14
Zonder ook maar een moment aan andere weggebruikers te denken, joeg Ryan zijn auto voorwaarts. Hij was woedend en hij had te veel gedronken en hij was zeker niet van plan de gevoelens van zijn vrouw te sparen. ‘Je bent een kreng van een wijf en ik wil van je scheiden,’ snauwde hij, terwijl hij ternauwernood een stopbord respecteerde.
Zijn harde woorden sloegen bij Mandy in als een bom. Scheiden! Was hij gek geworden? Een uitbarsting als deze was niets voor haar normaal gesproken zeer beschaafde man, maar ze moest erkennen dat ze misschien toch te ver was gegaan door zijn idiote familie niet uit te nodigen voor het feest. Ze had moeten inzien dat hij daar over zou gaan flippen. Dom! Dom! Dom!
‘Je begrijpt het niet…’ begon ze, met meer dan een dozijn smoezen voorhanden.
‘Ik begrijp het maar al te goed,’ kapte hij haar meteen af. ‘Je haat mijn familie, dat is altijd al zo geweest. Ze zijn verdomme niet rijk genoeg voor je, hè Mandy? Ze bezitten geen grote bedrijven en filmstudio's, ze zijn geen filmsterren of celebrity's, dus waarom zou je je in hen verdiepen?’
‘Dat is niet eerlijk,’ protesteerde ze.
‘Weet je wat niet eerlijk is?’ brieste hij. ‘Je organiseert een feestje voor mijn veertigste verjaardag en je nodigt niet eens mijn moeder uit, laat staan mijn zussen.’
‘Omdat ze met zovéél zijn.’ Mandy struikelde haast over haar woorden. ‘Ik wou later deze week een familiefeestje geven bij ons thuis. Ze kennen niemand van onze vrienden, er zou voor hen niets aan zijn geweest, vanavond. Ze zouden zich helemaal niet op hun gemak hebben gevoeld.’
Hij draaide hun straat in. ‘Flauwekul Mandy, je lult maar wat.’
‘Hoor eens,’ zei ze ten einde raad. ‘Als ik je moeder en je zussen én hun echtgenoten had uitgenodigd, waren we met zeven man extra geweest. Waar had ik die moeten laten?’
‘Bespaar me alsjeblieft je stomme smoesjes,’ zei hij en reed de oprit op.
‘Het zijn geen smoesjes,’ verdedigde ze zich koppig.
‘Stap uit,’ beval hij.
‘Sorry?’
‘Stap uit de auto, verdomme, ik kom niet mee naar binnen.’
‘Waar ga je heen?’
‘Dat gaat je geen donder aan.’
Ze had hem nog nooit zo boos gezien en ook nog nooit zo horen vloeken. Als hij morgen weer nuchter was, zou hij wel spijt hebben, maar wat moest ze nu eens met hem aan?
‘Opzouten,’ herhaalde hij ongeduldig. ‘Nu!’
Met tegenzin stapte ze uit. Voor ze nog iets kon zeggen, scheurde hij alweer weg.
Stampvoetend liep Mandy naar binnen. Dit was niet de manier waarop ze de avond had willen beëindigen. Ryans gedrag was niet goed te praten. Hoe waagde hij haar zo grof te behandelen? Als haar vader erachter kwam, zou die woedend zijn.
Haar vader was echter niet in de buurt, die maakte een cruise op een luxe jacht langs Frankrijk en Italië met een vrouw die ze nog nooit had ontmoet. Natuurlijk weer zo'n goudzoeker die alleen maar op zijn geld uitwas.
Die verdomde Ryan Richards, ook. Hij waardeerde nooit wat ze voor hem deed. Had ze zoveel moeite gedaan om een onvergetelijk feestje voor hem te geven, kreeg ze stank voor dank. Hopelijk werd hij gepakt wegens rijden onder invloed, net als zijn stomme zwager. Dat zou zijn verdiende loon zijn.
Met die gedachte marcheerde ze naar boven, stapte uit haar designerjapon, slikte twee slaappillen en ging naar bed.
Ryan was nog niet zo dronken dat hij niet meer besefte dat het een slecht idee was om in de auto te stappen. Jezus, alle preken die hij al bij Evie had afgestoken over haar echtgenoot, als die weer eens dronken achter het stuur was geschoven – nu deed hij precies hetzelfde.
