29
Het interieur van Espress Oh! was weinig aantrekkelijk en dat maakte de claim op de ruit, DE BESTE KOFFIE VAN LONDEN, een beetje onwaarschijnlijk. De deur klemde maar gaf uiteindelijk toe, zodat Kelly met kracht naar binnen struikelde.
‘Bewakingscamera!’ zei ze triomfantelijk tegen Nick en ze wees op een sticker op de muur waarop stond: LACHEN NAAR HET VOGELTJE! met een afbeelding van een camera ernaast. Binnen was het veel groter dan je zou verwachten en op bordjes aan de muur stond dat er boven ook nog zitjes waren. Een wenteltrap leidde naar wat waarschijnlijk de toiletten waren, afgaande op de voortdurende stroom mensen die van boven naar beneden liepen. Het was er behoorlijk lawaaierig en de gesprekken moesten opboksen tegen het grote zilverkleurige koffieapparaat op de toonbank.
‘We willen de manager graag spreken.’
‘Dan ben je niet de enige.’ Het meisje achter de kassa had een Australisch accent, zodat alles wat ze zei een vraag leek. ‘Als u een klacht wilt indienen hebben we daar formulieren voor, ja?’
‘Wie heeft vandaag de leiding?’ vroeg Kelly en ze klapte haar legitimatie open zodat haar penning zichtbaar werd.
Het meisje was niet onder de indruk. Langzaam en gedecideerd keek ze het café door. Er waren twee andere barista’s, een veegde de tafels schoon en de andere stapelde met zo’n snelheid en fanatisme kopjes in een industriële vaatwasser dat het Kelly verbaasde dat ze heel bleven. ‘Dat ben ik, denk ik. Mijn naam is Dana.’ Ze veegde haar handen af aan haar schort. ‘Jase, wil jij even op de kassa letten? We gaan wel even naar boven.’
Op de eerste verdieping van Espress Oh! stonden leren banken die comfortabel leken, maar die te hard en te glimmend waren om lang op te blijven zitten.
Dana keek verwachtingsvol van Nick naar Kelly. ‘Wat kunnen we voor jullie doen?’
‘Hebben jullie hier wifi?’ vroeg Nick.
‘Natuurlijk, wilt u de code?’
‘Op dit moment niet, dank je. Kunnen klanten daar gratis gebruik van maken?’
Dana knikte. ‘We worden geacht de code zo nu en dan te veranderen, maar zo lang als ik hier ben is hij al hetzelfde en dat bevalt de vaste klanten uitstekend. Ze vinden het vervelend als ze steeds om de code moeten vragen en wij hebben er dan ook meer werk aan, snapt u?’
‘We zoeken iemand die een paar keer op jullie netwerk heeft ingelogd,’ zei Kelly. ‘In verband met een ernstige misdaad.’
Dana’s ogen werden groot. ‘Moeten we ons zorgen maken?’
‘Ik denk niet dat jullie hier in gevaar zijn, maar het is heel belangrijk dat we hem zo snel mogelijk vinden. Ik zag bij het binnenkomen dat jullie een bewakingscamera hebben – mogen we naar de beelden kijken?’
‘Natuurlijk. De monitor staat in het kantoor van de manager, komt u maar.’ Ze volgden haar naar een deur aan de andere kant van de ruimte, waar ze snel een aantal cijfers intoetste op een toetsenbordje dat op het deurkozijn zat. Ze liet ze binnen in een kamer die niet veel groter was dan een bezemkast, met daarin een bureau met een computer, een stoffige printer en een in-bakje met rekeningen en afleverstrookjes. Op een plank boven de computer stond een zwart-witmonitor met een flakkerend beeld van de camera. Kelly herkende de balie die ze boven hadden gezien en de glanzende koffiemachine.
‘Hoeveel camera’s hebben jullie?’ vroeg Kelly. ‘Kunnen we ook nog vanuit een andere hoek kijken?’
‘Het is er maar één, weet je?’ zei Dana.
