34

Mikael huilt als de sederende medicatie zijn bloed in gaat. Zijn lichaam ontspant, zijn huilen klinkt steeds vermoeider en verstomt volledig in de seconden voor hij de slaap in glijdt.

Joona voelt zich wonderlijk leeg vanbinnen als hij de ziekenhuiskamer verlaat en zijn telefoon pakt. Hij blijft staan, haalt adem en belt de Naald, die de uitgebreide forensische secties heeft verricht op de lichamen die in het Lill-Jansskogen zijn gevonden.

‘Nils Åhlén,’ klinkt het aan de telefoon.

‘Zit je nu achter je computer?’

‘Joona Linna, leuk dat je belt,’ zegt de Naald met zijn nasale stem. ‘Ik zat met gesloten ogen in de warmte van het scherm. Fantaseerde dat ik een gezichtsbruiner had gekocht.’

‘Kostbare dagdroom.’

‘Wie wat bewaart heeft wat.’

‘Zou je wat oude verslagen willen bekijken?’

‘Bel Frippe, dan helpt hij je verder.’

‘Dat gaat niet.’

‘Hij weet net zoveel als...’

‘Het gaat over Jurek Walter,’ valt Joona hem in de rede.

Het is een hele poos stil.

‘Ik heb gezegd dat ik het daar nooit meer over wil hebben,’ zegt de Naald beheerst.

‘Een van zijn slachtoffers is levend opgedoken.’

‘Zeg dat niet.’

‘Mikael Kohler-Frost... Hij heeft de veteranenziekte, maar komt er waarschijnlijk bovenop.’

‘In welk verslag ben je geïnteresseerd?’ vraagt de Naald met een nerveuze scherpte in zijn stem.

‘De man in de ton had immers de veteranenziekte,’ gaat Joona verder. ‘Maar had de jongen die bij hem lag ook sporen van legionellabacteriën?’

‘Waarom vraag je je dat af?’

‘Als er een verband bestaat, zou je een lijst kunnen maken van de plaatsen waar die bacteriën zitten, en dan...’

‘Dat zijn miljoenen plaatsen,’ onderbreekt de Naald hem.

‘Oké...’

‘Joona, je moet begrijpen dat... dat ook als er legionellabacteriën in andere rapporten voorkomen, dat op geen enkele manier bewijst dat Mikael slachtoffer van Jurek Walter zou zijn.’

‘Dus er zaten legionellabacteriën in...’

‘Ja, in het bloed van de jongen heb ik antilichamen tegen de bacterie gevonden, hij had waarschijnlijk pontiackoorts gehad,’ zegt de Naald en hij slaakt een zucht. ‘Ik weet dat je gelijk wilt krijgen, Joona, maar niets van wat je zegt is genoeg om...’

‘Mikael Kohler-Frost zegt dat hij Rebecka heeft gezien,’ onderbreekt Joona hem.

‘Rebecka Mendel?’ vraagt de Naald, en zijn stem trilt even.

‘Ze waren samen opgesloten,’ bevestigt Joona.

‘Dus... je had overal gelijk in, Joona,’ zegt de Naald, en het klinkt alsof hij bijna moet huilen. ‘Je hebt er geen idee van hoe opgelucht ik ben nu ik dat hoor.’

Hij slikt hard in de hoorn en fluistert dat ze ondanks alles het juiste hebben gedaan.

‘Ja,’ zegt Joona eenzaam.

De Naald en hij hadden het juiste gedaan toen ze lang geleden het auto-ongeluk voor de vrouw en dochter van Joona in scène hadden gezet.

Twee verongelukte personen werden in plaats van Lumi en Summa gecremeerd en begraven. Met behulp van vervalste tandkaarten had de Naald de identiteit van de doden verwisseld. Hij had zich altijd zorgen gemaakt dat hetgeen waarmee hij Joona hielp niet het juiste was. Hij geloofde en vertrouwde Joona, maar het besluit was zo groot, zo noodlottig, dat de twijfel hem nooit met rust had gelaten.

 

*

 

Joona durft het ziekenhuis niet te verlaten voordat er twee geüniformeerde politieagenten komen om Mikaels kamer te bewaken. In de gang onderweg naar buiten belt hij Nathan Pollock en zegt dat ze iemand moeten sturen om Mikaels vader te halen.

‘Ik weet zeker dat het Mikael is,’ zegt hij. ‘En ik ben ervan overtuigd dat hij al die jaren de gevangene van Jurek Walter is geweest.’

Hij stapt in de auto, rijdt langzaam weg bij het ziekenhuis terwijl de ruitenwisserbladen sneeuw van de voorruit vegen.