Tegenstrijdige emoties vochten om zijn aandacht. Woede, omdat Mandy haar minachting voor zijn familie weer eens had laten merken. Schuldgevoel, omdat hij zich onweerstaanbaar aangetrokken voelde tot het meisje op wie zijn beste vriend ook gek was. En verdriet, omdat hij er helemaal niets aan kon doen.
Redenen?
In de eerste plaats was hij getrouwd.
In de tweede plaats was ze met zijn beste vriend.
Hoewel? Volgens Don hadden ze niets met elkaar. Ze wilde niet met hem uit, laat staan dat ze met hem naar bed wilde.
Toch was ze met Don naar het feest gekomen. Misschien lag ze nu wel in zijn armen, terwijl hij doelloos rondreed.
Hij zette de auto stil langs de kant van de weg, pakte zijn mobieltje en belde Don. Als die niet opnam, kon hij ervan uitgaan dat Cameron en hij elkaar aangenaam bezighielden. En dan kon hij net zo goed een touw gaan zoeken.
‘Hé, met mij.’
Don nam op, dus Cameron was niet bij hem. Ryan voelde zich opgelucht.
‘Wat is er aan de hand?’ vroeg Don geeuwend. ‘Waarom bel je me op zo laat nog? Waarom lig je niet naast die schat van een vrouw van je?’
‘Mijn vrouw is een gemeen kutwijf,’ mompelde Ryan.
‘Dus de waarheid is eindelijk tot je doorgedrongen?’
‘Ik kom bij je op de bank slapen,’ kondigde Ryan aan.
‘Als je maar niet bij me in bed kruipt.’
‘Ben nu onderweg.’
‘Kan niet wachten.’
‘Waar is je vriendin?’ vroeg Ryan voor alle zekerheid.
‘Helaas wilde die naar haar eigen huis,’ zei Don treurig. ‘Ik wist niet wat me overkwam.’
‘Ze is te goed voor je,’ sprak Ryan met dubbele tong.
‘En daar kun jij over oordelen? Je hebt haar misschien vijf minuten gesproken.’
‘Te fucking goed.’
‘Jezus, je bent echt lam, man. Rij voorzichtig, ik zet alvast koffie.’
Ryan wist zonder brokken Dons huis te bereiken, stommelde naar binnen, schudde zijn jasje uit en viel onmiddellijk op de bank. Toen Don uit de keuken kwam met een kop sterke koffie, lag zijn vriend al te snurken.
Hoofdschuddend gooide Don een deken over hem heen en liet hem verder met rust.
De volgende ochtend werd Ryan wakker van het licht dat door de hoge glazen deuren naar het terras viel en Dons hond Butch, die schaamteloos aan zijn kruis zat te snuffelen.
‘Shit!’ mompelde hij en kwam schielijk overeind. De gebeurtenissen van de vorige avond schoten in sneltreinvaart door zijn hoofd. En zijn hoofd deed pijn. Nou ja, dat was nog zwak uitgedrukt, het voelde alsof er een drilboor in bezig was en de smaak in zijn mond deed hem vermoeden dat daar een rat in was overleden. Manmoedig wist hij van de bank te komen en zette koers naar de badkamer van de logeerkamer. Na klaterend zijn blaas te hebben geleegd, staarde hij in de spiegel naar zichzelf en vond dat hij er beroerd uitzag. Niet alleen beroerd, maar ook ontevreden. Om niet te zeggen verdomd ellendig. Eindelijk drong het tot hem door dat het nog waar was ook: hij was ontevreden en hij voelde zich ellendig. Zijn leven met Mandy was ondraaglijk geworden. Gisteravond had hij in zijn woede gezegd dat hij wilde scheiden, maar het trieste was dat hij het meende en serieus overwoog om het door te zetten. Hij kon het niet langer opbrengen om een leugenachtig leven te leiden met een vrouw van wie hij niet meer hield. Uiteindelijk zouden ze allebei beter af zijn zonder elkaar.
Don sliep nog, de deur van zijn slaapkamer zat stevig dicht. Ryan wankelde naar de keuken, zette het koffiezetapparaat aan en liet Butch naar buiten. Hij overwoog naar huis te gaan en daar de toorn van Mandy onder ogen te zien. Ze had een speciale gave om alles om zo te draaien dat hij dacht dat hij het zelf verkloot had, maar deze keer zou hij dat niet laten gebeuren. Deze keer was ze te ver gegaan. Zijn familie niet uitnodigen op zijn verjaardag was onvergeeflijk. Grote vergissing. Gisteren had hij zijn moeder nog aan de lijn gehad die had gevraagd of hij naar haar toe wilde komen om het te vieren. Niet dat er veel te vieren viel aan veertig worden. Veertig was middelbaar; van de gedachte alleen werd hij al depressief. Hij had tegen zijn moeder gezegd dat hij niet langs kon komen, omdat Mandy een intiem diner voor twee gepland had. In plaats daarvan was hij met zesentwintig van haar klotevrienden opgescheept op zijn eigen verjaardag.
