85
Eerder die middag, toen iedereen aan boord het druk had met de voorbereidingen voor Vermulens expeditie, was Alix de pantry binnengeglipt en had een grote plastic vuilniszak, een aantal kleinere plastic zakjes en een paar meter draad gepakt. Nu waren de mannen allemaal weg en was zij alleen in de hut; ze bereidde haar vlucht voor.
Ze droeg een badjas, met daaronder een badpak. Het jacht lag ongeveer tweehonderd meter voor de kust voor anker. Alix was een uitstekend zwemster en voelde dat ze die afstand gemakkelijk kon overbruggen, zelfs met de plastic zak die ze om haar middel zou bevestigen. Ze nam het absolute minimum mee van wat ze nodig had: haar portefeuille, paspoort en telefoon; een sweater; een spijkerbroek en haar lichtste paar platte instappertjes. Behalve de spijkerbroek en de sweater was elk voorwerp apart in een plastic zakje verpakt, waarna ze alles in de vuilniszak had gedaan, die ze dichtplakte met plakband. Ze was van plan om een uur of één ’s nachts te vertrekken, wanneer er maar één man de wacht hield op de brug. Als ze erin slaagde de kust te bereiken, kon ze tegen de tijd dat de zon opkwam allang weg zijn.
Er werd op de deur geklopt en ze hoorde de stem van de steward: ‘Mevrouw Vermulen?’
Ze schoof de zak onder haar kussen en riep terug. ‘Ja?’
‘Een boodschap van uw man, mevrouw. De kapitein heeft me gevraagd hem u persoonlijk te overhandigen.’
‘Ik kom eraan…’
Ze liep naar de deur en deed hem open. Daar stond de steward. Maar hij hield geen boodschap in zijn hand. In plaats daarvan richtte hij een pistool op haar en er klonk geen spoortje onderdanigheid meer in zijn stem toen hij zei: ‘Trek wat kleren aan. U gaat een tochtje maken.’
Ze stapte achteruit de kamer in en hield de deur verder open om hem binnen te laten. Wat de steward betreft was zij niets anders dan het kleine blonde vrouwtje. Hij was volledig overdonderd toen ze de deur in zijn gezicht smeet, die weer opentrok en hem keihard in zijn kruis trapte. Terwijl hij dubbel klapte van pijn, stapte Alix naar voren en stootte haar knie in zijn gezicht. Ze had geen idee waarom de bemanning zich opeens tegen haar had gekeerd, maar ze had nu geen tijd om daar te lang bij stil te staan. Ze rende naar het bed, griste de vuilniszak mee en rende de gang op.
De slaapkamer bevond zich op het grote dek. Alix rende door de salon waar Vermulen zijn bijeenkomst had gehouden, naar buiten. Ze had de reling van het achterschip al bereikt en wilde net overboord springen, toen er een luid geweervuur losbarstte, en een hele serie kogels de planken vloer voor haar voeten doorboorde.
Toen ze opkeek zag ze de kapitein aan de reling van het bovendek staan, en over de loop van een automatisch geweer heen op haar neer staan kijken.
‘Ik zou daar maar blijven staan, mevrouw Vermulen,’ zei hij. ‘Anders gaat het volgende salvo dwars door u heen.’