69

Carolyn

Bij het krieken van de dag schrok Carolyn wakker uit een dutje. Ze had het ijskoud, elke vezel in haar lichaam deed zeer, haar mond was kurkdroog en haar voet klopte pijnlijk. Tegelijk was ze buiten zichzelf van vreugde dat ze de nacht had overleefd. Ze wist bijna zeker dat ze nu wel iemand zou kunnen vinden die haar zou willen helpen, of toch minstens de politie voor haar zou willen bellen.

Voorzichtig kwam ze overeind, ze kon haar voeten nog amper voelen. Het regende niet meer, maar het was wel bitter koud.

Was het veilig genoeg om tevoorschijn te komen?

Ze was er nog steeds niet zeker van.

Senator Gregory Stoneman verliet die donderdag vroeg zijn huis, na een rusteloze nacht te hebben liggen malen over wat Ramirez van hem moest. Hij had gezegd dat het dringend was en dat het zijn broer betrof, dus toen Gregory het buurtcentrum naderde, was hij op het ergste voorbereid.

Als het op chantage uitdraaide, zou hij betalen; hij had geen andere keuze.

Carolyn was ook geen moment uit zijn gedachten.

Waar was ze? Wat had Benito met haar gedaan? Het had allemaal niet langer dan een paar uur moeten duren, even een miskraam opwekken en dan húp weer vrijlaten. Er waren nu al twee dagen verstreken en ze was nog altijd niet opgedoken.

Wat als ze haar pijn hadden gedaan? Of nog erger? Was hij dan aansprakelijk? Medeplichtig?

Jezus christus, WAT HAD HIJ GEDÁÁN?

Florita liet haar dochter beloven dat ze nooit aan iemand anders zou vertellen dat ze Benito had geholpen de vriendin van de senator te ontvoeren. Ontzet sloeg ze een kruisje, zakte op haar knieën en smeekte de Heer in het Spaans de zonden van haar dochter te vergeven.

‘Je mag die desgraciado cabrón nooit meer zien!’ jammerde ze toen ze klaar was met bidden. ‘Zodra je het ziekenhuis uit mag, stuur ik je naar je nicht in Guatemala!’

‘Nee, mama, nee!’ protesteerde Rosa. ‘En mijn kindje dan?’

Handenwringend keek Florita haar aan. ‘Om jou te beschermen, zorg ik wel voor je kindje,’ zei ze. ‘Jij moet hier weg, het is heel erg, wat je hebt gedaan, Rosa. Estúpido. Maar God zal over je waken, mi amorcita. Hij zal je redden.’

Rosa knikte. Haar moeder had gelijk. God had haar gestraft omdat ze iets slechts had gedaan. Nu zou God haar beschermen.

Omzichtig tuurde Carolyn de straat af. In het steeds sterker wordende daglicht werd pas echt duidelijk dat ze in een getto terecht was gekomen. Er waren een paar stukken braakliggend terrein die als vuilnisbelt werden gebruikt: ze waren bezaaid met afval. Halfafgebouwde constructies stonden te verroesten, er trok een roedel zwerfhonden langs en er waren twee buurtwinkels: de een was een ijzerhandel, de ander een kleine supermarkt. Geen van beide was open.

Aan de overkant van de straat zag ze de man lopen die zich die nacht voor haar had ontbloot. Hij duwde zijn boodschappenkar die overliep van rotzooi voort en zong in zichzelf. Toen hij haar zag, wuifde hij naar haar alsof ze oude vrienden waren. De mottige hond liep nog altijd achter hem aan, een triest levend wezen.

Ze overwoog hen opnieuw te benaderen, maar besefte dat hij haar toch niet zou kunnen helpen.

Nou ja, het was tenminste licht geworden en ze leefde nog, en dat gold ook voor haar kindje. Ze wreef over haar buik en begon te lopen. Ergens moest hier toch een politiebureau of een postkantoor zijn, een plek waar men haar zou kunnen helpen.

Nooit meer zou ze een dakloze op straat negeren, nam ze zich voor. Als je geen geld had om brood te kopen of een telefoontje te plegen, was je echt reddeloos verloren.

Steenrijke meisjes
01_cover.html
02_halftitle.html
03_also.html
04_title.html
05_copyright.html
06_dedication.html
07_chapter01.html
08_chapter02.html
09_chapter03.html
10_chapter04.html
11_chapter05.html
12_chapter06.html
13_chapter07.html
14_chapter08.html
15_chapter09.html
16_chapter10.html
17_chapter11.html
18_chapter12.html
19_chapter13.html
20_chapter14.html
21_chapter15.html
22_chapter16.html
23_chapter17.html
24_chapter18.html
25_chapter19.html
26_chapter20.html
27_chapter21.html
28_chapter22.html
29_chapter23.html
30_chapter24.html
31_chapter25.html
32_chapter26.html
33_chapter27.html
34_chapter28.html
35_chapter29.html
36_chapter30.html
37_chapter31.html
38_chapter32.html
39_chapter33.html
40_chapter34.html
41_chapter35.html
42_chapter36.html
43_chapter37.html
44_chapter38.html
45_chapter39.html
46_chapter40.html
47_chapter41.html
48_chapter42.html
49_chapter43.html
50_chapter44.html
51_chapter45.html
52_chapter46.html
53_chapter47.html
54_chapter48.html
55_chapter49.html
56_chapter50.html
57_chapter51.html
58_chapter52.html
59_chapter53.html
60_chapter54.html
61_chapter55.html
62_chapter56.html
63_chapter57.html
64_chapter58.html
65_chapter59.html
66_chapter60.html
67_chapter61.html
68_chapter62.html
69_chapter63.html
70_chapter64.html
71_chapter65.html
72_chapter66.html
73_chapter67.html
74_chapter68.html
75_chapter69.html
76_chapter70.html
77_chapter71.html
78_chapter72.html
79_chapter73.html
80_chapter74.html
81_chapter75.html
82_chapter76.html
83_chapter77.html
84_chapter78.html
85_chapter79.html
86_chapter80.html
87_chapter81.html
88_chapter82.html
89_chapter83.html
90_epilog.html