Hij was er nog steeds kwaad over. Wat een rotstreek!
Na een mok koffie te hebben weggewerkt, besloot hij dat het geen zin had om te wachten tot Don boven water zou komen. Die zou hem alleen maar opnieuw vertellen dat alleen een gek bij Mandy zou blijven, iets wat hij even niet wilde horen. Hij was er nu zelf ook achter.
Hij pakte zijn jasje, liep het huis uit en liep buiten Cameron Paradise tegen het lijf.
Ze schrokken er allebei van.
‘O,’ zei ze en bleef heel stil staan. ‘De jarige.’
‘Doe me een lol en noem me niet meer zo.’ Hij was niet in staat om zijn blik van haar prachtige gezicht af te wenden. In het daglicht was ze nog mooier, voorzover dat mogelijk was. Licht gebruinde huid, heldere groene ogen, zo te zien van nature blond.
‘Het feestje is dus voorbij,’ murmelde ze en ze bedacht dat hij eruit zag alsof hij in zijn pak had geslapen. Het deed er niet toe, ze kreeg nog steeds kippenvel van hem. En dan die ogen, zo blauw en intens. Ze merkte dat ze een beetje ademloos was en tegelijk ontzettend opgewonden raakte, terwijl daar geen reden voor was.
Ryan schraapte zijn keel. ‘Eh… Don is nog niet wakker.’
Ze wierp een snelle blik op haar horloge. ‘Ik ben aan de vroege kant. Kon gisteravond de slaap maar niet vatten.’
Waarom niet? wilde hij vragen. Waarom kon je niet slapen? Dacht je aan mij?
Dat zou belachelijk klinken. Waarom zou ze aan hem denken? Ze kende hem amper. Het was al verbazingwekkend dat ze zich hem nog herinnerde.
‘Je zou kunnen aanbellen,’ stelde hij voor en vond dat hij klonk als de Kneus van het Jaar. ‘Of…’ Hij liet een lange pauze vallen. ‘Je zou met mij kunnen gaan ontbijten.’
De stilte tussen hen was beladen door alles wat er niet gezegd werd.
Hij was degene die als eerste sprak. ‘Volgens mij heb ik dringend voedsel nodig.’
‘Het ontbijt is de belangrijkste maaltijd van de dag,’ zei ze uitgestreken en probeerde niet te huiveren van blijdschap. Wat maakte het uit dat ze Don een keer liet zitten? Ze kon altijd bellen met een excuus.
‘Ik weet een tentje op Sunset waar ze prima eieren met spek serveren,’ stelde hij voor. ‘Lijkt dat je wat?’
Alles met jou lijkt me wel wat, bedacht ze en ze knikte instemmend.
Toen meldde dat irritante stemmetje in haar hoofd zich weer. De een zou het redelijkheid noemen, zij noemde het bullshit.
Hij is getrouwd.
Volgens mij niet gelukkig getrouwd.
Dat gaat jou niets aan.
Ontbijten is toch heel onschuldig?
Wie hou je hier nu voor de gek?
‘Oké,’ zei ze haastig. ‘We gaan ontbijten.’
‘Mijn auto of die van jou?’ Ryan voelde zijn kater met de seconde optrekken.
‘Rij jij voorop, dan rij ik achter je aan,’ stelde ze voor. Als ze Don ging afbellen, kon ze beter niet haar auto op zijn stoep laten staan.
‘Ik zal langzaam rijden,’ beloofde hij en voelde zich vreemd opgetogen.
‘Hoeft niet, ik kan je wel bijhouden.’
Hun blikken kruisten elkaar; vonken sprongen over.
Cameron sprong in haar Mustang en wachtte tot de Lexus in beweging was gekomen. Terwijl ze Ryan volgde, sms'te ze Don dat er iets tussen was gekomen, maar dat ze morgen weer present zou zijn.
Dit is een avontuur, bedacht ze.
Ja, een avontuur waar je niet aan zou moeten beginnen.
Waarom niet?
Je weet best waarom niet!
Verdomme! Niets hield haar nu nog tegen. Er waren hier krachten aan het werk waar ze machteloos tegenover stond.