Ze zagen Jase, de jongen aan wie Dana de kassa had overgedragen, een stomende latte op een zwart dienblad zetten. Je kon net het profiel van zijn klant zien, voor ze wegdraaiden.
‘Dus de enige camera staat gericht op de kassa?’ vroeg Kelly.
Dana leek uit het veld geslagen. ‘De eigenaar denkt dat we allemaal met onze handen in de kassa zitten. Het is hetzelfde in de hele keten. Vorig jaar hebben we problemen gehad met asociaal gedrag en toen hebben we de camera op de voordeur gericht. De baas ging door het lint. Nu laten we het maar zo. Geen slapende honden wakker maken, hè?’
Nick en Kelly wisselden een teleurgestelde blik.
‘Ik wil graag alle beelden die jullie van vorige maand hebben,’ zei Kelly. Ze wendde zich tot de inspecteur. ‘Toezicht?’
Hij knikte. ‘We onderzoeken een ernstig misdrijf,’ zei Nick tegen Dana, ‘dus misschien moeten we een paar weken een extra camera plaatsen. Als dat gebeurt, is het van het grootste belang dat de klanten dat niet merken, wat betekent,’ hij keek Dana streng aan, ‘dat er zo min mogelijk mensen van op de hoogte moeten zijn.’
Dana keek doodsbenauwd. ‘Ik zal het tegen niemand zeggen.’
‘Dankjewel. Je bent erg behulpzaam geweest,’ zei Kelly, al was de moed haar in de schoenen gezonken. Elke keer dat ze dachten dat ze een sterke aanwijzing hadden gevonden die hen dichter naar de man achter de website zou brengen, liep het op niks uit. Ze konden naar de beelden van de bewakingscamera kijken op het tijdstip dat de dader op de wifi was ingelogd, maar doordat negentig procent van het beeld werd ingenomen door de werknemers, was de kans op een positieve identificatie erg klein.
Toen ze het café uit liepen piepte de mobiel van Kelly. ‘Bericht van Zoë. Ze werkt voorlopig thuis; ze wilde me even laten weten dat ze niet bereikbaar is op kantoor.’
Nick keek haar waarschuwend aan. ‘En als ze het vraagt zijn er geen noemenswaardige ontwikkelingen, oké?
Kelly haalde diep adem en probeerde rustig te antwoorden. ‘Ik heb haar verteld hoe ze op de website kon komen omdat ik vind dat ze er recht op heeft om te weten wat er over haar op staat.’
Nick liep naar de auto, maar riep over zijn schouder: ‘Je víndt te veel, agent Swift.’
Terug op Balfour Street ging Kelly met de band van Espress Oh! naar de regelkamer.
Tony Broadstairs had meer dan vijfentwintig jaar ervaring als rechercheur op verschillende afdelingen en gaf Kelly graag advies dat ze niet wilde horen of nodig had. Vandaag wilde hij haar onderrichten in het belang van een consequent doorgevoerde bewijsvoering.
‘Je moet dus tekenen omdat je mij dit bewijsstuk overhandigt,’ zei hij en hij omcirkelde het betreffende hokje op het kaartje dat eraan was gehangen, ‘en dan teken ik voor ontvangst.’
‘Begrepen,’ knikte Kelly, die deze handeling al negen jaar verrichtte. ‘Dank je.’
‘Want als een van die handtekeningen ontbreekt, kun je de zaak in de rechtbank vergeten. Je man kan zo schuldig zijn als wat, maar als de verdediging ontdekt dat er een foutje is gemaakt in de procedure, zakt de zaak sneller in dan een soufflé die je te snel uit de oven haalt.’
‘Kelly.’
Nadat ze zich had omgedraaid zag Kelly hoofdinspecteur Digby, nog met zijn overjas aan, naar ze toe komen lopen.
‘Ik wist niet dat u hier was, chef,’ zei Tony. ‘Ik dacht dat u aan het genieten was van al die vakantieuren die u nog op moet maken. U had vandaag geen zin om te golfen?’
