21
Als de twee kinderen inderdaad slachtoffer van deze seriemoordenaar waren en Joona en Samuel er gelijk in hadden dat hij binnenkort ook zou proberen een van de ouders te vermoorden, waren ze genoodzaakt een keuze te maken.
Ze besloten de bewaking rond Roseanna Kohler te concentreren.
Ze was ingetrokken bij haar zus in de wijk Gärdet in Stockholm.
Haar zus woonde met haar vierjarige dochter in een witte meergezinswoning aan de Lanforsvägen 25 in de buurt van Lill-Jansskogen.
Om beurten bewaakten Joona en Samuel ’s nachts het witte huis. Een week lang zat een van hen tot het licht werd even verderop in de straat in een auto.
Op de achtste dag zat Joona achterovergeleund in de auto en zag hij zoals altijd hoe de mensen in het huis aanstalten maakten om naar bed te gaan. De lampen gingen een voor een uit in een patroon dat hij had leren herkennen.
Een vrouw in een zilverkleurig donzen jack liep het gebruikelijke rondje met haar golden retriever, en daarna werd het ook achter de laatste ramen donker.
Joona’s auto stond in het donker op de Porjusvägen tussen een vuilwitte pick-up en een rode Toyota.
In de achteruitkijkspiegel zag hij besneeuwde bosjes en een hoog hek voor een elektriciteitshuisje.
De woonwijk voor hem lag er volkomen stil bij. Door de voorruit nam hij het statische schijnsel van de straatlantaarns op, de trottoirs en de zwarte ramen van de huizen.
Hij begon plotseling bij zichzelf te glimlachen toen hij eraan dacht hoe hij die avond met zijn vrouw en dochtertje had gegeten voor hij hierheen was gekomen. Lumi had haast met eten om Joona verder te kunnen onderzoeken.
‘Ik wil eerst mijn bord leegeten,’ probeerde hij.
Maar Lumi had haar ernstige gezicht opgezet en sprak met haar moeder over zijn hoofd heen en vroeg of hij zijn tanden zelf poetste.
‘Hij doet het heel goed,’ antwoordde Summa.
Ze vertelde met een glimlachje dat al Joona’s tanden al door waren en at ondertussen. Lumi stopte een stuk keukenpapier onder zijn kin, probeerde een vinger in zijn mond te stoppen en zei tegen hem dat hij zijn mond wijd open moest doen.
De gedachten aan Lumi vervaagden toen er plotseling een lamp aanging in de woning van de zus. Joona zag Roseanna in haar flanellen nachthemd telefoneren.
De lampen achter het raam gingen weer uit.
Er verstreek een uur, maar de wijk lag er verlaten bij.
Het begon koud te worden in de auto toen Joona een gestalte in de achteruitkijkspiegel zag. Een in elkaar gedoken figuur kwam aangelopen door de lege straat.