Mikael Kohler-Frost was tien toen hij verdween – pas toen hij drieëntwintig was, lukte het hem te ontsnappen.

Soms gebeurt het dat gevangenen vluchten, zoals Elisabeth Fritzl in Oostenrijk, die ontsnapte na vierentwintig jaar als seksslaaf in de kelder van haar vader opgesloten te zijn geweest. Of Natascha Kampusch, die haar ontvoerder na acht jaar wist te ontvluchten.

Joona denkt dat Mikael net als Elisabeth Fritzl en Natascha Kampusch moet hebben gezien wie hem gevangen hield. Plotseling bestaat er een mogelijk einde. Over een paar dagen, zodra hij genoeg is opgeknapt, zou Mikael de weg moeten kunnen wijzen naar de plaats waar hij al die jaren opgesloten was.

De banden razen als Joona de sneeuwstrook in het midden kruist en een bus inhaalt. Hij passeert het Riddarhuset en ziet de stad zich weer openen met de dichte vallende sneeuw tussen de zwarte lucht en het donkere water.

De handlanger weet natuurlijk dat Mikael is ontsnapt en hem kan ontmaskeren, denkt Joona. Waarschijnlijk heeft hij al geprobeerd sporen uit te wissen en heeft hij een andere schuilplaats gevonden, maar als Mikael hen naar de plek kan brengen waar hij gevangen is gehouden, zullen de technisch rechercheurs sporen vinden, en dan is de jacht geopend.

Er is nog een lange weg te gaan, maar Joona’s hart begint toch sneller te kloppen in zijn borst.

De gedachten zijn zo revolutionair dat hij de auto midden op de brug aan de kant moet zetten. Een automobilist toetert geïrriteerd. Joona stapt uit, loopt het trottoir op en inhaleert de koude lucht tot diep in zijn longen.

Een migrainesteek doet hem naar voren wankelen en steun zoeken bij de reling. Hij sluit zijn ogen even, wacht en voelt de pijn wegtrekken, waarna hij zijn ogen weer opent.

Miljoenen en miljoenen sneeuwvlokken storten door de lucht omlaag en verdwijnen op het zwarte wateroppervlak alsof ze nooit hebben bestaan.

Het is te vroeg om de gedachte zelfs maar af te maken, maar hij weet toch wat alles betekent. Zijn hele lichaam wordt zwaar van deze kennis. Als het hem lukt de handlanger te pakken, zal de dreiging jegens Summa en Lumi voorbij zijn.

