneer Hamiltons dóchter?’
‘Nee,’ zei Anya kortaf. ‘Van Ryan Richards.’
‘Zoals u wilt,’ zei mevrouw Dunn wier lippen een dun streepje waren geworden. Ze vroeg zich af waarom mevrouw Heckerling de schoonzoon van Meneer Heckerling wilde spreken.
Anya reikte naar een transparant topje om dat over haar miniscule bikini aan te trekken. ‘Ik loop wel even met je mee.’
‘Zoals u wilt.’ Mevrouw Dunn begreep niet waarom haar baas toch steeds met dit soort vrouwen moest trouwen. Waarom kon hij er niet gewoon mee naar bed gaan en het daarbij laten? Het huwelijk was zoiets moois en hij zag altijd kans de verkeerde echtgenotes te kiezen. Deze was daarop geen uitzondering; ze was jong genoeg om zijn kleindochter te kunnen zijn, wat mevrouw Dunn walgelijk vond. Die ochtend had ze het nog besproken met Madge, de Schotse huishoudster, bij een kopje thee in de keuken.
‘Hij trouwt met ze om zijn vrienden jaloers te maken,’ vertrouwde Madge haar toe alsof ze exclusieve informatie had. ‘Hij wil ze de ogen uitsteken.’
‘Misschien willen ze niet met hem naar bed voor hij een ring om hun vinger schuift?’ opperde mevrouw Dunn.
Madge had daar hartelijk om moeten lachen. ‘In deze tijd? Nonsens!’
Anya volgde mevrouw Dunn naar Hamiltons kantoor, dat geheel gevuld was met in leer gebonden boeken, naar een antichambre waar de assistente werkte op schreeuwafstand van haar baas. Achter de computer printte ze Ryans gegevens uit en overhandigde het papier aan Anya, die er meteen mee naar boven liep.
Zodra de jonge vrouw weg was, maakte mevrouw Dunn een aantekening in het logboek van alles wat die dag was gebeurd en dat ze elke avond aan Meneer Heckerling overhandigde voor ze naar huis ging. Hij was een man die graag van alles op de hoogte was, zeker van alle activiteiten van zijn echtgenote.
‘Zit je?’ zei Lucy over de telefoon. ‘We gaan een etentje geven, bij ons thuis.’
‘Sorry?’ Mandy was oprecht verbaasd. ‘Je gaat daadwerkelijk mensen bij jullie thuis uitnodigen? Dat mag in de krant.’
‘Ik weet het, ik weet het,’ beaamde Lucy. ‘We zijn laks als het aankomt op entertainen. Maar met de kinderen en de honden en Phils krankzinnige papegaai die altijd maar “Fuck you!” schreeuwt is ons huis nu niet bepaald de ideale omgeving voor een etentje.’
‘Maar je gaat dus wel een dineetje geven?’
‘Absoluut. En ik dacht dat jij me wel zou kunnen vertellen welke cateraar ik moet hebben.’
‘O, Lucy, Lucy, wat ben je toch naïef.’ Mandy zuchtte. ‘Je hebt echt geen idee hoe zoiets moet worden aangepakt, hè?’
‘Probeer je me te beledigen of zo?’
‘Inderdaad,’ zei Mandy opgewekt. ‘Hoe raad je het zo? Maar vol genegenheid, hoor.’
‘Als we morgen nu eens samen gaan lunchen,’ stelde Lucy voor. ‘Kom alsjeblieft gewapend met een lijstje van dingen waar ik aan moet denken.’
‘Ja, dat is misschien wel een goed…’
‘Chow's? Uurtje of één?’
‘Ik zal er zijn.’
Anya staarde naar het papier met Ryans nummers erop.
Thuis. Kantoor. Mobiel. Welke moest ze kiezen?
Zeker niet thuis. Mandy was een enge en bazige vrouw, met wie ze niets te maken wilde hebben.
Kantoor? Misschien.
Mobiel? Waarschijnlijk de beste optie.
Aarzelend reikte ze naar de telefoon.