‘Geloof me. Tony. Ik ben hier niet uit vrije keus.’ Met een effen gezicht keek hij naar Kelly. ‘Mijn kantoor. Nu.’ Hij riep de inspecteur: ‘Nick, jij ook.’
De opluchting die Kelly had gevoeld omdat ze niet langer hoefde te luisteren naar het lesje bewijsvoering van Tony verdween toen ze de uitdrukking op het gezicht van de hoofdinspecteur zag. Ze haastte zich achter hem aan door de kantoortuin en toen hij de deur van zijn kantoor had geopend zei hij dat ze moest gaan zitten. Ze werd bevangen door een gevoel van onheil. Wat kon de hoofdinspecteur voor reden hebben om haar zo in zijn kantoor te ontbieden – en nog wel op een van zijn vrije dagen? Ze kon maar één ding bedenken.
Durham.
Nu had ze het echt verpest.
‘Ik heb mijn nek voor je uitgestoken, Kelly.’ Diggers was blijven staan en ijsbeerde door de kleine ruimte, zodat Kelly niet wist of ze naar hem moest blijven kijken of haar blik naar voren gericht moest houden, als een beklaagde in de rechtszaal. ‘Ik heb met deze detachering ingestemd omdat ik vertrouwen in je had. Je had me ervan overtuigd dat je te vertrouwen was. Ik heb me voor je ingezet, Kelly!’
Kelly’s maag trok samen van angst en schaamte; hoe had ze zo stom kunnen zijn? De laatste keer had ze haar baan op het nippertje weten te behouden; de verdachte die ze was aangevlogen had geen aangifte gedaan. Na een bezoekje van Diggers had hij besloten dat hij niet nog meer aandacht op zichzelf wilde vestigen. Ook het interne onderzoek was gunstig voor haar verlopen, weer dankzij een bezoek van Diggers aan de hoofdcommissaris. Verzachtende omstandigheden door een privékwestie, had er in het onderzoek gestaan, maar het was haar wel duidelijk gemaakt dat die vlieger geen tweede keer zou opgaan.
‘Ik ben gisteravond gebeld.’ De hoofdinspecteur was eindelijk gaan zitten en boog zich nu over zijn grote, eikenhouten bureau. ‘Een inspecteur uit Durham, die had gehoord dat we ons verdiepten in historische verkrachtingszaken en wilde weten of ze verder nog behulpzaam konden zijn.’
Kelly kon hem niet aankijken. Aan haar linkerkant voelde ze de blik van Nick.
‘Ik was daar uiteraard nogal verbaasd over. Ik mag dan wel snel met pensioen gaan, Kelly, ik denk dat ik nog heel goed weet waar wij ons mee bezighouden. En dat is niet,’ hij sprak nu langzaam en pauzeerde tussen alle woorden, ‘met de universiteit van Durham. Zou je me willen uitleggen waar je in godsnaam mee bezig bent?’
Langzaam keek Kelly op. De blinde drift waaraan Diggers ten prooi leek te zijn gevallen was kennelijk uitgewoed en hij leek minder angstaanjagend dan toen hij begon. Evengoed trilde de stem van Kelly en ze slikte in een poging zichzelf onder controle te krijgen.
‘Ik wilde weten of er nog ontwikkelingen waren in de zaak van mijn zusje.’
Diggers schudde zijn hoofd. ‘Ik denk dat ik je niet hoef te vertellen dat wat je hebt gedaan een ernstige disciplinaire overtreding is. Nog afgezien van het feit dat je de wet ter bescherming van data hebt overtreden, wat als misdaad wordt aangemerkt, kun je ontslagen worden omdat je je positie hebt misbruikt voor persoonlijk gewin.’
‘Ik weet het, chef.’
‘Waarom heb je dan in godsnaam…’ Diggers hief zijn armen en op zijn gezicht stond alleen onbegrip te lezen. Toen hij weer sprak klonk zijn stem zachter. ‘En waren er ontwikkelingen in de zaak van je zusje?’