Slaap
5143b04e8fcc66.html
5143b04e8fcc67.html
5143b04e8fcc68.html
5143b04e8fcc69.html
5143b04e8fcc610.html
5143b04e8fcc611.html
5143b04e8fcc612.html
5143b04e8fcc613.html
5143b04e8fcc614.html
5143b04e8fcc615.html
5143b04e8fcc616.html
5143b04e8fcc617.html
5143b04e8fcc618.html
5143b04e8fcc619.html
5143b04e8fcc620.html
5143b04e8fcc621.html
5143b04e8fcc622.html
5143b04e8fcc623.html
5143b04e8fcc624.html
5143b04e8fcc625.html
5143b04e8fcc626.html
5143b04e8fcc627.html
5143b04e8fcc628.html
5143b04e8fcc629.html
5143b04e8fcc630.html
5143b04e8fcc631.html
5143b04e8fcc632.html
5143b04e8fcc633.html
5143b04e8fcc634.html
5143b04e8fcc635.html
5143b04e8fcc636.html
5143b04e8fcc637.html
5143b04e8fcc638.html
5143b04e8fcc639.html
5143b04e8fcc640.html
5143b04e8fcc641.html
5143b04e8fcc642.html
5143b04e8fcc643.html
5143b04e8fcc644.html
5143b04e8fcc645.html
5143b04e8fcc646.html
5143b04e8fcc647.html
5143b04e8fcc648.html
5143b04e8fcc649.html
5143b04e8fcc650.html
5143b04e8fcc651.html
5143b04e8fcc652.html
5143b04e8fcc653.html
5143b04e8fcc654.html
5143b04e8fcc655.html
5143b04e8fcc656.html
5143b04e8fcc657.html
5143b04e8fcc658.html
5143b04e8fcc659.html
5143b04e8fcc660.html
5143b04e8fcc661.html
5143b04e8fcc662.html
5143b04e8fcc663.html
5143b04e8fcc664.html
5143b04e8fcc665.html
5143b04e8fcc666.html
5143b04e8fcc667.html
5143b04e8fcc668.html
5143b04e8fcc669.html
5143b04e8fcc670.html
5143b04e8fcc671.html
5143b04e8fcc672.html
5143b04e8fcc673.html
5143b04e8fcc674.html
5143b04e8fcc675.html
5143b04e8fcc676.html
5143b04e8fcc677.html
5143b04e8fcc678.html
5143b04e8fcc679.html
5143b04e8fcc680.html
5143b04e8fcc681.html
5143b04e8fcc682.html
5143b04e8fcc683.html
5143b04e8fcc684.html
5143b04e8fcc685.html
5143b04e8fcc686.html
5143b04e8fcc687.html
5143b04e8fcc688.html
5143b04e8fcc689.html
5143b04e8fcc690.html
5143b04e8fcc691.html
5143b04e8fcc692.html
5143b04e8fcc693.html
5143b04e8fcc694.html
5143b04e8fcc695.html
5143b04e8fcc696.html
5143b04e8fcc697.html
5143b04e8fcc698.html
5143b04e8fcc699.html
5143b04e8fcc6100.html
5143b04e8fcc6101.html
5143b04e8fcc6102.html
5143b04e8fcc6103.html
5143b04e8fcc6104.html
5143b04e8fcc6105.html
5143b04e8fcc6106.html
5143b04e8fcc6107.html
5143b04e8fcc6108.html
5143b04e8fcc6109.html
5143b04e8fcc6110.html
5143b04e8fcc6111.html
5143b04e8fcc6112.html
5143b04e8fcc6113.html
5143b04e8fcc6114.html
5143b04e8fcc6115.html
5143b04e8fcc6116.html
5143b04e8fcc6117.html
5143b04e8fcc6118.html
5143b04e8fcc6119.html
5143b04e8fcc6120.html
5143b04e8fcc6121.html
5143b04e8fcc6122.html
5143b04e8fcc6123.html
5143b04e8fcc6124.html
5143b04e8fcc6125.html
5143b04e8fcc6126.html
5143b04e8fcc6127.html
5143b04e8fcc6128.html
5143b04e8fcc6129.html
5143b04e8fcc6130.html
5143b04e8fcc6131.html
5143b04e8fcc6132.html
5143b04e8fcc6133.html
5143b04e8fcc6134.html
5143b04e8fcc6135.html
5143b04e8fcc6136.html
5143b04e8fcc6137.html
5143b04e8fcc6138.html
5143b04e8fcc6139.html
5143b04e8fcc6140.html
5143b04e8fcc6141.html
5143b04e8fcc6142.html
5143b04e8fcc6143.html
5143b04e8fcc6144.html
5143b04e8fcc6145.html
5143b04e8fcc6146.html
5143b04e8fcc6147.html
5143b04e8fcc6148.html
5143b04e8fcc6149.html
5143b04e8fcc6150.html
5143b04e8fcc6151.html
5143b04e8fcc6152.html
5143b04e8fcc6153.html
5143b04e8fcc6154.html
5143b04e8fcc6155.html
5143b04e8fcc6156.html
5143b04e8fcc6157.html
5143b04e8fcc6158.html
5143b04e8fcc6159.html
5143b04e8fcc6160.html
5143b04e8fcc6161.html
5143b04e8fcc6162.html
5143b04e8fcc6163.html
5143b04e8fcc6164.html
5143b04e8fcc6165.html
5143b04e8fcc6166.html
5143b04e8fcc6167.html
5143b04e8fcc6168.html
5143b04e8fcc6169.html
5143b04e8fcc6170.html
5143b04e8fcc6171.html
5143b04e8fcc6172.html
5143b04e8fcc6173.html
5143b04e8fcc6174.html
5143b04e8fcc6175.html
5143b04e8fcc6176.html
5143b04e8fcc6177.html
5143b04e8fcc6178.html
5143b04e8fcc6179.html
5143b04e8fcc6180.html
5143b04e8fcc6181.html
5143b04e8fcc6182.html
5143b04e8fcc6183.html
5143b04e8fcc6184.html
5143b04e8fcc6185.html
5143b04e8fcc6186.html
5143b04e8fcc6187.html
5143b04e8fcc6188.html
5143b04e8fcc6189.html
5143b04e8fcc6190.html
5143b04e8fcc6191.html
5143b04e8fcc6192.html
5143b04e8fcc6193.html
5143b04e8fcc6194.html
5143b04e8fcc6195.html
5143b04e8fcc6196.html
5143b04e8fcc6197.html
5143b04e8fcc6198.html
5143b04e8fcc6199.html
5143b04e8fcc6200.xhtml