45
Ik vond je tentoonstellingen nooit leuk. Je hield ze op verschillende locaties – in verbouwde pakhuizen, ateliers, winkels – maar aan de bezoekers veranderde nooit iets: bombastische linkse types met bonte sjaals. Harige, hooghartige vrouwen en slome mannen die bij hen onder de plak zaten. Zelfs de wijn ontbrak het aan karakter.
In de week van je novemberexpositie deed je erg moeilijk. Ik had je drie dagen van tevoren geholpen alle beelden naar het pakhuis te brengen en daar bleef je toen van de vroege ochtend tot de late avond om de tentoonstelling in te richten.
‘Zo veel werk is het toch niet om een paar beelden neer te zetten?’ zei ik toen je voor de tweede avond achtereen erg laat thuiskwam.
‘We vertellen een verhaal,’ zei je. ‘De bezoekers volgen een route, van het ene beeld naar het andere, en de werken moeten hen op de juiste manier aanspreken.’
Ik lachte. ‘Hoor je zelf wat je zegt? Wat een lulkoek. Let er liever op of de prijskaartjes goed zichtbaar zijn. De rest is niet belangrijk.’
‘Als je liever niet komt, hoeft het niet.’
‘Wil je mij er niet bij hebben?’ Ik bekeek je achterdochtig. Je ogen schitterden iets te fel; je kin had een iets te uitdagende stand. Ik vroeg me af waar die plotselinge joie de vivre vandaan kwam.
‘Je zou je misschien vervelen. Wij redden ons wel.’
Daar had je het: een ondoorgrondelijke flits in je ogen.
‘Wij?’ Ik trok één wenkbrauw op.
Je reageerde nerveus. Je draaide me de rug toe en begon de vaat te doen. ‘Philip. De conservator van de tentoonstelling.’
Je veegde met de afwaskwast door een pan die ik in de week had gezet. Ik ging achter je staan, klemde je tussen mijn lichaam en het aanrecht en bracht mijn mond naar je oor. ‘O, de conservator. Noem je hem zo als hij je neukt?’
‘Doe niet zo raar,’ zei je. Sinds je zwangerschap sloeg je een eigenaardige toon aan als ik iets tegen je zei. Overdreven kalm, alsof je het tegen een krijsend kind had, of tegen een krankzinnige. Ik haatte dat toontje. Ik week iets naar achteren en voelde dat je opgelucht ademhaalde. Toen drukte ik me opnieuw tegen je aan. Ik hoorde dat je naar adem hapte en zag dat je je vastgreep aan de rand van het aanrecht.
‘Neuk je Philip niet?’ Ik siste het in je nek.
‘Ik neuk niemand.’
‘Mij in elk geval niet,’ zei ik. ‘Al een hele tijd niet.’ Ik voelde je verstijven en wist dat je verwachtte dat ik mijn hand tussen je benen zou steken. Dat je het wilde. Ik vond het bijna jammer dat ik je moest teleurstellen, maar je magere kont kon me echt niet meer opwinden.
Op de openingsdag van de tentoonstelling was ik in onze slaapkamer toen je boven kwam om je aan te kleden. Je aarzelde.
‘Je doet net alsof ik je nog nooit naakt heb gezien,’ zei ik. Ik haalde een schoon overhemd uit de kast en hing het aan de deur. Jij legde je outfit klaar op het bed. Ik keek naar je toen je je trainingsbroek en sweatshirt uittrok en opvouwde voor morgen. Je droeg een witte bh en bijpassend slipje en ik vroeg me af of je met opzet wit had gekozen omdat het zo’n scherp contrast vormde met de blauwe plek op je heup. De zwelling was nog zichtbaar en toen je op het bed ging zitten, vertrok je je gezicht, alsof je het me wilde inwrijven. Je trok een wijde linnen broek aan en een ruim vallende bloes van dezelfde stof, die losjes afhing van je knokige schouders. Ik koos een halsketting van grote groene kralen uit de sieraden aan de standaard op je kaptafel.
‘Zal ik hem bij je omdoen?’
