42
Ray’s mobieltje ging toen hij bezig was zijn auto op de laatste vrije parkeerplek te manoeuvreren. Hij tikte op de toets om verbinding te maken en rekte zijn hals om te zien hoe ver hij nog achteruit kon.
De commissaris kwam meteen ter zake. ‘De persconferentie over Operatie Falcon wordt vervroegd.’
Ray’s Mondeo botste zachtjes tegen de blauwe Volvo achter hem.
‘Verdomme.’
‘Dat is niet de reactie waarop ik had gehoopt.’ Ray had de commissaris nog nooit zo geamuseerd gehoord. Waarom was ze zo goedgehumeurd?
‘Sorry.’
Hij stapte uit en liet de sleuteltjes in het contact zitten voor het geval de eigenaar van de Volvo weg wilde. De bumper had gelukkig geen schade opgelopen. ‘U zei?’
‘De persconferentie over Operatie Falcon staat gepland voor aanstaande maandag,’ zei Olivia met een voor haar ongekend geduld, ‘maar we gaan die een paar dagen eerder houden. Je hebt vanochtend misschien op het nieuws gezien dat korpsen in diverse steden zijn bekritiseerd voor hun tolerante aanpak van drugsbezit.’
Ah, dacht Ray, dat verklaart haar goede humeur.
‘Dit is dus een ideaal tijdstip om onze “Nee tegen drugs”-campagne te lanceren. We hebben de landelijke pers al ingelicht. Zorg ervoor dat de relevante personen en materialen vanmiddag gereed zijn.’
Het koude zweet brak hem uit. ‘Ik kan vandaag niet,’ zei hij.
Aan de andere kant van de lijn bleef het stil.
Ray wachtte tot de commissaris iets zou zeggen, maar de stilte hield zo lang aan dat hij zich gedwongen zag door te gaan. ‘Ik heb om twaalf uur een afspraak met het hoofd van de school van mijn zoon.’
Er werd gefluisterd dat Olivia nooit naar ouderavonden ging maar die telefonisch afhandelde, dus wist Ray dat dit weinig indruk op haar zou maken.
‘Ray,’ zei ze, nu zonder een spoor van humor, ‘zoals je weet, probeer ik personeel met minderjarige kinderen in alle mogelijke opzichten te helpen en te steunen, en heb ik me ingespannen voor het initiatief om flexibele werktijden voor werkende ouders in te stellen. Maar tenzij ik me sterk vergis, heb jij een echtgenote?’
‘Ja.’
‘Gaat zij naar het onderhoud met het schoolhoofd?’
‘Ja.’
‘Wat is dan het probleem, als ik vragen mag?’
Ray leunde naast de achterdeur tegen de muur en keek naar boven om inspiratie, maar zag alleen donkere wolken.
‘Mijn zoon wordt op school gepest. Nogal erg, schijnt het. Dit is de eerste gelegenheid die we hebben gekregen om daarover met het schoolhoofd te praten sinds de school heeft toegegeven dat er een probleem is, en mijn vrouw wil graag dat ik meega.’ Ray vervloekte zichzelf dat hij het probleem afschoof op Mags. ‘Ik wil er graag bij zijn,’ zei hij. ‘Het is belangrijk.’
Olivia klonk iets milder. ‘Het spijt me dat te horen, Ray. Kinderen zijn vaak een bron van zorgen. Als je naar dat onderhoud wilt gaan, moet je dat uiteraard doen, maar de persconferentie gaat door. Wij kunnen deze publiciteit goed gebruiken om ons te profileren als een progressief zerotolerancekorps. Als jij niet beschikbaar bent, zoek ik een andere woordvoerder. Ik bel je over een uur terug.’
