26
De avond voor de rechtszaak aten Joona, Summa en Lumi bij Samuel en zijn gezin. Toen ze begonnen te eten had de zon door de linnen gordijnen naar binnen geschenen, maar nu was het donker geworden. Rebecka stak een kaars op tafel aan en blies de lucifer uit. Het schijnsel flakkerde over haar glanzende ogen met de ene wonderlijke pupil. Ooit had ze uitgelegd dat het dyscorie werd genoemd en niet gevaarlijk was, met dat oog zag ze net zo goed als met het andere.
De rustige maaltijd werd besloten met een donkere honingkoek en daarna kreeg Joona een keppeltje voor tijdens het dankgebed Birkat hamazon.
Het was de laatste keer dat hij Samuels gezin zag.
Welopgevoed speelden de jongens een poosje met de kleine Lumi voordat Joshua opging in een computerspelletje en Ruben naar zijn kamer verdween om op zijn klarinet te oefenen.
Rebecka ging aan de achterkant van het huis naar buiten om te roken en Summa hield haar gezelschap met het wijnglas in haar hand.
Joona en Samuel ruimden de tafel af en begonnen onmiddellijk over het werk en de rechtszaak van de dag erop te praten.
‘Ik ben er morgen niet bij,’ zei Samuel ernstig. ‘Ik weet het niet, ik ben niet bang, maar ik heb het gevoel dat mijn ziel besmet raakt... dat die elke seconde in zijn nabijheid vuiler wordt.’
‘Ik weet zeker dat hij schuldig is,’ zei Joona.
‘Maar?’
‘Ik denk dat hij een medeplichtige heeft.’
Samuel zuchtte en zette de borden in de gootsteen.
‘We hebben een seriemoordenaar gestopt,’ zei hij. ‘Een eenzame gek die...’
‘Hij was niet alléén bij het graf toen wij kwamen,’ viel Joona hem in de rede.
‘Jawel, dat was hij wel,’ glimlachte Samuel en hij begon de borden af te spoelen.
‘Het is niet ongebruikelijk dat een seriemoordenaar een handlanger heeft,’ wierp Joona tegen.
‘Nee, maar helemaal niets wijst erop dat Jurek Walter tot die groep zou behoren,’ zei Samuel opgeruimd. ‘We hebben ons werk gedaan, we zijn klaar, maar jij, Joona, moet een wijsvinger in de lucht steken en
zeggen.’
‘Doe ik dat?’ vroeg Joona glimlachend. ‘Wat betekent het?’
‘Maar misschien geldt het tegenovergestelde.’
‘Dat kun je altijd overal aan toevoegen,’ knikte Joona.