Na een korte aarzeling ging je op het krukje zitten. Ik bracht mijn armen langs je hoofd naar voren, liet de halsketting zakken en wachtte tot je je haar optilde. Toen ik mijn handen naar je nek bracht, trok ik de ketting een ogenblik strak tegen je keel en voelde ik je schrikken. Ik lachte en maakte het slotje vast. ‘Heel mooi,’ zei ik. Ik bukte me en keek naar je in de spiegel. ‘Probeer je vanavond een beetje te gedragen, Jennifer. Meestal drink je te veel bij dit soort gelegenheden en ga je idioot zitten zwijmelen tegen de gasten.’
Ik trok mijn overhemd aan en koos een lichtroze stropdas. Toen ik mijn jasje aanhad, keek ik in de spiegel en was ik tevreden over het resultaat. ‘Rij jij maar,’ zei ik. ‘Jij drinkt vanavond toch niet.’
Ik had al een paar keer aangeboden een nieuwe auto voor je te kopen, maar jij bleef verknocht aan je oude, aftandse Fiesta. Ik reed er zo weinig mogelijk in, maar was niet van plan je in mijn Audi te laten rijden sinds je die bij het parkeren had beschadigd, dus stapte ik in je smerige auto en liet me door jou naar de expositie rijden.
Toen we binnenkwamen, stond er al een groepje mensen bij de bar. Er klonk waarderend geroezemoes toen we door de zaal liepen. Iemand begon te klappen en anderen deden mee, maar het waren te weinig mensen om het een applaus te kunnen noemen en het resultaat was gênant.
Je gaf me een glas champagne en nam er zelf ook een. Een man met donker, golvend haar kwam naar ons toe en ik begreep uit de manier waarop je ogen oplichtten dat dit Philip was.
‘Jenna!’ Hij kuste je op beide wangen. Ik zag dat je zijn hand vluchtig aanraakte, zo vluchtig dat je dacht dat ik het niet zag. Zo vluchtig dat het per ongeluk geweest kon zijn. Maar ik wist wel beter.
Je stelde me aan hem voor. Philip gaf me een hand. ‘Je kunt trots op haar zijn, Ian.’
‘Natuurlijk ben ik trots op haar,’ zei ik. ‘Mijn vrouw is bijzonder begaafd.’
Er viel een korte stilte en toen zei Philip: ‘Het spijt me dat ik Jenna even moet opeisen, maar ik wil haar aan een paar mensen voorstellen. Er is veel belangstelling voor haar werk en…’ Hij hield op met praten en wreef zijn duim en wijsvinger over elkaar.
‘En wie ben ik, dat ik mogelijke verkopen in de weg zou staan,’ zei ik.
Ik zag jullie samen mensen begroeten, waarbij Philip de hele tijd zijn hand in het holletje van je rug hield. Het was duidelijk dat jullie iets met elkaar hadden. Ik weet niet hoe ik de rest van die middag ben doorgekomen, maar mijn ogen lieten je geen moment los. Toen de champagne op was, ging ik over op wijn, waarbij ik bij de bar bleef staan, zodat ik niet steeds terug hoefde te lopen. En al die tijd bleef ik naar je kijken. Je glimlachte op een manier die ik nooit meer zag en die me herinnerde aan het meisje dat ik jaren geleden in het studentencafé had gezien, het meisje dat schaterend lachte met haar vriendinnen. Je lachte nu nooit meer.
Toen mijn fles leeg was, vroeg ik om een nieuwe. Het personeel achter de bar keek elkaar aan, maar voldeed aan mijn verzoek. Het bezoek begon te vertrekken. Ik zag je van iedereen afscheid nemen, soms met een kus, soms met een handdruk. Niemand werd met zo veel genegenheid behandeld als je conservator. Toen er nog maar een handvol bezoekers over was, liep ik naar je toe. ‘We moeten gaan.’
Je keek onthutst. ‘Ik kan nog niet weg, Ian. Niet zolang er nog bezoekers zijn. En ik moet helpen met opruimen.’
