30
Het was even voor halfzes in de namiddag en Clément Marchand stond op het punt zijn kantoor in de Montagny-Dumas-kliniek te verlaten, toen hij een telefoontje kreeg van een man met een Russisch accent. Marchand kreeg te horen dat zijn vrouw was gegijzeld. Bij wijze van bevestiging werd de hoorn lang genoeg bij haar gezicht gehouden om hem ervan te overtuigen dat de paar gesnikte woorden die hij hoorde afkomstig waren van zijn Marianne.
‘Alstublieft, doe haar geen pijn,’ stamelde hij. En toen: ‘Wat wilt u van mij?’
Marchand kreeg een paar eenvoudige instructies. Ten eerste werd hem verzekerd dat dit geen gewone kidnapping was. De ontvoerders van zijn vrouw waren niet op geld uit. Derhalve hadden zij geen motivatie om haar in leven te houden. Als hij weigerde te doen wat zij hem opdroegen, op exact de aangegeven tijd, of ook maar de geringste poging deed contact op te nemen met de autoriteiten, zouden ze haar vermoorden.
‘Ik doe alles!’ riep hij uit. ‘Vertel maar wat ik moet doen!’
‘Blijf op kantoor,’ zei de stem aan de andere kant van de lijn. ‘Verzin maar een excuus. Om exact halftwaalf vannacht bel je de dienstdoende verpleegster op de derde verdieping van de kliniek. Je zegt tegen haar dat je haar wilt spreken. Als ze protesteert, dring je aan. Zeg maar dat je een foutje hebt ontdekt in de lijsten van medicijnen die aan de patiënten worden toegediend. Zeg wat je wilt. Het enige wat telt is dat de verpleegster tussen halftwaalf en kwart voor twaalf in jouw kantoor moet zijn, in jouw aanwezigheid, en niet op haar post. Daarna kan ze gewoon weer teruggaan. Om middernacht kun je de kliniek verlaten en naar huis rijden. Als alles goed gaat, zal je vrouw daar ongedeerd op je wachten.’
‘Dank u, dank u.’ Marchand huilde bijna van opluchting.
‘Je kunt ons beter pas bedanken wanneer je taak is volbracht,’ zei de stem. ‘En dan nog iets. Mocht je ooit besluiten iemand over dit gesprek te vertellen, of over wat er met je vrouw is gebeurd, dan zullen wij dat weten. En zullen jullie allebei worden koud gemaakt.’
Marchand legde de telefoon neer, veegde het zweet van zijn voorhoofd en zei tegen zijn secretaresse dat hij nog wat bleef werken, maar dat zij op haar gewone tijd naar huis mocht.
Carvers herstel was niet onopgemerkt gebleven in Moskou, evenmin als de mogelijke consequenties. Adjunct-directeur Olga Zhukovskaya had haar staf duidelijk gemaakt dat zij wilde dat de kwestie onmiddellijk werd aangepakt. Nu volgden zij haar bevelen op.