35
Dokter Geisel had Carver al gewaarschuwd dat hij nog een lange weg te gaan had voordat hij zich als genezen kon beschouwen. Er was altijd een kans op een terugval. Daarbij kon hij ook nog rekenen op plotselinge, heftige stemmingswisselingen.
Hij begon te begrijpen wat de psychiater had bedoeld. Het was een rit van amper vijf minuten naar de Bierkeller, maar zodra de Volvo zich in beweging zette begon het sterke, zelfverzekerde gevoel weg te ebben, kwam zijn onrust terug en voelde hij weer die spanning in zijn ingewanden en zijn schouderspieren. Carver haalde een paar keer langzaam en diep adem en draaide zijn hoofd door zijn kin op te tillen, een rondje te maken en te eindigen met zijn kin bij na op zijn borst; wanneer zijn hoofd omlaag kwam ademde hij uit en wanneer hij zijn kin omhoog bracht weer in.
‘Alles in orde?’ vroeg Larsson, die achter het stuur zat.
‘Jawel, ik probeer gewoon een beetje rustig te worden.’
‘Ik zou nu wel eens willen weten wat er in de kliniek is gebeurd.’
Carver zuchtte diep terwijl hij met gesloten ogen zijn hoofd liet zakken. Zo bleef hij even zitten, waarna hij zijn gezicht vertrok en Larsson aankeek.
‘Iemand heeft geprobeerd me te vermoorden.’
‘En…?’
‘En iemand anders kan nu elk moment zijn lichaam ontdekken, dus houd je mond, rij door, en help me om Alix te vinden.’
Opeens bracht Larsson de wagen tot stilstand. Hij bleef doodstil zitten, terwijl Carver hem toebeet: ‘Wat doe je nou, verdomme?’
Zonder enige waarschuwing stak Larsson zijn rechterhand uit, greep Carver bij zijn keel en duwde hem met geweld tegen de zijkant van de wagen.
Carver worstelde om zich te bevrijden, maar zijn lichaam werd gehinderd door de veiligheidsgordel en zijn voeten zaten klem.
‘Ik houd niet van mensen die grof tegen me zijn.’ Larsson klonk alsof hij een misverstand uit de weg ruimde, iets duidelijk wilde maken: ‘Dus let op je woorden, oké?’ Hij ontspande zijn greep en trok langzaam zijn arm terug, zonder ook maar een ogenblik zijn blik van Carver af te wenden.
‘Oké,’ zei Carver, ‘mijn excuses. Ik wil alleen Alix maar terug.’
‘Dat kan zijn, maar niet nu.’
‘Waarom niet?’
‘Omdat je niet in vorm bent. Kijk nu eens naar jezelf, ik kon je met één hand grijpen. Je stemming gaat op en neer als een jojo. Je kunt de trappen van je appartement niet beklimmen zonder buiten adem te raken. Het zal nog weken duren voordat je weer fit bent.’
Carver sloeg zijn ogen neer in stilzwijgende erkenning.
‘Oké, misschien heb je gelijk… misschien. Maar ik kan toch niet op mijn reet blijven zitten en niets doen? Al kom ik er alleen maar achter waar ze mee bezig was, waar ze was voordat ze verdween, dat is in elk geval iets. Luister, die biertent kan elk moment sluiten en ik kan morgen niet terugkomen, want dan ben ik de stad uit. Ik ga alleen even naar binnen, drink wat en stel een paar vragen, niks aan de hand. Geloof me, ik ga heus niet vechten.’
‘Godzijdank,’ zei Larsson en startte de motor weer.