16
De deur slaat hard tegen de betonnen wand en stuit dan terug. Joona loopt verder naar binnen terwijl hij het magazijn verwisselt. De acht personen in de belendende kamer verplaatsen hun blik allemaal van het breedbeeldscherm naar hem.
‘Zesenhalve seconde tot het eerste schot,’ zegt een van hen.
‘Dat is veel te langzaam,’ antwoordt Joona.
‘Maar Markus zou het pistool sneller losgelaten hebben als je elleboog hem echt geraakt had,’ zegt een lange man met kaalgeschoren hoofd.
‘Ja, daar had je wat tijd mee gewonnen,’ glimlacht een vrouwelijke bevelvoerder.
De scène is al in herhaling zichtbaar op het scherm. Joona’s gespannen schouderspier, de soepele voorwaartse bewegingen, de lijn van het oog en de korrel terwijl de trekker ingedrukt wordt.
‘Echt ongelofelijk indrukwekkend,’ zegt de groepsbevelhebber en hij plaatst zijn beide handpalmen in een breed gebaar op tafel.
‘Voor een smeris,’ maakt Joona zijn zin af.
Ze lachen, leunen achterover en de groepsbevelhebber krabt met rood kleurende wangen aan zijn neuspuntje.
Joona Linna pakt een glas mineraalwater aan. Hij weet nog niet dat alles wat hij vreest binnenkort als een vuurstorm zal oplaaien. Hij heeft nog geen vermoeden van het kleine vonkje dat naar een zee van benzine dwarrelt.
Joona Linna bevindt zich in de vesting Karlsborg om de Bijzondere Operatiegroep te onderwijzen in man-tegen-mangevechten. Dat doet hij niet omdat hij een daartoe opgeleid instructeur is, maar omdat hij in Zweden waarschijnlijk de persoon is met de meeste ervaring met de technieken die zij moeten leren. Toen Joona achttien was, vervulde hij zijn dienstplicht hier in Karlsborg als paratroeper en hij werd onmiddellijk na de basisopleiding gerekruteerd voor een nieuwe speciale eenheid voor operatieve taken die niet opgelost konden worden door conventionele eenheden of wapensystemen.
Hoewel hij het leger lang geleden heeft verlaten om aan de politieacademie te gaan studeren, gebeurt het nog steeds dat hij ’s nachts droomt over zijn tijd als paratroeper. Dan is hij terug in het transportvliegtuig, hoort hij het oorverdovende bulderen en staart hij door het hydraulische luik naar buiten. De schaduw van het vliegtuig loopt als een grijs kruis over het bleke water diep onder hem. In zijn droom rent hij de laadklep af en springt hij de koude lucht in, hij hoort hoe het giert in de hanglijnen, voelt de ruk aan het harnas en bungelt voorover als de parachute opengaat. Het water komt met enorme snelheid dichterbij. De zwarte rubberboot slaat schuimend tegen de golven ver onder hem.
Joona is in Nederland geschoold in effectieve man-tegen-mangevechten met messen, bajonetten en pistolen. Hij is erin getraind om verschillende omstandigheden te benutten en innovatief te zijn in het gebruik van voorwerpen als wapens. De doelgerichte technieken waren een gespecialiseerde gevechtsmethode met de Hebreeuwse naam Krav Maga.
‘We beginnen altijd met deze situatie en daarna maken we het in de loop van de dag steeds moeilijker,’ zegt Joona.
‘Zoals twee mensen neerschieten met één kogel?’ glimlacht de lange man met het kaalgeschoren hoofd.
‘Dat kan niet,’ zegt Joona.
‘We hebben gehoord dat jij dat hebt gedaan,’ werpt de vrouw nieuwsgierig tegen.
‘Nee hoor,’ zegt Joona glimlachend, en hij haalt zijn hand door zijn warrige blonde haar.
De telefoon in zijn binnenzak gaat. Hij ziet aan het nummer dat het Nathan Pollock van de rijksrecherche is. Nathan weet waar Joona is en zou alleen bellen als het om iets belangrijks gaat.
‘Neem me niet kwalijk,’ zegt Joona en hij neemt op.
Hij drinkt het glas water leeg en luistert eerst glimlachend en dan ernstig. Plotseling trekt alle kleur uit zijn gezicht weg.
‘Is Jurek Walter nog altijd opgesloten?’ vraagt hij.
Zijn hand trilt zo hevig dat hij het waterglas op tafel moet zetten.