26

Ik belde je pas een week na onze eerste date en hoorde hoe onzeker je klonk. Je had je afgevraagd of je mijn intenties verkeerd had begrepen. Of je iets verkeerds had gezegd, of dat je je anders had moeten kleden.

‘Ben je vanavond vrij?’ vroeg ik. ‘Ik zou graag weer met je uit willen.’ Toen ik het zei, besefte ik pas hoe graag ik je weer wilde zien. Het was verbazingwekkend moeilijk geweest om een week te moeten wachten voordat ik je stem weer kon horen.

‘O, dank je, maar ik heb andere plannen.’ Je klonk spijtig, maar ik kende deze tactiek. De trucjes die vrouwen in het begin van een relatie gebruiken, zijn gevarieerd, maar vrij makkelijk te doorzien. Jij had ongetwijfeld samen met je vriendinnen een sectie verricht op ons eerste avondje uit, en zij hadden je van advies gediend, als buurvrouwen die over de schutting kwebbelen.

Wees niet te gretig.

Laat hem wachten.

Als hij belt, zeg je dat je al andere plannen hebt.

Het was irritant en kinderachtig. ‘Wat jammer,’ zei ik nonchalant. ‘Ik heb kaartjes weten te bemachtigen voor Pulp, en was daar graag met jou naartoe gegaan.’

Je aarzelde en ik dacht dat je in het aas zou bijten, maar je hield voet bij stuk.

‘Ik kan echt niet. Sorry. Ik heb Sarah een avondje uit beloofd in de Ice Bar. Ze heeft het uitgemaakt met haar vriend en ik kan haar echt niet in de steek laten.’

Het klonk overtuigend en ik vroeg me af of je deze leugen van tevoren had bedacht. Ik zweeg.

‘Maar ik zou morgenavond kunnen?’ zei je, op een stijgende toon die van de zin een vraag maakte.

‘Morgen kan ík niet. Een andere keer dan maar. Veel plezier vanavond.’ Ik hing op en bleef een poosje bij de telefoon zitten. Er trilde een spiertje in mijn wang en ik wreef er geïrriteerd over. Ik had niet verwacht dat je spelletjes zou spelen en vond het teleurstellend dat je het nodig achtte.

Ik kon de hele dag mijn draai niet vinden. Ik maakte het huis aan kant, verzamelde alles wat Marie had achterlaten en gooide het op een hoop in de slaapkamer. Het was meer dan ik had gedacht en ik kon het haar nu moeilijk teruggeven. Ik stopte alles in een koffer met de bedoeling die later in een vuilcontainer te gooien.

Om zeven uur dronk ik een biertje en daarna nog een. Ik zat op de bank met mijn voeten op de tafel naar een dom quizprogramma te kijken en aan jou te denken. Ik overwoog het studentenhuis te bellen om een bericht voor je achter te laten en verbazing te veinzen als bleek dat je gewoon thuis was. Maar tegen de tijd dat ik mijn derde pilsje ophad, was ik van gedachten veranderd.

Ik reed naar de Ice Bar en vond een parkeerplaats niet ver van de ingang. Ik bleef een poosje in de auto zitten kijken naar de mensen die naar binnen gingen. De meisjes droegen gewaagde minirokjes, maar mijn belangstelling was slechts passieve nieuwsgierigheid. Ik dacht aan jou. Het was verontrustend hoe volledig je mijn gedachten in beslag nam, zelfs toen al, en hoe belangrijk ik het vond erachter te komen of je me de waarheid had verteld. Ik was gegaan om je te betrappen: om door het drukke café te lopen en jou nergens te kunnen vinden, omdat jij op je studentenkamer zat met een fles goedkope wijn en een film van Meg Ryan. Toen besefte ik dat dit niet was wat ik wilde: ik wilde je langs me zien lopen, klaar voor de meidenavond met je gedumpte vriendin. Ik wilde ongelijk hebben. Het was zo’n nieuwe ervaring dat ik bijna lachte.

Ik stapte uit en ging naar binnen. Ik bestelde een Beck’s en schuifelde door het volle vertrek. Iemand botste tegen me op en morste bier op mijn schoenen, maar ik was te zeer op mijn speurtocht geconcentreerd om een verontschuldiging te eisen.

En toen zag ik je. Je stond aan het eind van de bar vruchteloos met een briefje van tien te wapperen naar de barmannen die een menigte van vier rijen dik moesten bedienen. Je zag me en keek eerst een beetje wezenloos, alsof je me niet kon plaatsen, en toen glimlachte je, maar terughoudender dan de laatste keer dat ik je glimlach had gezien.

‘Wat doe jij hier?’ vroeg je toen ik je had bereikt. ‘Ik dacht dat je naar Pulp was.’ Je keek een beetje achterdochtig. Vrouwen zeggen dat ze van verrassingen houden, maar in werkelijkheid willen ze alles graag vooraf weten, zodat ze zich kunnen voorbereiden.

‘Ik heb de kaartjes weggegeven,’ zei ik. ‘Ik had geen zin om er in mijn eentje heen te gaan.’

