Anya
Het leven in de stad Magas was zwaar. Er stroomden zoveel vluchtelingen naartoe – meer dan tweehonderdvijftigduizend – dat er tekorten waren aan voedsel en woonruimte. Anya werd al snel gescheiden van de moeder en de kinderen met wie ze samen had gereisd en bleef alleen achter, met slechts de kleren die ze droeg en de homp oud brood die een aardige oude vrouw haar had gegeven. Geen geld. Geen identiteit. Het enige wat ze bezat, was haar frêle schoonheid.
De vluchtelingenkampen waren overvol, niemand kon ergens heen. Anya hield zich op aan de rand, huiverend, half verhongerd. Haar tengere lichaam beefde bij de herinnering aan de verschrikkingen die ze had meegemaakt.
Zo vond Sergei haar. Als inwoner van Magas had hij van zijn baas, dikke oude Greedy Boris Pinski, een eikel die zich met allerlei vuile zaakjes bezighield, de opdracht gekregen op vrouwenjacht te gaan. Greedy Boris handelde in wapens en goederen van de zwarte markt. Hij zat ook in de vrouwenhandel en zijn jonge manusjevan-alles werd naar de vluchtelingenkampen gestuurd om te kijken of hij daar niet wat verloren zielen kon vinden die Greedy Boris goed zou kunnen gebruiken in het illegale bordeel dat hij runde in het centrum.
Sergei reed in een Amerikaanse stationwagen die zijn baas had gewonnen met kaarten. Tegen de tijd dat hij Anya zag, zaten er al twee zusjes in de auto, samen met een mager ding met steil rood haar en een kleine, dikke vrouw van wie Sergei wist dat Greedy Boris haar zou afwijzen, maar dat was dan zijn probleem. Zo ruim was het aanbod nu ook weer niet.
Hij was Anya bijna voorbij gereden. Ze was een mager, klein ding en veel te jong. Toen ving hij een glimp op van haar gezicht en verloor hij zich even in haar lichte, blauwe ogen – zo vervuld van smart, zo expressief. Hij trapte hard op de rem. ‘Instappen,’ zei hij en wees met zijn duim naar achteren.
Ze deed wat haar werd gevraagd en klom achter in de stationwagen. De andere vrouwen negeerden haar; ze hadden ieder zo hun eigen problemen.
Sergei reed met zijn vracht vrouwen naar het centrum en leverde ze af bij Greedy Boris, met uitzondering van Anya, die hij op een tussenstop in de kofferbak had verborgen. ‘Hou je stil,’ zei hij waarschuwend. ‘Als je je gedraagt en me niet in de problemen brengt, zorg ik dat je iets te eten krijgt, en een plek om te slapen.’
Ze hield zich stil. Ze was veertien. Ze had geen idee wat ze anders zou kunnen doen.
In eerste instantie was Sergei van plan om haar een paar dagen bij zich te houden, zich aan haar te vergrijpen en haar vervolgens alsnog over te dragen aan Boris. Het ging echter anders. De eenentwintigjarige Sergei, die grotendeels op straat was opgegroeid en daar had geleerd te overleven, werd verliefd op Anya.
Hij nam haar mee naar het vervallen pand waar hij een kamer huurde, zette sterke thee voor haar en schotelde haar verbrande toast met gebakken bloedworst voor, waste haar in de gemeenschappelijke badkamer en liet haar toen in zijn bed slapen terwijl hij zelf genoegen nam met een versleten stoel waarvan de zitting gescheurd was.
Hij verklaarde zichzelf voor gek, maar Anya had iets wat hij niet kon plaatsen. Ze weigerde te spreken, er kwam geen woord uit. Het eni ge wat ze deed, was naar hem kijken met die grote, trieste blauwe ogen en dat was genoeg voor hem om zich in te houden.
Hij realiseerde zich dat ze verkracht moest zijn, want toen hij haar had gewassen, had hij opgedroogd bloed tussen haar dijen aangetroffen. Het was duidelijk dat het meisje vreselijke dingen had meegemaakt.
