16
Toen ze in de passpiegel keek, haar net gesprayde haar wat liet opbollen, haar borsten wat beter in het korset stopte en de snit bekeek van het korte zwarte jasje dat ze zojuist had ontvreemd, voelde Alix zich als herboren. Voor het eerst in maanden herkende zij het gezicht weer dat haar vanuit de spiegel aankeek en was ze blij met wat ze zag. Het was alsof ze een stel verloren gewaande vrienden had teruggevonden, niet alleen haar uiterlijk, maar ook haar zelfverzekerdheid, haar zelfvertrouwen en zelfs macht. De slonzige, onderdrukte vrouw die zij vanmorgen nog was geweest, was verdwenen. Dit was de echte Alexandra Petrova.
Tevreden met haar geslaagde gedaanteverwisseling, stopte zij haar oude jeans, T-shirt, sjaal, hoed en tas in een van de hotelwaszakken die in de garderobekast van de suite lagen. Ze kon ze eigenlijk niet missen, maar ze vormden een noodzakelijk offer. Alleen haar jas, en de portemonnee die ze in een van de zakken had gestopt, zou ze bij zich houden. Vervolgens liep ze de badkamer van de suite binnen, nam een tissue uit een doos, veegde alle oppervlakken schoon die ze had aangeraakt en spoelde het doekje door het toilet. Toen pakte ze nog een tissue, voor de deurknop, en verliet de suite, met medeneming van haar jas, portemonnee en de waszak.
De suite bevond zich aan het einde van de gang, naast de nooduitgang. Toen ze erlangs liep, meende Alix voetstappen te horen. Ze opende de deur op een kier en luisterde. Ja, het waren beslist voetstappen, van verschillende personen, die de trap op kwamen. Ze mompelde een Russische verwensing. Het hoofd van de huishouding moest haar vermiste sleutel hebben aangegeven. Ze zaten achter haar aan.
Ze keek de gang in. Als er mannen de trap op kwamen, zouden anderen de lift nemen. Ze hoopte dat ze nog voldoende tijd had. Terwijl ze de jas en de zak bij de deur liet liggen, rende ze de suite weer in. Een paar openslaande deuren voerden van de zitkamer naar een balkon met een prachtig uitzicht over de stad. Ze gooide de deuren wijd open, rende toen naar de badkamer, wikkelde de sleutelkaart in toiletpapier, om hem te laten zinken, en trok hem door. Toen stormde ze naar de deur, die ze open liet staan.
De voetstappen vanuit het trappenhuis klonken nu nog luider. Waarschijnlijk bevonden ze zich al op de verdieping onder haar.
Alix begon naar de lift te lopen. Onderweg hing ze nog snel de waszak om de deurknop van een andere kamer. Het huishoudelijke personeel zou hem meenemen en alles wassen wat erin zat, waarmee elk spoor van haar identiteit zou verdwijnen.
Toen de liftdeuren opengingen en het hoofd beveiliging van het hotel en zijn mannen naar buiten kwamen, stond zij al te wachten. Alle mannen zagen een wulpse blondine nonchalant tegen de gangmuur geleund staan, met haar handen op haar rug en haar tieten half uit een sexy korset. Niemand van hen zag een dief met een jas in haar handen. Tegen de tijd dat de liftdeuren achter hen dicht gleden was zij al langs hen heen geglipt en drukte op het knopje voor de begane grond.
Alix slenterde naar de hotelbar. De blikken van mannen verwarmden haar als zonneschijn en deden haar opbloeien. De vrouwenogen waren een uitdaging die ze aandurfde. Haar rug was rechter, haar kin trots geheven en haar manier van lopen net iets verleidelijker in haar strak gesneden rokje en torenhoge hakken. Ze dacht aan de laatste keer dat ze dit had gedaan en de nacht die daarop was gevolgd. Toen bestelde ze een kir royale.
‘Zet maar op rekening van kamer 138,’ zei ze tegen de barman, terwijl ze op een kruk aan de bar ging zitten. ‘De naam is Schultz.’
Ze keek met geoefende blik om zich heen, op zoek naar de beste slachtoffers. Haar ogen bleven rusten op een man die alleen aan een tafeltje zat, aan de andere kant van de bar. Zijn donkere haar, achterover gekamd over een gebruinde maar kalende schedel, begon een beetje grijs te worden aan de slapen. Zijn donkerblauwe pak was onberispelijk, zijn zijden stropdas perfect gekozen bij het hemelsblauwe katoenen overhemd. Het horloge was een gouden marinemodel, aan een glimmend bruin leren bandje. Hij was, kortom, de belichaming van mondaine, middelbare, Europese rijkdom. En hij keek Alix aan met een glimlach om zijn mond die deed vermoeden dat hij exact wist wat zij van plan was. En daar absoluut niets op tegen had.
Ze deed net alsof ze geen aandacht aan hem besteedde. Maar vanuit haar ooghoeken, zag ze hem een kelner wenken en deze een velletje papier overhandigen. Nog geen halve minuut later werd er een vers, bruisend glas kir voor haar neergezet. Onder het glas lag een briefje. Het enige wat erop stond was: Ponti, 446, 10 min.’ Tegen de tijd dat ze omkeek om te bevestigen dat ze de boodschap had gekregen, was zijn tafeltje leeg. Ze was onder de indruk. Deze man was net zo ervaren als zij.
Nu lag de deal dus op tafel. Het enige wat ze nu nog hoefde te doen was naar boven gaan en haar aandeel van een beschaafde, volwassen transactie vervullen. Al haar jaren van ervaring, en zijn eigen kalme inschatting van de situatie, vertelden haar dat Ponti een bekwame, ervaren minnaar was. Hij zou niet krenterig of terughoudend zijn. Als de avond naar wens verliep en hij was een regelmatige bezoeker van de stad, bestond de kans dat hij een vaste regeling zou voorstellen. Haar financiële veiligheid zou gegarandeerd zijn en daarmee ook Carvers behandeling. Beter had ze het zich niet kunnen wensen.
En dat was nu precies wat haar deed inzien dat ze dit eenvoudig niet kon doorzetten. Ze kon zichzelf niet langer voor de gek houden. En wat nog belangrijker was, op die voorwaarden kon ze Carver niet redden. Ze probeerde zich voor te stellen wat hij zou denken als hij wist waar ze mee bezig was. Zou hij zeggen dat ze het toch moest doen?
Die vraag was snel beantwoord.
Ze verliet de bar, haalde haar jas uit de garderobe en liep het hotel uit. Ze voelde zich totaal verslagen.
Al haar hervonden zelfvertrouwen was verdwenen, zodat ze zich nog verlorener voelde dan eerst. Ze had geprobeerd haar toekomst in eigen hand te nemen, de man van wie ze hield te redden, maar haar pogingen waren op niets uitgelopen. Haar nederlaag was compleet.