Dankwoord

Iedereen weet dat een tweede boek een hachelijke onderneming is en dit boek zou er niet gekomen zijn zonder de steun, begeleiding en praktische bijstand van heel veel behulpzame mensen. Mijn oprechte dank gaat uit naar Guy Mayhew, David Shipperlee, Sam Blackburn, Gary Ferguson, Darren Woods en Joanna Harvey voor hun hulp bij de research. Eventuele fouten komen geheel voor mijn rekening en ik heb mezelf veel literaire vrijheden veroorloofd. In het bijzonder dank ik Andrew Robinson, die zo veel van zijn tijd in het boek heeft gestoken dat ik hem er een plaats in heb gegeven.

Dank aan Charlotte Beresford, Merilyn Davies en Shane Kirk voor de plotbesprekingen en bètalezingen en aan Sally Boorman, Rachel Lovelock en Paul Powell, die tijdens de veiling ruimhartig hebben geboden op het recht enkele personages een naam te geven.

Het leven van een schrijver is vaak eenzaam. Het mijne is zeer verrijkt door de gemeenschappen op Twitter, Instagram en Facebook, waar de leden altijd klaarstaan met opbeurende woorden, virtuele glazen champagne en suggesties voor proefnamen. Zowel in mijn online als in mijn echte leven sta ik altijd weer te kijken van de gulheid van de mensen in het thrillervak, waar ik zo veel aan heb. Schrijvers zijn geweldige mensen.

Ik heb het geluk vertegenwoordigd te worden door de beste agent die er is, Sheila Crowley, en ik ben er apetrots op dat ik bij Curtis Brown hoor. Een speciaal woord van dank voor Rebecca Ritchie en Abbie Greaves voor hun steun.

Ik zou niet half de schrijver zijn die ik ben zonder het talent en inzicht van mijn redacteur, Lucy Malagoni. Het is een genot om met haar te werken. Het team van Little, Brown is ongelooflijk en mijn dank gaat uit naar Kirsteen Astor, Rachel Wilkie, Emma Williams, Thalia Proctor, Anne O’Brien, Andy Hine, Kate Hibbert en Helena Doree voor hun enthousiasme en toewijding.

Er zou een prijs moeten bestaan voor familieleden van schrijvers, die te maken krijgen met stemmingswisselingen, deadlines, aangebrand eten en te laat op school komen. Bij gebrek aan medailles gaan mijn liefde en dank naar Rob, Josh, Evie en George, die mijn leven lichter en mijn boeken mogelijk maken.

Ten slotte dank ik uit de grond van mijn hart de boekverkopers, bibliotheken en lezers die een succes hebben gemaakt van Mea culpa, omdat ze het zo mooi vonden. Daar ben ik heel dankbaar voor en ik hoop dat jullie van Ik zie jou net zo zullen genieten.