‘Kiezen of delen,’ mompelde Ray, terwijl hij zijn mobieltje in zijn zak stak. Zo eenvoudig was het dus: aan de ene kant zijn carrière, aan de andere kant zijn gezin. Hij liep naar zijn kantoor, deed de deur dicht en ging achter zijn bureau zitten. De persconferentie was belangrijk en hij wist dat de commissaris hem op de proef stelde. Had hij het in zich om hoger op te klimmen binnen het politieapparaat? Hij was daar niet meer zo zeker van. Hij wist niet eens of hij het wilde. Maar volgend jaar zou hij toch echt zijn auto moeten inruilen voor een nieuwe, en binnenkort zouden de kinderen om vakanties in het buitenland gaan zeuren. Mags verdiende een groter huis. Hij had twee intelligente kinderen die hopelijk zouden gaan studeren, maar waar moest hij dat van betalen, tenzij hij hogerop klom? Deze dingen vereisten opofferingen.
Hij haalde diep adem, pakte de telefoon en belde Mags.
De lancering van Operatie Falcon was een succes. Leden van de pers kregen in de conferentiezaal van het hoofdbureau van politie een halfuur durende briefing. De commissaris introduceerde Ray als ‘een van de beste inspecteurs van ons korps’. Ray voelde de invloed van de adrenaline toen hij vragen beantwoordde over de omvang van het drugsprobleem in Bristol, de voorgenomen aanpak door de politie en zijn persoonlijke belofte de veiligheid in de stad te herstellen door alle drugsdealers van de straat te halen. Toen de verslaggever van ITN hem om een samenvattend slotwoord verzocht, keek Ray recht in de camera en zonder haperen zei hij: ‘Er zijn mensen die denken dat ze in onze stad straffeloos drugs kunnen verhandelen. Individuen die denken dat de politie niet in staat is daar iets tegen te doen. Dat hebben ze mis. Wij hebben de middelen en wij zullen niet rusten voordat we alle dealers van de straat hebben gehaald.’ Er klonk een applausje. Ray keek naar de commissaris en zag haar bijna onmerkbaar naar hem knikken. Er waren die ochtend invallen gedaan in zes verdachte woningen, waarbij in totaal veertien personen in hechtenis waren genomen. De huiszoekingen zouden nog uren in beslag nemen en hij was benieuwd hoe het Kate verging, nu hij haar had belast met de verantwoordelijkheid voor het bewijsmateriaal.
Zodra hij de gelegenheid had, belde hij haar.
‘Wat een timing,’ zei ze. ‘Ben je op kantoor?’
‘Ja. Hoezo?’
‘Kun je over tien minuten naar de kantine komen? Ik moet je iets laten zien.’
Hij was er binnen vijf minuten en wachtte vol ongeduld tot Kate breed grijnzend binnenkwam.
‘Koffie?’ vroeg hij.
‘Geen tijd, ik moet terug. Kijk eens.’ Ze gaf hem een transparant zakje waar een lichtblauw kaartje in zat.
‘Zo’n kaartje had Jenna Gray in haar portemonnee,’ zei Ray. ‘Hoe kom je hieraan?’
‘Uit een van de huizen die we aan het doorzoeken zijn. Maar het is niet helemaal hetzelfde.’ Ze streek het plastic glad, zodat Ray kon zien wat erop stond. ‘Zelfde kaartje, zelfde logo, ander adres.’
‘Interessant. Wie woont daar?’
‘Dominica Letts. Ze weigert iets te zeggen zonder dat haar advocaat erbij is.’ Kate keek op haar horloge. ‘Ik moet gaan.’ Ze gaf Ray het zakje. ‘Hou maar, ik heb er nog meer.’ Ze lachte weer en verdween. Ray bekeek het kaartje. Het adres was niets bijzonders – een straat in een woonwijk, net als Grantham Street – maar Ray had het gevoel dat het logo hem iets zou moeten vertellen. Tweemaal het cijfer acht, van onderen doorgesneden en in elkaar geplaatst, als Russische poppetjes.
Ray zag het niet.
Voordat hij naar huis ging, moest hij gaan praten met de arrestatieteams en controleren of alles gereed was voor Gray’s rechtszaak, die morgen werd gehouden. Hij vouwde het zakje dubbel en stak het in zijn zak.
Het was over tienen toen Ray naar huis ging en opeens betwijfelde hij of het de juiste beslissing was geweest toen hij zijn werk boven zijn gezin had verkozen. De hele weg naar huis debatteerde hij hierover met zichzelf en uiteindelijk kwam hij tot de conclusie dat hij de juiste keuze had gedaan. Dat het de enig juiste keuze was geweest. Ja, daar was hij nu van overtuigd. Tot hij naar binnen ging en Mags hoorde huilen.