Het zat je niet lekker dat jij er de oorzaak van was dat ik mijn plannen had veranderd. ‘Maar,’ zei je, ‘waarom ben je nu hier? Kom je hier wel vaker?’

‘Ik was een vriend tegen het lijf gelopen,’ zei ik. Ik liet haar de flesjes Beck’s zien. Ik was zo slim geweest er twee te bestellen. ‘Maar nu zie ik hem nergens meer. Misschien heeft hij een meisje gevonden.’

Je lachte. Ik bood je het tweede flesje aan. ‘Zonde om het niet op te drinken.’

‘Ik moet echt terug naar Sarah. Ik zou de drankjes halen, maar het is de vraag of ik ooit aan de beurt kom. Ze zit daarginds.’ Je keek naar een tafel in de hoek van het café, waar het lange meisje met het geverfde haar zat te praten met een jonge man. Terwijl we naar hen keken, boog hij zich naar haar toe en kuste hij haar.

‘Wie is die jongen?’ vroeg ik.

Je schudde langzaam je hoofd. ‘Ik heb geen idee.’

‘Dan heeft ze wel erg veel verdriet om haar voormalige vriendje,’ zei ik. Daar moest je om lachen.

‘Dus…’ Ik bood je het flesje weer aan. Je grinnikte, pakte het aan en klonk met me. Je nam een lange teug en likte aan je onderlip toen je het flesje liet zakken. Het was opzettelijk provocatief en ik voelde dat ik hard werd. Je bleef uitdagend naar me kijken toen je nog een slok nam.

‘Ga met me mee naar huis,’ zei ik abrupt. Sarah was verdwenen, vermoedelijk met haar nieuwe vlam. Ik vroeg me af of het hem niet stoorde dat ze zich zo makkelijk liet versieren.

Jij aarzelde een ogenblik, terwijl je naar me bleef kijken, haalde toen je schouders op en gaf me je hand. Het was stampvol in het café en ik hield je hand stevig vast toen ik me tussen de mensen door wurmde. Dat je zo gewillig met me meeging, vond ik zowel opwindend als verontrustend: ik vroeg me onwillekeurig af hoe vaak je dit deed en met wie.

Je huiverde toen we vanuit de benauwde hitte van de Ice Bar in de koude buitenlucht kwamen.

‘Heb je geen jas bij je?’

Je schudde je hoofd. Ik deed mijn colbertje uit en hing het over je schouders toen we naar de auto liepen. Je glimlachte dankbaar naar me en ik voelde me vanbinnen helemaal warm worden.

‘Kun je wel rijden?’

‘Natuurlijk,’ zei ik kortaf. In het begin zwegen we. Je rok was omhoog geschoven toen je was ingestapt. Ik stak mijn hand uit en legde die vlak boven je knie met mijn vingertoppen aan de binnenkant van je dij. Je bewoog je been; het was slechts een fractie, maar nu lag mijn hand op je knie in plaats van op je dij.

‘Je ziet er fantastisch uit.’

‘Vind je? Dank je wel.’

Ik had mijn hand nodig om te schakelen. Toen ik hem weer op je been legde, schoof ik hem iets hoger. Met mijn vingertoppen ­streelde ik heel zachtjes je huid. Ditmaal bewoog je je niet.

Thuis begon je door de woonkamer te lopen en pakte je dingen op om ze te bekijken. Het was irritant en ik zette de koffie zo snel mogelijk. Het was een zinloos ritueel: we hadden er geen van beiden trek in, al zei jij van wel. Ik zette de kopjes op de lage tafel. Je kwam naast me op de bank zitten, half naar mij toe gedraaid. Ik streek je haar achter je oren, hield mijn handen een ogenblik rond je gezicht, boog me toen naar je toe en kuste je. Je reageerde onmiddellijk. Je tong ging door mijn mond en je handen gleden over mijn rug en schouders. Ik duwde je langzaam achterover terwijl ik je bleef kussen, tot je onder me lag. Je sloeg je benen om de mijne. Het was fijn om iemand te hebben die zo gretig was en zo vlot reageerde. Marie was zo weinig geestdriftig geweest dat het soms had geleken alsof ze afwezig was, alsof haar lichaam deed wat het doen moest, terwijl haar geest elders was.

Ik schoof mijn hand over je been naar boven, streelde de zachte, gladde huid van de binnenkant van je dijbeen. Mijn vingertoppen raakten een kanten slipje. Je maakte je mond los van de mijne en schoof iets omhoog op de bank.

‘Niet zo snel,’ zei je, maar ik zag aan je glimlach dat je het niet meende.

‘Ik kan het niet helpen,’ zei ik. ‘Je bent zo mooi. Ik moet wel.’

Een blos verspreidde zich over je gezicht. Ik steunde op mijn elle­boog en schoof je rok naar boven. Langzaam liet ik mijn vinger onder het elastiek van je slipje glijden.

‘Ik heb geen –’

‘Sst,’ zei ik en ik kuste je. ‘Verknoei het niet. Je bent zo mooi, Jennifer. Je windt me zo op.’

Je kuste me terug en speelde geen spelletjes meer. Jij wilde het net zo graag als ik.