31
‘Wat te gek dat hier overal sterren rondlopen.’ Katie stond bij de bar waar Cameron nog een Paradise wegwerkte. ‘Vertel eens, hoe zit het met jou en die waanzinnig aantrekkelijke Don Verona?
‘Huh?’ Cameron voelde zich wat licht in haar hoofd. Normaal gesproken dronk ze nooit meer dan één glas, nu was ze bezig met haar vierde.
‘Hij is hot!’ riep Katie uit. ‘En hij heeft al de hele avond alleen maar oog voor jou.’
‘Doe niet zo raar, hij is samen met Mary Ellen Evans.’
‘Ik geloof er niets van.’ Katie keek haar indringend aan. ‘Er is iets gaande tussen jullie, ik kan het ruiken!’
Cameron besloot het vaag te houden. ‘Nou ja, Don, zit inderdaad een beetje achter me aan.’
‘Ik wíst het wel!’ kraaide Katie. ‘Cool, zeg.’
‘Het stelt niets voor,’ zei Cameron waarschuwend. ‘Hij is gewoon een klant. We trainen elke ochtend samen.’
‘En?’ vorste Katie, met ogen die glansden bij het vooruitzicht op een sappige roddel.
Cameron haalde haar schouders op. ‘Niets bijzonders, hij is ook maar een gewone man.’
Katie maakte een ongelovig geluid. ‘Kom op, zeg. Vroeger vertelde je me altijd alles.’
‘Ja, toen waren we nog jong en onbezonnen.’
‘Nu zijn we iets ouder en onbezonnen,’ verklaarde Katie. ‘Vertel op!’
Cameron voelde de onbedwingbare behoefte om haar geheim aan iemand anders te vertellen. ‘Zweer je dat je het voor je houdt, op alles wat je heilig is?’
‘Aan wie zou ik nu iets kunnen doorvertellen?’
‘Nou, aan Jinx, bijvoorbeeld.’
Katie snoof. ‘Ja hoor, alsof die geïnteresseerd is in smeuïge details.’
‘Nou… zie je die man aan de overkant, die nu naast Don staat?’
‘Ja, ik heb hem in het vizier.’
‘Hij is de ware.’
‘De ware wat?’ vroeg Katie.
Cameron dronk haar cocktail leeg en wenkte de barman om een verse in te schenken. ‘Hij is getrouwd,’ meldde ze somber.
‘Wie is getrouwd?’
‘God, Katie!’ Cameron onderdrukte een onverwachte hik. ‘Waarom snap je het nu niet? De man die naast Don staat.’
‘O,’ zei Katie, ‘ik snap het. Je valt op de getrouwde man. Nou, zo te zien heb je een goede smaak. Zijn ze hier in Hollywood alle maal zo lang en knap?’
‘Hij is getrouwd,’ herhaalde Cameron treurig. ‘Getrouwd, getrouwd, getrouwd.’
‘Jij anders ook,’ merkte Katie op.
Cameron hikte opnieuw. ‘Ben ik getrouwd?’
‘Liefje,’ zei Katie lachend, ‘volgens mij heb je wel genoeg gehad.’
‘Genoeg wat?’
‘Genoeg alcohol.’ Ze keek om zich heen. ‘O, nu zullen we het hebben, daar komt Don Verona, recht op je af.’
Cameron leunde tegen de bar om niet om te vallen.
‘Hallo,’ zei Katie tegen Don toen hij bij hen stond. ‘Ik ben Katie, beste vriendin van Cameron en…’
‘Ik ben zo duizelig,’ onderbrak Cameron haar. ‘Volgens mij kan ik beter even gaan liggen.’
‘Ze is niet gewend aan alcohol en heeft er een paar te veel op,’ legde Katie uit.
‘Ik zie het,’ zei Don. ‘Kun je me even helpen haar in het kantoor te krijgen?’
Katie knikte. ‘Graag zelfs. Maar ik wil eerst even tegen je zeggen dat je veel knapper bent dan op televisie. Langer ook. Dat hoor je zeker wel vaker?’
‘Als we ons nu eerst even concentreren op Cameron, voor ze omvalt,’ stelde Don voor en hij sloeg een arm om Camerons schouder.
‘Hé Don, hoe ist?’ mompelde Cameron voor ze verviel in een hulpeloze giechel.
‘Hé Cam,’ antwoordde hij en trok geamuseerde een wenkbrauw op. ‘Heeft iemand je al verteld dat je lazarus bent?’
‘Wie is lazarus?’ vroeg ze met grote ogen.
