9

‘Ik ga een broodje halen. Kan ik iets voor je meebrengen?’

Kate kwam Ray’s kantoor binnen. Ze droeg een getailleerde grijze broek en een strakke trui en had haar jas alvast aangetrokken.

Ray stond op en nam zijn colbert van de rugleuning van zijn stoel. ‘Ik ga met je mee. Even een frisse neus halen.’ Hij at meestal in de kantine, of aan zijn bureau, maar een lunch met Kate was een stuk gezelliger. Bovendien scheen de zon eindelijk en was hij de hele ochtend nog niet achter zijn bureau vandaan geweest. Hij had wel een pauze verdiend.

Zoals altijd was het druk bij Harry’s. De mensen stonden tot op de stoep in de rij. Het eetcafé was erg geliefd bij de agenten, niet alleen omdat het zo dicht bij het politiebureau was, maar vooral vanwege de schappelijke prijzen en de vlotte bediening. Voor hongerige patrouilleagenten was niets zo frustrerend als op een dringende melding te moeten reageren als hun bestelling nog niet gereed was.

Ray en Kate schuifelden in de rij mee. ‘Als je haast hebt en terug wilt, kan ik wel iets voor je meebrengen,’ bood Kate nogmaals aan, maar Ray schudde zijn hoofd.

‘Ik heb geen haast,’ zei hij. ‘Ik heb de hele ochtend aan de plannen voor Operatie Break gewerkt en ben aan een pauze toe. Laten we hier even gaan zitten, in plaats van de broodjes mee terug te nemen naar het bureau.’

‘Oké. Operatie Break gaat over de witwasserij, toch?’ Kate sprak zachtjes, vanwege de andere mensen in de rij. Ray knikte.

‘Ja. Ik wil de plannen wel met je doornemen, dan krijg je een idee hoe zoiets in zijn werk gaat.’

‘Heel graag.’

Ze deden hun bestelling en gingen op de hoge krukken voor het raam zitten, met één oog op Harry, die een paar minuten later twee bruine papieren zakjes naar hen ophief. Buiten kwamen twee geüniformeerde agenten langs. Ray stak groetend zijn hand op.

‘Nog wat olie op het vuur van degenen die zeggen dat die lui van de recherche altijd zitten te lanterfanten,’ zei hij lachend tegen Kate.

‘Wie dat zegt, kletst uit zijn nek.’ Kate plukte het plakje tomaat uit haar broodje en at het apart op. ‘Ik heb nog nooit ergens zo hard aan gewerkt als aan de Fishponds-zaak. En uiteindelijk was het allemaal voor niets.’

Haar bittere toon ontging Ray niet. ‘Het was niet voor niets. Op een goede dag zal iemand aan iemand iets verklappen en die iemand zal het aan iemand anders vertellen, en uiteindelijk zullen wij de da­der kunnen oppakken.’

‘Maar dat is geen recherchewerk.’

‘Hoe bedoel je?’ Ray wist niet of hij haar vrijpostige opmerkingen amusant of aanmatigend moest vinden.

Kate legde haar brood neer. ‘Dat is reactief, niet proactief. We moeten niet gaan zitten wachten tot ons toevallig iets ter ore komt. We moeten zelf naar informatie blijven zoeken.’

Het klonk als een echo van wat hij zelf had gezegd toen hij pas bij de politie was. Of misschien had Mags het gezegd, al kon hij zich niet herinneren dat Mags net zo assertief was geweest als Kate, die zelfs haar brood op een fanatieke manier at. Ray onderdrukte een glimlach. Kate zei wat ze op haar hart had, zonder zichzelf ook maar enige censuur op te leggen en zonder zich af te vragen of het gepast was. Ze zou op het bureau nog heel wat mensen tegen de haren in strijken, maar Ray vond het nooit erg als mensen hun mening kenbaar maakten. Hij vond dat eerder verfrissend.

‘Het zit je nog steeds hoog, hè?’

Ze knikte. ‘Ik kan het niet uitstaan dat de dader op vrije voeten is en denkt dat het hem is gelukt om uit handen van de politie te blijven. En ik kan het niet uitstaan dat Jacobs moeder Bristol heeft verlaten met het idee dat wij niet genoeg om haar en Jacob geven om uit te zoeken wie die onverlaat is.’ Ze leek nog iets te willen zeggen, maar hield haar mond dicht alsof ze zich bedacht had.

‘Wat?’

Ze bloosde licht, maar hief uitdagend haar kin op. ‘Ik ben aan de zaak blijven werken.’

Door de jaren heen had Ray regelmatig dossiers gevonden die in de vergetelheid waren geraakt omdat de rechercheurs die erover gingen het te druk hadden of te lui waren om met het onderzoek door te gaan. Maar iemand die vrijwillig extra werk deed? Dat had hij nog nooit meegemaakt.

‘Ik doe het in mijn eigen tijd, zodat we geen mot krijgen met de commissaris. Ik ben de opnames van de bewakingscamera’s aan het bekijken en wil de reacties op de oproep in Crimewatch nog een keer doornemen, voor het geval we iets over het hoofd hebben gezien.’

In zijn verbeelding zag Ray haar op de vloer zitten, met stapels paperassen om zich heen, turend naar de korrelige beelden van de beveiligingscamera’s op haar computerscherm. ‘En dat doe je omdat je denkt dat we de dader alsnog kunnen achterhalen?’

‘Ik doe het omdat ik het niet wil opgeven.’

Ray glimlachte.

‘Ga je nu zeggen dat ik ermee moet ophouden?’ Ze beet op haar lip.

Dat had hij inderdaad willen zeggen, maar ze keek zo vastberaden, zo gedreven. En zelfs als het uiteindelijk niets zou opleveren, kon het toch geen kwaad? Het was iets wat hij op haar leeftijd misschien ook zou hebben gedaan.

