We zijn allemaal gewoontedieren.
Zelfs jij.
Elke dag pak je dezelfde jas en je vertrekt elke morgen op dezelfde tijd. Je hebt voorkeursplaatsen in de bus en de trein; je weet precies welke roltrap het snelst gaat, door welk poortje je moet en bij welke kiosk de kortste rij staat.
Die dingen weet je; en ik weet ze ook.
Ik weet dat je dezelfde krant koopt in dezelfde winkel; je melk op een vast moment in de week. Ik weet langs welke route je de kinderen naar school brengt; welk binnenweggetje je neemt op weg naar zumba-les. Ik weet in welke straten je afscheid neemt van je vriendinnen na een vrijdagavond in de pub en ik weet dat je de rest van de weg naar huis alleen loopt. Ik ken het circuit van vijf kilometer dat je zondagmorgen hardloopt en de plek waar je stopt om te stretchen.
En al die dingen weet ik omdat het nooit in je is opgekomen dat er iemand naar je kijkt.
Routine is je troost. Het is bekend, vertrouwd.
Door die routine voel je je veilig.
Die routine zal je dood worden.