‘Mags, wat is er?’ Hij liet zijn tas vallen, knielde bij de bank en streek haar haar naar achteren om haar gezicht te kunnen zien. ‘Is er iets met Tom?’
‘Ja!’ Ze duwde zijn handen weg.
‘Wat zeiden ze op school?’
‘Ze denken dat het al meer dan een jaar gaande is, maar ze wilden wachten tot ze bewijs hadden.’
‘En dat hebben ze nu?’
Mags lachte kort. ‘Ja, dat hebben ze nu. Het schijnt allemaal op internet te staan: winkeldiefstal, happy slapping, en nog veel meer. Allemaal gefilmd en op YouTube gezet, zodat de hele wereld kan meekijken.’
Ray voelde zich onpasselijk worden bij de gedachte aan wat Tom allemaal had moeten doorstaan.
‘Slaapt hij nu?’ Ray keek even naar boven.
‘Laten we het hopen. Hij zal wel moe zijn. Ik heb anderhalf uur tegen hem staan schreeuwen.’
‘Wat?’ Ray stond op. ‘Jezus, Mags, heeft de arme jongen niet genoeg te verduren gehad?’ Hij wilde naar boven gaan, maar Mags hield hem tegen.
‘Begrijp je het nog steeds niet?’ vroeg ze.
Ray keek haar niet-begrijpend aan.
‘Jij gaat zo op in je werk dat je blind bent voor wat er in je eigen gezin gebeurt. Tom wordt niet gepest, Ray. Hij is juist degene die anderen pest.’
Dat kwam hard aan.
‘Dan wordt hij daar zeker door iemand toe gedwongen.’
Mags sprak op iets zachtere toon. ‘Nee, Ray, niemand dwingt hem ertoe.’ Ze zuchtte en ging weer zitten. ‘Tom schijnt de leider te zijn van een kleine maar invloedrijke bende. Die bende heeft minstens zes leden, onder wie Philip Martin en Connor Axtell.’
‘Dat verbaast me niet,’ zei Ray grimmig, want die namen waren hem bekend.
‘Op school zeiden ze herhaalde malen dat het Tom is die de lakens uitdeelt. Het was zijn idee om te spijbelen; zijn idee om een hinderlaag te leggen voor de kinderen van de school voor bijzonder onderwijs.’
Ray werd nu echt misselijk.
‘En de spullen onder zijn bed?’ vroeg hij.
‘Gestolen op bestelling, zeiden ze. Niet door Tom, trouwens. Die maakt zelf zijn handen niet vuil.’ Ray had Mags nog nooit zo bitter meegemaakt.
‘Wat moeten we hiermee?’ Als er op zijn werk iets misging, had hij regels waarop hij kon terugvallen. Protocollen, reglementen, handboeken. En een heel team ter ondersteuning. Nu voelde hij zich stuurloos.
‘We gaan dit in orde maken,’ zei Mags. ‘Onze excuses aanbieden aan iedereen die door Tom is mishandeld, alle spullen terugbrengen die hij heeft gestolen, en vooral… uitzoeken waaróm hij het doet.’
Ray zweeg. Hij kon zichzelf er bijna niet toe brengen het te zeggen, maar toen de gedachte zich eenmaal had gevormd, kon hij die niet voor zich houden. ‘Is dit mijn schuld?’ vroeg hij. ‘Komt het omdat ik te weinig aandacht aan hem besteed?’
Mags pakte zijn hand. ‘Niet doen, Ray. Dan word je helemaal gek. Het is net zo goed mijn schuld. Ik was er net zo goed blind voor.’
‘Maar ik zou vaker thuis moeten zijn.’
Dat sprak ze niet tegen.
‘Het spijt me, Mags. Ik beloof je dat het niet zo zal blijven. Als ik eenmaal hoofdinspecteur ben –’
‘Ray, je houdt van je huidige baan.’
‘Ja, maar –’
‘Waarom wil je dan promotie maken? Dan kun je dit werk niet meer doen.’
