83
Nadat Saga Bauer in het Löwenströmska-ziekenhuis was gearriveerd, heeft de geheime onderzoeksgroep Athena Promachos twee uur lang naar haar maaggeluiden zitten luisteren.
‘Als er nu toevallig iemand binnenkomt, dan denkt ie vast dat we een of andere spirituele sekte zijn,’ zegt Corinne met een glimlachje.
‘Het is best mooi,’ vindt Johan Jönson.
‘Ontspannend,’ zegt Nathan glimlachend.
De hele groep zit met halfgesloten ogen naar de zacht borrelende, sissende geluiden te luisteren.
Plotseling klinkt er een gebrul waardoor de luidsprekers bijna opgeblazen worden. Dat is als Saga de microfoon uitbraakt. Johan Jönson stoot zijn colablikje om en Nathan Pollock begint te beven.
‘Nu zijn we in elk geval wakker,’ zegt Corinne lachend, en haar jaden armband rinkelt gezellig als ze met een wijsvinger over haar wenkbrauw strijkt.
‘Ik bel Joona,’ zegt Nathan.
‘Goed.’
Corinne Meilleroux opent haar laptop en schrijft het tijdstip in het journaal. Corinne is vierenvijftig en van Frans-Caribische afkomst. Ze is slank en draagt altijd een op maat gemaakt tweedelig pakje met een zijden topje onder het jasje. Haar gezicht is ernstig, met geprononceerde jukbeenderen en smalle slapen. Het zwarte haar met grijze strengen draagt ze altijd opgestoken met een haarklem in de nek.
Corinne Meilleroux heeft twintig jaar bij Europol gewerkt en zeven jaar voor de Zweedse veiligheidsdienst in Stockholm.
*
Joona staat in de ziekenhuiskamer voor Mikael Kohler-Frost. Reidar zit op een stoel en houdt de hand van zijn zoon vast. Vier uur lang hebben de drie met elkaar gesproken en geprobeerd nieuwe details te vinden die informatie geven over de plaats waar Mikael samen met zijn zus gevangen werd gehouden.
Er is niets nieuws boven water gekomen en Mikael ziet er vermoeid uit.
‘Je moet slapen,’ zegt Joona.
‘Nee,’ antwoordt Mikael.
‘Al is het maar even,’ zegt de commissaris glimlachend, en hij zet de opname stop.
Mikaels ademhaling klinkt al zwaar en gelijkmatig als Joona de krant uit zijn jaszak haalt en hem voor Reidar op tafel legt.
‘Ik weet dat je me gevraagd hebt het niet te doen,’ zegt Reidar en hij kijkt Joona vastberaden aan. ‘Maar hoe kan ik leven met mezelf als ik niet echt alles heb gedaan wat in mijn vermogen ligt?’
‘Ik begrijp je wel,’ knikt Joona. ‘Maar het kan tot problemen leiden en daar moet je op voorbereid zijn.’
De door een computer bewerkte foto van hoe Felicia er nu waarschijnlijk uitziet, beslaat een hele pagina van de krant.
Een jonge vrouw die op Mikael lijkt, met hoge jukbeenderen en donkere ogen. Haar zwarte haar hangt verward langs haar bleke, ernstige gezicht.
Met grote letters staat er dat Reidar een beloning van twintig miljoen kronen uitlooft voor de tip die naar Felicia’s verblijfplaats leidt.
‘Er komen nu al bergen mails en telefoontjes binnen,’ zegt Joona. ‘We proberen alles na te trekken, maar... De meeste mensen bedoelen het vast goed, ze menen iets gezien te hebben, maar er zijn er ook een heleboel die gewoon rijk hopen te worden.’
Reidar vouwt de krant langzaam dicht, fluistert iets in zichzelf en kijkt dan op.
‘Joona, ik doe alles, wat dan ook, ik... Mijn dochter heeft zo lang opgesloten gezeten en misschien sterft ze zonder dat...’
Zijn stem breekt en hij moet zijn gezicht een poosje afwenden.
‘Heb jij kinderen?’ vraagt hij bijna zonder stem.
Voordat Joona een leugen op kan dissen, gaat de telefoon in zijn jasje. Hij verontschuldigt zich, neemt op en hoort Nathans vriendelijke stem meedelen dat Athena Promachos verbonden is met de beveiligde eenheid.