‘Nee,’ zei hij. ‘Ik ga niet zeggen dat je ermee moet ophouden. Vooral omdat ik denk dat je toch niet naar me zult luisteren.’

Ze lachten allebei.

‘Maar hou me op de hoogte, en denk erom, niet overdrijven, niet halve nachten doorwerken. En je lopende zaken gaan voor. Oké?’

Kate keek hem bedachtzaam aan. ‘Oké. Dank je wel.’

Hij verfrommelde de broodzakjes tot een prop. ‘En nu kunnen we maar beter teruggaan. Ik zal je wegwijs maken in het dossier van Operatie Break en daarna ga ik naar huis, anders kom ik in de problemen. Alweer.’ Hij trok een zielig gezicht.

‘Ik dacht dat Mags het nooit erg vindt als je laat thuiskomt,’ zei Kate toen ze terugliepen naar het bureau.

‘Ik geloof dat we de laatste tijd niet helemaal op dezelfde golflengte zitten,’ zei hij. Meteen had hij het gevoel dat hij Mags afviel. Hij sprak op zijn werk nooit over zijn privéleven, behalve met Stumpy, die Mags bijna net zo lang kende als Ray. Hij was niet iemand die met zijn problemen te koop liep en Kate was dan ook de enige aan wie hij het vertelde.

‘Dat gelóóf je?’ vroeg ze lachend. ‘Weet je het niet zeker?’

Ray glimlachte wrang. ‘Soms denk ik dat ik niets meer zeker weet. Het is ook niet iets specifieks, alleen… We hebben problemen met Tom, onze oudste. Hij schijnt zijn draai niet te kunnen vinden op zijn nieuwe school en is de laatste tijd erg zwijgzaam en eenzelvig.’

‘Hoe oud is hij?’

‘Twaalf.’

‘Dergelijk gedrag klinkt heel normaal voor een twaalfjarige,’ zei Kate. ‘Volgens mijn moeder was ik op die leeftijd niet te genieten.’

‘Dat geloof ik graag,’ zei Ray. Kate gaf hem speels een stomp. Hij lachte. ‘Ik weet wat je bedoelt, maar echt, zo kennen we Tom niet. Hij lijkt van de ene op de andere dag te zijn veranderd.’

‘Denk je dat hij gepest wordt?’

‘Het zou kunnen, maar ik wil hem niet al te veel vragen stellen, want dan vindt hij me natuurlijk een bemoeial. Mags is beter in die dingen, maar zelfs zij heeft niets uit hem los kunnen krijgen.’ Hij zuchtte. ‘Kinderen… wat moet je ermee?’

‘Geen idee en ik hoef ze voorlopig ook niet,’ zei Kate. Ze waren bij het politiebureau aangekomen. Kate stak haar sleutelkaart in het slot van de zijdeur. ‘Ik wil eerst nog een poosje lol maken.’ Ze lachte en Ray werd opeens een beetje jaloers op haar vrije leventje.

Ze liepen samen de trap op. Bij hun afdeling bleef Ray even staan met zijn hand op de deurknop. ‘De Fishponds-zaak…’

‘Houden we onder ons. Ik weet het.’

Ze grinnikte. Ray was opgelucht. Als de commissaris te horen kreeg dat er nog steeds werd gewerkt aan een zaak die ze hem specifiek had gelast af te sluiten – zelfs al gebeurde dat onbezoldigd – zou ze niet onder stoelen of banken steken wat ze daarvan vond. Hij zou tot patrouilleagent gedegradeerd zijn voordat ze de hoorn op de haak had gelegd.

Terug in zijn kantoor boog hij zich weer over de plannen voor Operatie Break. De commissaris had hem de leiding gegeven over het onderzoek naar de witwasserij. Twee nachtclubs in het centrum van de stad werden gebruikt als façade voor allerlei illegale activiteiten en er waren stapels informatie die hij moest doornemen. Aangezien de eigenaars van beide nachtclubs vooraanstaande figuren in het zakenleven van Bristol waren, wist Ray dat de commissaris hem op de proef stelde en hij wilde goed voor de dag komen.

De rest van de middag besteedde hij aan de zaken waar Team 3 mee bezig was. De teamleider, Kelly Proctor, was met zwangerschapsverlof, en Ray had de meest ervaren rechercheur gekozen als plaatsvervanger. Sean had tot nu toe goed werk geleverd, maar Ray wilde zeker weten dat er niets tussen de mazen van het net door glipte zolang Kelly afwezig was.

Binnenkort zou hij Kate ook wat meer verantwoordelijkheden kunnen geven. Ze was zo pienter dat ze sommige ervaren rechercheurs nog wel iets kon leren en ze zou de uitdaging enthousiast aangrijpen. Hij herinnerde zich hoe fier ze had gekeken toen ze hem had verteld dat ze nog steeds aan de Fishponds-zaak werkte. Eén ding was zeker: ze was erg toegewijd.

Toch vroeg hij zich af waarom ze zich er zo in bleef vastbijten. Deed ze het alleen omdat ze zich niet door een zaak wilde laten kisten, of verwachtte ze echt de dader te kunnen vinden? Had hij er te snel mee ingestemd het dossier af te sluiten? Hij trommelde met zijn vingers op zijn bureau terwijl hij daarover nadacht.

Zijn werkdag zat er officieel op en hij had Mags beloofd niet al te laat thuis te komen, maar hij kon nog wel een halfuurtje doorgaan en evengoed op een redelijk tijdstip thuis zijn. Voordat hij van gedachten kon veranderen, haalde hij het Fishponds-dossier uit de onderste la van zijn bureau.

Toen hij weer op zijn horloge keek, was er een vol uur verstreken.