‘Ja, wel. Alleen niet zoals ik verwachtte, chef.’ Kelly slikte nog een keer, maar het brok in haar keel wist van geen wijken. ‘Mijn zusje… ze heeft haar medewerking aan vervolging ingetrokken. Ze heeft expliciete instructies gegeven dat ze niet op de hoogte gehouden wenst te worden van welke ontwikkelingen ook en het niet hoeft te weten als de dader is aangehouden.’
‘Ik neem aan dat je dat niet wist?’
Kelly knikte.
Het bleef lang stil, maar toen nam Diggers weer het woord. ‘Ik denk dat ik het antwoord op de vraag al weet, maar ik moet hem stellen: was er enige professionele reden om dit verzoek te doen aan een ander district?’
‘Ik had het haar gevraagd,’ zei Nick.
Kelly draaide zich om om naar hem te kijken en probeerde haar verbijstering te verbergen.
‘Jij hebt Kelly gevraagd contact op te nemen met Durham om te vragen naar een verkrachtingszaak uit het verleden waarbij haar zus betrokken was?’
Diggers staarde Nick aan.
Kelly dacht dat ze een geamuseerde blik in zijn ogen zag, maar zijn mond stond hard en ze besloot dat ze het zich verbeeld moest hebben.
‘Zou je willen vertellen waarom?’
‘Operatie FURNISS blijkt veel uitgebreider dan we aanvankelijk dachten, chef. Uit de zaak in Maidstone blijkt dat we verder moeten kijken dan binnen de M25 en hoewel de advertenties pas in september zijn begonnen, is nog niet duidelijk hoe ver weg en hoe ver terug we moeten gaan. Tot nu toe komen we niet veel verder met deze dader, dus het leek een goed idee ons te verdiepen in oudere verkrachtingszaken met een stalker. Ik wilde weten of dit patroon ook in andere steden wordt herkend.’
‘Langer dan tien jaar geleden?’
‘Ja, chef.’
Diggers zette zijn bril af. Hij keek eerst peinzend naar Nick en toen naar Kelly. ‘Waarom heb je dat niet meteen gezegd?’
‘Ik – ik weet het niet, chef.’
‘Ik neem aan dat er geen verband was tussen Operatie FURNISS en de zaak in Durham?’
De vraag was aan Kelly gericht, maar Nick gaf antwoord.
‘Dat heb ik uitgesloten,’ zei hij zonder aarzeling.
‘Dat vermoedde ik al.’ Diggers keek van Kelly naar Nick en terug.
Kelly hield haar adem in.
‘Mag ik dan voorstellen dat daarmee het onderzoek naar oude zaken voltooid is?’
‘Ja, chef.’
‘Aan het werk dan, jullie allebei.’
Ze stonden al in de deuropening toen Diggers Kelly terugriep. ‘Nog één ding…’
‘Chef?’
‘Daders, agenten, getuigen, slachtoffers… ze hebben één ding gemeen, Kelly, en dat is dat geen twee mensen hetzelfde zijn. Elk slachtoffer reageert anders op wat hem is overkomen; sommige zijn gebrand op wraak, andere op rechtvaardigheid, sommige willen het kunnen afsluiten en weer andere,’ hij keek haar recht aan, ‘willen gewoon verder met hun leven.’
Kelly dacht aan Lexi en aan Cathy Tannings verlangen met een schone lei te beginnen in een huis waarvan alleen zij de sleutels had. ‘Ja, chef.’
‘Staar je niet blind op slachtoffers die niet hetzelfde najagen als wij. Dat maakt ze niet slecht. Focus dat fanatisme van je – en je niet geringe talent – op de zaak als geheel. Ergens loopt een seriedader die verantwoordelijk is voor de verkrachtingen, de moorden en het stalken van tientallen vrouwen. Zorg dat je hem vindt.’