82
Het was middag op de Adriatische Zee. De afgelopen drie uur was Vermulen samen met Marcus Reddin, zijn directe ondergeschikte, bezig geweest om de informatie van de bommenlijst om te vormen tot een werkbare missie. Het communicatiesysteem van het jacht was gebruikt om kaarten en plattegronden te downloaden. Er waren telefoongesprekken gevoerd met contactpersonen die waren geleverd door Pavel Novak en de Nederlander, Jonny Koolhaas.
Nu zaten ze met z’n negenen in de grote salon: Vermulen, Alix, de Italiaanse geleerde Frankie Riva, Marcus Reddin en de vijf mannen die onder hem stonden. De ruimte was zorgvuldig gecontroleerd op afluisterapparatuur en er was een beeldscherm neergezet, waar Vermulen nu bij stond, met een afstandsbediening in zijn hand. Hij wilde net beginnen toen er zachtjes op de deur werd geklopt en een steward zijn hoofd om het hoekje van de deur stak.
‘Neem me niet kwalijk dat ik u stoor, generaal, maar de kapitein dacht dat u misschien wat versnaperingen wilde hebben. Ik heb koffie, vruchtensapjes en wat hartige hapjes, als u wilt.’
Vermulen stond op het punt het aanbod af te slaan, toen hij de gezichten van Reddins mannen zag oplichten met die instinctieve bereidheid van elke soldaat om elk aanbod van eten en drinken te accepteren, op elk tijdstip van de dag.
‘Natuurlijk, kom binnen,’ zei hij en de steward reed een karretje naar binnen dat was volgeladen met verleidelijke hapjes en de geur van verse koffie verspreidde. De volgende paar minuten gingen verloren aan het volschenken van kopjes en het volladen van bordjes.
‘Is iedereen er klaar voor?’ vroeg Vermulen ten slotte. ‘Goed dan, heren, laat me jullie informeren over jullie missie.
Wat wij vanavond gaan doen kan in potentie de loop van de geschiedenis veranderen. Wij hebben de kans om een enorme slag toe te brengen aan niet één, maar twee van de grootste bedreigingen die de wereld op dit moment kent: verdwaalde nucleaire bommen en internationaal terrorisme. En zo gaan we het doen.’
Hij drukte op een knopje van de afstandsbediening en op het scherm verscheen een kaart van een aan alle kanten door land omgeven gebied in de vorm van een ruw getekende, onregelmatige diamant dat op het breedste punt zo’n zestienhonderd kilometer breed was.
‘Dit is de provincie Kosovo, dat op dit moment deel uitmaakt van de Federale Republiek Joegoslavië. Het ligt in het binnenland, ruwweg honderddertig kilometer van de kust van de Adriatische Zee in het westen. Kosovo verkeert op dit moment in het eerste stadium van een beginnende burgeroorlog tussen de meerderheid van de bevolking, etnische Albanezen – dat daar is Albanië, daar aan de zuidwestgrens met Kosovo – en de minderheid, de Serviërs – dat is Servië, in het noordoosten. Om een lang verhaal kort te maken, de Serven overheersen de Albanezen en daar zijn de Albanezen niet blij mee. Zij willen van Kosovo een onafhankelijke staat maken. De Serviërs willen hen niet laten gaan.
Wat heeft dit nu met ons te maken? Simpel. De Albanese zaak wordt gekaapt door islamitische terroristen, net zoals dat met de vrijheid is gebeurd in Afghanistan. Deze terroristen, die over de hele wereld actief zijn, vormen duidelijk een actueel gevaar voor de Verenigde Staten, een gevaar dat onze regering meent te moeten negeren. En dat gevaar is des te groter omdat er sprake is van een kleinschalige nucleaire bom, hier in Kosovo, die daar tien jaar geleden door de Russen is geplaatst. Hij wordt niet bewaakt en ligt in een koffer te wachten tot er iemand langskomt die hem vindt. Wij kunnen niet toestaan dat die bom in terroristische handen valt. Dus die iemand, dat zijn wij.’
‘Godallemachtig,’ mompelde Maroni. ‘Nu snap ik waarom we zo goed worden betaald.’
Vermulen schetste in het kort wat de bedoeling was. Later die middag zouden ze op zee een rendez-vous hebben met een vissersboot die alle wapens aan boord had die ze nodig zouden hebben. Vervolgens zou het jacht Kroatische wateren binnenvaren en aanleggen in een afgelegen baai bij het dorpje Molunat in zuidelijk Kroatië, vlak bij de grens met de Joegoslavische provincie Montenegro. Zodra het ging schemeren, zo rond halfacht, zouden ze aan land gaan, waar ze zouden worden opgewacht door een gids. Hij zou de voertuigen bij zich hebben die nodig waren om hen de tweehonderd kilometer over land naar hun bestemming te brengen, het administratiegebouw van de loodsmelterij van Zvecan, die deel uitmaakte van het uitgestrekte Trepca-mijnencomplex in het noorden van Kosovo, waar de bom zich bevond. Reddin en zijn team zouden de wacht houden, terwijl Riva zijn spectrometer gebruikte om de geheime bergplaats van de bom te vinden.