Goed, hij had haar kunnen achterlaten bij Greedy Boris, maar wat zou dat hebben opgeleverd? Ze keek hem aan met zoveel eenzaamheid in haar ogen, ze wilde alleen maar weer ergens thuis horen en bij iemand horen. Greedy Boris leek hem daarvoor niet de juiste persoon.
Sergei moest zich bedwingen haar niet aan te raken. Ze wond hem seksueel op, maar tegelijk wist hij dat het fout zou zijn om zich op te dringen. Op een rare manier voelde hij angst en dat was nieuw voor hem, want Sergei was nog nooit ergens bang voor geweest.
Iedere dag probeerde hij haar over te halen om te praten. Iedere dag weigerde ze.
Als hij aan het werk moest en haar alleen achterliet, drukte hij haar op het hart dat ze onder geen beding de deur voor iemand anders mocht opendoen.
Ze knikte gehoorzaam.
‘Een dezer dagen zeg je eens wat tegen me, goed?’ vroeg hij in het Russisch, de taal die ze allebei kenden.
Ze knikte opnieuw.
‘Ik heb geduld, hoor,’ voegde hij er zekerheidshalve nog aan toe.
Hij dacht aan alle hoeren die hij had genaaid en alle vrouwen die in zijn leven voorbij waren gekomen. Hij dacht aan zijn stiefmoeder die hem had gedwongen met haar te vrijen toen hij twaalf was geweest. Haar beste vriendin had hem ook gebruikt voor haar eigen bevrediging. Daarna een processie van vrouwen in alle soorten en maten, van alle leeftijden. Die vrouwen had híj gebruikt.
Sergei had een muur om zich opgetrokken. Hij moest wel.
Na twee nachten in de stoel te hebben geslapen, besloot hij dat hij wel naast haar kon gaan liggen.
Ze kroop onmiddellijk bij hem weg, met een angstige blik in haar verdrietige ogen.
‘Ik zal je niet aanraken,’ beloofde hij. ‘Je hoeft niet bang te zijn.’ Manmoedig keerde hij haar de rug toe en viel in een onrustige slaap.
Vroeg in de morgen boog ze zich over hem heen. ‘Ik heet Anya,’ fluis terde ze in zijn oor.
‘O,’ zei hij verbaasd. ‘Dus je kunt wel praten?’
‘Dank je wel,’ murmelde ze. ‘Dank je wel voor alles.’
Het meisje bedankte hem. Niemand had hem nog ooit ergens voor bedankt. Een vreemd, warm gevoel maakte zich van hem meester.
Nu kon hij haar nooit meer overdragen aan Greedy Boris. Dat zou ronduit verkeerd zijn.
Intussen zat Greedy Boris op zijn nek. ‘Is dit alles wat je voor me hebt?’ schreeuwde de man, met uitpuilende ogen van woede en driftig maaiende dikke armen. ‘Twee zussen die niks waard zijn en een rattenkop met verrotte tanden? Ga terug naar het vluchtelingenkamp en haal meer meisjes voor me. Er moeten daar genoeg kutten rondlopen. Ga ze halen en breng ze hier naartoe.’
Greedy Boris’ klanten waren niet bepaald vooraanstaand. De meesten waren getrouwde arbeiders die binnen kwamen lopen, vijf of tien minuten bleven en weer vertrokken. Greedy Boris liet zijn meisjes hard pezen; soms moesten ze wel vijftien tot zestien klanten op een dag afwerken.
Sergei wilde niet dat Anya datzelfde lot zou ondergaan. Zijn Anya. Zijn broze vogeltje. Diep in zijn hart wist hij dat ze voor elkaar bestemd waren.
Op een dag besloot hij dat ze de verwoeste, door oorlog verscheurde stad moesten verlaten. Ze moesten weg van Greedy Boris en alles waar hij voor stond.
Het was tijd om te gaan.