Ray begreep haar niet. ‘Ik zou het voor ons doen. Zodat we een groter huis kunnen kopen en jij niet hoeft te gaan werken.’
‘Maar ik wil juist gaan werken!’ zei Mags geprikkeld. ‘De kinderen zitten de hele dag op school, jij bent op je werk… Ik wil iets gaan dóén. Sinds ik ben begonnen een nieuwe carrière te plannen heb ik eindelijk weer iets om naar uit te kijken.’ Ze keek Ray aan en haar boosheid verdween. ‘Ach, wat ben je toch een domkop.’
‘Het spijt me,’ zei Ray nogmaals.
Mags kuste hem. ‘Laat Tom vanavond maar. Ik hou hem morgen thuis. Tijd genoeg om met hem te praten. Nu wil ik het alleen over ons tweeën hebben.’
Ray werd wakker toen Mags een kopje thee op zijn nachtkastje zette.
‘Ik dacht dat je wel vroeg zou willen opstaan,’ zei ze. ‘Vandaag begint de rechtszaak tegen Gray toch?’
‘Ja, maar Kate kan wel gaan.’ Ray ging zitten. ‘Ik blijf hier, dan kunnen we samen met Tom praten.’
‘En je grote triomf mislopen? Ben je mal. Ga maar. Tom en ik gaan gewoon wat aanrommelen in huis, net zoals toen hij nog klein was. Volgens mij heeft hij geen behoefte aan iemand die tegen hem praat, maar aan iemand die naar hem luistert.’
Ray verbaasde zich erover hoe slim ze was. ‘Jij zult een uitstekende leerkracht worden, Mags.’ Hij pakte haar hand. ‘Ik verdien jou niet.’
Mags glimlachte. ‘Misschien niet, maar je zit aan me vast.’ Ze kneep in zijn hand en ging weer naar beneden. Terwijl Ray zijn thee opdronk, dacht hij na over al die tijd dat hij zijn werk boven zijn gezin had gesteld en hij besefte tot zijn schaamte dat hij zich niet eens kon herinneren hoelang dat al zo was. Daar moest verandering in komen. Mags en de kinderen kwamen op de eerste plaats. Hij kon er niet over uit dat hij niet had begrepen dat ze juist graag weer wilde gaan werken. Blijkbaar was hij niet de enige die het leven soms saai vond. Mags had er iets aan gedaan door te gaan nadenken over een nieuwe loopbaan. Wat had Ray gedaan? Hij dacht aan Kate en kreeg een kleur.
Hij ging onder de douche, kleedde zich aan en ging naar beneden.
‘Hier is je colbert,’ zei Mags, die ermee uit de zitkamer kwam. Ze wees naar het plastic zakje dat half uit zijn zak stak. ‘Wat is dit?’
Ray haalde het eruit en gaf het aan haar. ‘Iets wat misschien te maken heeft met de Jenna Gray-zaak. Ik probeer erachter te komen wat het logo betekent.’
Mags hief het zakje op om het kaartje te bekijken. ‘Het zijn twee mensen,’ zei ze meteen. ‘De ene houdt zijn armen om de andere heen geslagen.’
Ray’s mond viel open. Hij keek naar het kaartje en zag nu wat Mags had beschreven. Wat hij had aangezien voor het onafgemaakte cijfer acht, was een grafische afbeelding van een hoofd en bovenlichaam; de armen omvatten een kleiner figuurtje.
‘Natuurlijk!’ zei hij. Hij dacht aan het huis in Grantham Street met de dubbele sloten op de deur en de gordijnen die ervoor zorgden dat er niemand naar binnen kon kijken. Hij dacht aan Jenna Gray en de angst die haar ogen nooit verliet, en langzaam begon zich een beeld te vormen.
Hij hoorde iemand de trap af komen. Het was Tom en hij keek erg benauwd. Ray staarde hem aan. Maandenlang had hij gedacht dat zijn zoon een slachtoffer was, terwijl het tegendeel waar was.
‘Ik heb het helemaal mis,’ zei hij hardop.
‘Wat heb je mis?’ vroeg Mags. Maar Ray liep al naar buiten.