Zodra hij was gevonden, zou Vermulen een korte verklaring afleggen, op video, waarin hij zou beschrijven wat hij had aan getroffen en waar. Hij zou de gevaren voor mondiale veiligheid benadrukken van een dodelijke combinatie van internationaal terrorisme en onbeveiligde, kleinschalige nucleaire wapens. Vervolgens zou de bom, onder streng toezicht van Riva, naar hun voertuigen worden overgebracht, waarna ze nog honderd kilometer door zouden rijden naar de grens met de naburige republiek Macedonië, waar NAVO-troepen waren gestationeerd. De laatste paar kilometer moesten wellicht te voet worden afgelegd, om te voorkomen dat ze door grenswachten zouden worden opgemerkt. Zodra de videoverklaring aan de pers was vrijgegeven, teneinde te voorkomen dat de zaak in de doofpot zou verdwijnen, zou de bom worden overgedragen, samen met aanvullende informatie, die tot op dat moment veilig aan boord van het jacht zou blijven.
Vermulen keek de hele ruimte rond en keek de mannen een voor een recht in de ogen.
‘Ik vermoed dat er na het vrijgeven van onze verklaring aan de wereldpers en het leveren van bewijzen aan de Amerikaanse regering twee dingen zullen volgen. Ten eerste zal er serieus actie worden ondernomen om alle vermiste wapens op te sporen. En ten tweede zal de reactie van de media, en het Amerikaanse volk – sterker nog, alle volkeren ter wereld – onze politici dwingen om eindelijk eens wakker te worden en actie te ondernemen om ons te beschermen tegen de dreiging van mondiale terreur. Als wij nu een halt kunnen toeroepen aan het islamitische terrorisme, zullen wij de wereld een veiliger plek maken voor onze gezinnen, onze buren, voor iedereen. Doen we dat niet, dan zie ik de toekomst met angst en beven tegemoet.
Heren,’ besloot hij, ‘deze missie is in wezen heel eenvoudig. We moeten een afstand afleggen die korter is dan die van Boston naar New York. We moeten op onze hoede zijn voor Servische eenheden en voor troepen van het Kosovaarse Bevrijdingsleger, en wegversperringen van leger of politie zien te vermijden. Maar als we goed uitkijken, is er geen enkele reden waarom we geweld zouden moeten gebruiken. Met de bom zelf kan niets gebeuren. Zonder activeringscode zal hij niet ontploffen en ook geen gevaarlijke straling afgeven.
Dus rust wat uit, probeer wat te slapen. We hebben een lange nacht voor de boeg.’
Boven op de brug had de kapitein radiocontact met een privévliegtuigje, dat op dit moment in noordwestelijke richting vloog, na twee uur eerder vanuit San Antonio te zijn opgestegen. ‘Hebt u dat allemaal gehoord, meneer?’ vroeg hij.
‘Absoluut, kapitein, woord voor woord. Hoe hebt u dat voor elkaar gekregen? Ik had gedacht dat Vermulen wel bijdehand genoeg was om op afluisterapparatuur te controleren.’
‘Dat heeft hij ook gedaan, meneer. Hij heeft voor de bijeenkomst de hele salon onderzocht. Maar we hebben hem wat versnaperingen aangeboden en een afluisterapparaatje in het deksel van de koffiepot verstopt. Dat werkte prima.’
‘Inderdaad, kapitein. Ik bel u later nog met nieuwe instructies over een ander karweitje dat u nog voor me kunt opknappen.’
‘In orde, meneer. Ik kijk ernaar uit.’
Waylon McCabe leunde achterover met een gevoel van tevredenheid dat zo diep was dat het bijna de pijn overstemde van de tumoren die van binnenuit zijn lichaam wegvraten. Over een paar minuten zou hij Dusan Darko in Belgrado bellen om hem de informatie door te geven die hij nodig zou hebben om Vermulen te onderscheppen en hem de bom te ontfutselen. De operatie zou met de grootste voorzichtigheid moeten worden aangepakt. McCabe wilde het wapen intact en Vermulen levend en wel in handen krijgen. Ook dokter Francesco Riva mocht niets overkomen. Vanaf het moment dat Vermulen hem over die ontmoeting in Rome had verteld, had McCabe al geweten dat de deskundigheid van de Italiaan van cruciaal belang zou zijn voor zijn plannen.
Het was nu de zaterdag voor Pasen: nog maar één dag voordat Armageddon zou losbarsten, Christus de strijder uit de hemel zou neerdalen en hij zou worden meegevoerd naar het eeuwige leven. Goed, er zouden mensen onder lijden. Maar dat kon McCabe niet schelen. Hij had genoeg mensen om veel slechtere redenen gedood.