Dankwoord
Ik lees altijd het dankwoord in boeken en heb me vaak afgevraagd waarom er zo veel mensen nodig zijn voor de totstandkoming van één enkel werk. Nu weet ik dat. Ik dank de lezers van de eerste versies van Mea culpa – Julie Cohen, AJ Pearce, Merilyn Davies en anderen, die me hebben laten zien wat goed overkomt en wat niet, en Peta Nightingale en Araminta Whitley, voor het vertrouwen dat zij in me hadden. Ik prijs me gelukkig de geweldige Sheila Crowley als literair agent te hebben. Dat ik haar überhaupt heb leren kennen, heb ik te danken aan een toevallig gesprek met Vivienne Wordley, die mijn manuscript de moeite van het doorspelen waard vond. Vivienne, Sheila, Rebecca en de rest van het Curtis Brown-team, hartelijk dank voor alles wat jullie voor me hebben gedaan. Ik ben erg blij dat jullie me hebben ondergebracht bij Little, Brown. Met de briljante Lucy Malagoni klikte het meteen en ik had me geen deskundiger en enthousiaster redacteur kunnen wensen. Bedankt Lucy, Thalia, Anne, Sarah, Kirsteen en alle anderen bij Little, Brown, inclusief het team dat de buitenlandse rechten behandelt. Ondanks het feit dat ze het allemaal verschrikkelijk druk hebben, gaven ze mij toch het gevoel dat mijn boek het enige was waar ze aan werkten.
Dank ook aan mijn voormalige collega’s Mary Langford en Kelly Hobson: Mary voor het lezen van de eerste versie van het manuscript en Kelly voor de laatste correcties aangaande de gerechtelijke procedures. Tot slot, veel dank aan alle vrienden en familieleden die niet alleen in me geloofden, maar me steunden toen ik besloot een solide carrière op te geven en in plaats daarvan boeken te gaan schrijven, en nooit zeiden dat ik beter weer een normale baan kon gaan zoeken. Ik had dit nooit kunnen noch willen doen zonder de steun van mijn man, Rob, en onze drie kinderen, Josh, Evie en Georgie, die me vanaf de zijlijn aanspoorden, thee voor me zetten, en voor zichzelf zorgden als ik ‘nog even een hoofdstuk moest afmaken’. Heel erg bedankt allemaal.