Epiloog
Twee dagen later loopt Saga Bauer door het Rådhuspark naar het hoofdkwartier van de veiligheidsdienst Säpo. Vogels kwetteren in de struiken en de besneeuwde bomen.
Het haar op haar hoofd groeit weer aan. Ze heeft twaalf hechtingen in haar slaap en vijf in haar linkerwenkbrauw.
Gisteren belde haar baas Verner Zandén om te zeggen dat ze vanmorgen om acht uur op zijn kamer moest aantreden om de eremedaille van de veiligheidsdienst in ontvangst te nemen.
De plechtigheid bevreemdt haar. Er zijn drie mensen gestorven op het landgoed Råcksta en het lichaam van Jurek Walter is diep onder het ijs geraakt en weggedreven naar het meer.
Voor ze uit het ziekenhuis werd ontslagen, heeft ze Joona opgezocht. Hij lag met afwezige blik in bed en antwoordde geduldig toen ze vroeg waarom Jurek Walter en zijn broer deden wat ze hebben gedaan.
Joona lag te bibberen alsof hij nog steeds onderkoeld was terwijl hij langzaam uitlegde wat er allemaal achter zat.
In 1960 is Vadim Levanov met zijn zoons Igor en Roman uit Leninsk gevlucht na het catastrofale ongeluk waarbij een intercontinentale raket op het lanceerplatform explodeerde. Via velerlei omwegen belandde hij in Zweden, kreeg een werkvergunning en werkte in de grote grindgroeve in Rotebro. In het geheim had hij zijn kinderen bij zich in de gastarbeiderswoning, ’s avonds onderwees hij ze en overdag hield hij ze verborgen. Vader Levanov hoopte Zweeds staatsburger te worden en zo een nieuwe kans in het leven te krijgen voor zichzelf en zijn kinderen.
Joona had om een glas warm water gevraagd en toen Saga zich naar hem toe boog om hem te helpen drinken, voelde ze dat hij rilde alsof hij het koud had, hoewel zijn lichaam gloeide.
Saga denkt eraan terug dat Reidar vertelde hoe hij de tweeling bij het meer Edssjön had ontmoet en met ze had gespeeld. De tweeling had hem meegenomen naar de groeve en hoewel het verboden was, speelden ze in de enorme bergen gezeefd zand. Op een avond werd Reidar door de voorman op het terrein gesnapt. Hij was zo bang voor straf dat hij de oudere jongens de schuld gaf en hun huis aanwees.
De tweeling kwam in handen van de kinderbescherming en aangezien ze in geen enkel Zweeds register voorkwamen, werd de zaak doorgeschoven naar de vreemdelingendienst.
Joona vroeg een verpleegkundige om zo’n verwarmde deken en vertelde Saga dat tweelingbroer Igor indertijd longontsteking had en in het ziekenhuis lag, terwijl Roman werd teruggestuurd naar Kazachstan. Aangezien hij daar geen familie had, kwam hij in een kindertehuis in Pavlodar terecht.
Vanaf zijn dertiende werkte hij op de aken in de rivier de Irtysj en tijdens de onrust die ontstond na de destalinisatie werd hij onder dwang gerekruteerd door een Tsjetsjeense militiegroep. Ze namen de vijftienjarige jongen mee naar een buitenwijk van Grozny en maakten een soldaat van hem.
‘De broers kwamen in verschillende landen terecht,’ zei Joona zacht.
‘Jezus, dat is echt niet normaal,’ fluisterde Saga.
Zweden had in die tijd geen standaardprotocol voor vluchtelingenopvang. Er werden fouten gemaakt en zodra Igor aan de beterende hand was van zijn longontsteking werd hij naar Rusland gestuurd. Hij kwam in kindertehuis Internaat 67 terecht, in de wijk Koezminki in Zuidoost-Moskou en kreeg het stempel debiel doordat hij vanwege zijn ziekte achtergebleven was in zijn ontwikkeling. Toen Roman na vele jaren als soldaat Tsjetsjenië ontvluchtte en erin slaagde Igor op te sporen, trof hij hem volledig gebroken aan in de psychiatrische Serbski kliniek.
Saga is zo in gedachten verzonken over de tweelingbroers dat ze niet merkt dat Corinne Meilleroux tegelijk met haar bij de veiligheidsdeuren van het hoofdkwartier aankomt. Ze botsen bijna tegen elkaar op. Corinnes dikke haar is opgestoken en ze draagt een zwarte trenchcoat en laarzen met hoge hakken. Saga is zich bij wijze van uitzondering bewust van haar eigen kleren. Misschien had ze deze keer toch iets anders moeten aantrekken dan haar gebruikelijke spijkerbroek en gevoerde parka.
‘Heel erg indrukwekkend,’ zegt Corinne glimlachend, en ze omhelst Saga.