Hij probeerde het cocktailglas uit haar hand te wringen, maar ze hield het zo stevig vast dat het drankje over de rand schoot en aan de voorkant van haar jurk belandde.
‘Oeps!’ Ze giechelde opnieuw. ‘Tepels present!’
‘Als jij nu haar andere arm neemt, schuiven we haar samen richting kantoor,’ stelde Don voor.
‘Goed plan.’ Katie was onder de indruk van de manier waarop hij heft in handen nam.
Samen manoeuvreerden ze Cameron het kantoor in.
‘Wat nu?’ vroeg Katie.
‘Kijk of je een kop sterke zwarte koffie kunt regelen, ik blijf wel bij haar.’
Katie knikte. Lang, donker, beroemd, rijk, zorgzaam en knap. Was Cameron niet goed bij haar hoofd? Als ze het goed begrepen had, liet ze deze hoofdprijs dus schieten voor een getrouwde man. Ze was getikt!
‘Ik ben zo terug,’ zei Katie.
‘Ze is zo terug,’ giechelde Cameron die opeens haar armen om zijn nek sloeg en haar lippen op de zijne drukte.
Met bovenmenselijke zelfbeheersing wist hij zich voorzichtig uit haar omhelzing los te maken.
‘Wazzer nu weer?’ wilde ze weten. ‘Ik dacht dat je me wilde zzzoenen.’
‘Weet je,’ zei hij terwijl hij haar in een stoel zette, ‘als ik niet zo'n heer was, zou ik vanavond schandelijk misbruik van je kunnen maken.’
Ze glimlachte hem toe, met een scheve, aangeschoten lach. ‘Ga je gang, lekker ding. Doe maar wat je niet laten kunt.’
Hoofdschuddend keek hij haar aan. ‘Meisje, hier ga je morgen spijt van hebben.’
‘Spijt, schijt!’ Triomfantelijk keek ze hem aan.
Don schoot in de lach. ‘Cameron, Cameron – ik kan niet wachten op onze date van morgenavond, zodat ik je dit allemaal kan vertellen. Je zult door de grond gaan van gêne.’
‘Ja, ja, ja,’ zei ze korzelig en leunde zo ver voorover dat haar borsten uit haar jurk vielen. ‘Maar wat heeft dat te maken met schijt?’
Snel trok hij haar jurk recht zodat ze weer zedig bedekt was.
‘Dank u wel, oom agent,’ zei ze met dubbele tong en voelde zich verdrinken in een golf van duizeligheid. ‘De politie is toch maar je beste vriend, nietwaar?’
‘Huh?’
Ze sloot haar ogen en deed ze even snel weer open. ‘Zijn we op een boot?’ vroeg ze, volkomen serieus.
‘Nee, we zijn niet op een boot,’ zei hij geduldig. ‘Waarom denk je dat?’
‘Omdat alles zo heen en weer zwaait…’
Don staarde haar aan en vond haar nog steeds prachtig, zelfs in deze staat. En nee, hij zou haar niet aanraken. Hoe verleidelijk dat ook was, het deugde niet.
Katie kwam binnen met de koffie. ‘Je vriendin loopt je te zoeken,’ zei ze. ‘Vraagt aan iedereen of ze je gezien hebben. Ik heb niets gezegd.’
‘Ik heb geen vriendin.’
‘Ik lees de bladen, hoor. Mary Ellen Evans?’
‘O, die.’
‘Ja, die.’
Don pakte zijn mobieltje en belde Ryan.
‘Waar zit je?’ vroeg Ryan. ‘Mandy wil weg.’
‘Niet herhalen wat ik zeg,’ zei Don gedempt. ‘Ik ben bij Came ron, die is even ingestort. Doe me een lol, verzin een smoes voor me en breng Mary Ellen even thuis.’
‘Jezus, Don!’
‘Ik weet het, maar Cam heeft me nodig en ik wil er voor haar zijn.’
‘Wat moet ik zeggen tegen Mary Ellen en Mandy?’
‘Zeg maar dat ik halsoverkop terug moest naar de studio om een segment opnieuw op te nemen. Technische problemen, nood geval, zoiets.’
Ryan kon het niet helpen, hij moest het vragen. ‘Is alles goed met Cameron?’
‘Ja, die overleeft het wel. Ik blijf bij haar.’
Nijdig verbrak Ryan het gesprek. Het zou nog helemaal niet gemakkelijk zijn om op een normale manier met Don en Camerons relatie om te gaan. Toch moest het, hij had geen keuze.