182
Saga richt haar pistool door het raam naar buiten en ziet Reidar Frost in het lichtschijnsel. Hij houdt de noodfakkel vast, bloedt stroomt langs zijn lichaam, hij wankelt, lijkt te vallen maar gooit dan de fakkel weg.
Saga veegt bloed uit haar wenkbrauwen en ziet het lichtschijnsel roterend in een hoge boog door de duisternis vliegen, ze volgt de vlam met haar blik en ziet hem landen in de sneeuw. In het witte schijnsel kan ze Jurek Walter duidelijk onderscheiden. Hij sleept Mikael mee. Ze zijn meer dan honderd meter van haar verwijderd.
Het is ver, maar Saga zoekt steun tegen de raamsponning en richt.
Jurek loop weg. Het vizier trilt voor haar ogen. De zwarte gestalte zwaait heen en weer in de schootslijn.
Saga probeert het wapen stil te houden. Ze ademt langzaam, knijpt de trekker voorbij de eerste weerstand, ziet Jureks hoofd wegglijden.
De scherpte verdwijnt voortdurend en ze knippert snel met haar ogen.
Het volgende moment is de hoek beter en ze knijpt drie keer in de trekker terwijl het vizier zich in een ietwat neergaande reeks beweegt.
De harde, korte knallen echoën tussen het landhuis en de stal.
Saga ziet net dat in elk geval een van de kogels Jureks hals raakt. Het bloed spuit eruit en blijft in het felle, witte licht als een rode nevel voor hem hangen.
Ze schiet meerdere keren en ziet dat hij Mikael loslaat, ziet hem vallen in het donker en verdwijnen.
Saga loopt achteruit weg bij het raam, draait zich om en rent de geheime deur door.
Ze vliegt de trappen af. Het pistool in haar hand slaat rinkelend tegen de spijlen. Ze bereikt de keuken, rent door de zalen en door de grote hal naar buiten, de sneeuw in. Hijgend en met geheven pistool nadert ze het lichtschijnsel. Verderop ziet ze het zwarte water van de stroomversnelling glanzen als een metalige barst in het witte landschap.
Ze ploetert door de diepe sneeuw en probeert iets te zien in het donker, in de richting van het bos.
Het licht van de fakkel is zwakker, zo meteen zal het doven. Mikael ligt op zijn zij in de sneeuw te hijgen. Aan de rand van het flikkerende schijnsel zijn bloedspatten te zien, maar er ligt geen lichaam.
‘Jurek,’ fluistert ze terwijl ze het lichtschijnsel in loopt, en dan ziet ze zijn sporen in de sneeuw.
Saga’s hoofd doet verschrikkelijk zeer, maar ze pakt de fakkel, tilt hem hoog op en gaat verder. Het schijnsel flakkert voor haar uit. Schaduw en licht vallen over de sneeuw en plotseling ziet ze vanuit haar ooghoek een beweging.
Jurek komt overeind en ploetert verder.
Saga schiet voordat ze ook maar kan richten. De kogel gaat dwars door zijn bovenarm en hij wankelt opzij, valt bijna en zet een paar passen op de steile helling naar de stroomversnelling.
Saga volgt hem met geheven fakkel. Ze ziet hem weer, richt en schiet drie keer in zijn borst.
Jurek slaat achterover, recht over de verijsde rand in het zwarte water van de stroomversnelling. Saga schiet terwijl hij valt en schampt zijn wang en oor.
Hij wordt meegezogen in het water, ze rent erheen en weet hem nog in zijn voet te schieten voordat hij verdwijnt. Saga verwisselt het magazijn, glibbert over de steile helling, valt en slaat met haar rug tegen de grond, belandt onder de sneeuw, krabbelt overeind en schiet in het zwarte water. Ze schijnt met de fakkel over de wervelingen van de stroomversnelling. Het licht dringt door het oppervlak heen, voorbij draaiende belletjes naar de donkerbruine bodem. Iets groots tuimelt rond en plotseling ziet ze een glimp van het rimpelige gezicht tussen stenen en zwaaiende waterplanten.
Saga schiet nog een keer en een wolk van bloed verspreidt zich in het donkere water. Ze richt en blijft schieten, haalt het magazijn eruit, drukt er een nieuw in en schiet weer. Het mondingsvuur weerkaatst in het voortjagende water. Ze loopt stroomafwaarts langs de rand en blijft schieten tot haar kogels op zijn en het lichaam van Jurek Walter onder het ijs verdwijnt op de plek waar de stroomversnelling breder wordt.
Hijgend blijft Saga langs de kant staan terwijl de fakkel opbrandt en er een smeulende rode gloed overblijft.
Ze staart in het water terwijl de tranen over haar wangen stromen als bij een vermoeid kind.
De eerste zonnestralen komen net boven de boomtoppen uit en warm ochtendlicht stroomt over het fonkelende sneeuwlandschap. Het knetterende geluid van een helikopter komt dichterbij en Saga begrijpt dat het eindelijk voorbij is.