Philip kwam tussenbeide. ‘Ga gerust, Jenna. Die arme Ian heeft je al die tijd aan ons moeten afstaan. Hij wil dit natuurlijk samen met jou gaan vieren. Ik sluit wel af en de werkstukken kun je morgen komen halen. Het was een daverend succes. Gefeliciteerd!’ Hij kuste je wang, ditmaal maar één keer, maar ik was zo kwaad dat ik niet in staat was iets te zeggen.
Je knikte. Ik kreeg de indruk dat je teleurgesteld was. Had je gehoopt dat Philip je zou vragen te blijven? Dat hij mij naar huis zou sturen en jou bij zich zou houden? Ik pakte je hand en kneep erin terwijl je met hem bleef praten. Ik wist dat je geen woord zou zeggen en kneep steeds harder, tot ik de botjes van je hand tussen mijn vingers voelde kraken.
Eindelijk was Philip uitgeluld. Hij stak me zijn hand toe, waardoor ik de jouwe moest loslaten. Ik hoorde je uitademen en zag dat je je hand met de andere vastpakte.
‘Leuk om kennisgemaakt te hebben, Ian,’ zei Philip. Zijn blik ging naar jou en terug naar mij. ‘Pas goed op haar, oké?’
Ik vroeg me af wat je hem had verteld.
‘Altijd,’ zei ik vlot.
Ik draaide me om naar de uitgang, pakte je elleboog vast en drukte mijn duim in je vlees.
‘Je doet me pijn,’ fluisterde je. ‘De mensen kunnen het zien.’
Ik weet niet waar je het lef vandaan haalde. Zo kende ik je niet.
‘Hoe waag je het me zo voor gek te zetten?’ siste ik. Op de trap kwamen we een stelletje tegen dat beleefd naar ons glimlachte. ‘Je hebt openlijk staan flirten met die kerel. Je kon niet van hem afblijven. En al dat gezoen!’ Toen we op het parkeerterrein waren aangekomen, deed ik geen moeite meer mijn stem in bedwang te houden. Mijn woorden schalden door de stille lucht. ‘Ik weet dat je met hem naar bed gaat!’
Je gaf geen antwoord en van je zwijgen werd ik nog razender. Ik greep je arm en draaide die op je rug, hoger en hoger, tot je een kreet van pijn slaakte. ‘Je wilde alleen maar dat ik meeging zodat je me voor gek kon zetten!’
‘Niet waar!’ Tranen stroomden over je wangen en maakten donkere vlekken op je bloes.
Mijn vingers balden zich tot een vuist, maar op het moment dat ik de trilling in mijn onderarm voelde, liep er iemand langs.
‘Goedemiddag,’ zei hij.
Ik hield mijn arm stil en zo bleven we staan, een halve meter bij elkaar vandaan, tot zijn voetstappen verdwenen.
‘Stap in.’
Je maakte het portier open en stapte in. Pas na drie pogingen lukte het je de sleutel in het contact te steken en om te draaien. Het was al donker, ook al was het pas vier uur. Het had geregend en bij elke tegenligger glom het wegdek en kneep je je ogen tot spleetjes. Je huilde nog steeds en haalde je hand langs je neus.
‘Wat zie je eruit,’ zei ik. ‘Weet Philip dat je zo’n huilebalk bent?’
‘Ik ga niet met Philip naar bed,’ zei je. Je laste tussen alle woorden een pauze in om ze extra nadruk te geven. Ik sloeg met mijn vuist op het dashboard.
Je kromp ineen. ‘Ik ben zijn type niet,’ zei je. ‘Hij is –’
‘Praat niet tegen me alsof ik achterlijk ben, Jennifer! Ik heb ogen in mijn hoofd. Ik weet heel goed wat er gaande is!’
Je trapte op de rem voor een rood stoplicht en gaf plankgas toen het licht op groen sprong. Ik draaide me naar je toe zodat ik naar je kon kijken. Ik wilde op je gezicht aflezen wat je dacht. Of je aan hém dacht. Ik kon zien dat dat zo was, ook al probeerde je het te verdoezelen.
Zodra we thuis waren, zou ik daar een eind aan maken. Zodra we thuis waren, zou ik ervoor zorgen dat je helemaal nergens meer aan zou denken.