62

Denver

Aarzelend klopte ik op de deur van de hotelkamer van de Hendersons. Ik had Bobby gevraagd om me even alleen te laten gaan, dit was geen moment voor introducties en smalltalk.

George Henderson deed open. Een lange man, met peper- en zoutkleurig haar en natuurlijke charme. In zijn ogen viel groot verdriet te lezen, hij zag eruit als een gebroken man die er helemaal doorheen zat.

Even vroeg ik me af of dit door Carolyn kwam of misschien iets te maken had met de moord op Gemma Summer.

Hoe dan ook, de man was overstuur.

Hoewel we elkaar al een paar jaar niet meer hadden gezien, omhelsden we elkaar toch. ‘Bedankt dat je bent gekomen, Denver,’ zei hij met verstikte stem. ‘Dat betekent heel veel voor Clare en mij.’

Hij had de woorden nog niet uitgesproken of zijn echtgenote kwam uit de badkamer. Ooit was ze een aantrekkelijke dame geweest, maar nu schrok ik toch even van haar. Ze was akelig dun, met ingevallen wangen, grote donkere kringen onder haar ogen en een dikke bos warrig grijzend haar.

Het drong tot me door dat deze mate van verslonzing niet in vierentwintig uur bewerkstelligd kon zijn. Wat haar ook kwelde, Carolyns vermissing had het hooguit erger gemaakt.

‘Hallo,’ zei ik en ik stapte op haar af om ook haar te om-armen.

Ze deinsde terug als een nerveus veulen. ‘Waar denk jij dat mijn dochter is?’ vroeg ze na een ongemakkelijke stilte.

Haar toon had iets beschuldigends, alsof ik het zou moeten weten en ik geen nut voor haar had als ik niets wist.

‘Het spijt me enorm, Mrs. Henderson,’ zei ik een beetje timide. ‘Ik heb geen idee waar Carolyn kan zijn.’

‘Maar jullie vertellen elkaar altijd alles, dat weet ik gewoon,’ zei Clare met een boosaardige glans in haar behuilde, rood-omrande ogen.

‘Nou, dat valt best mee,’ zei ik, geschokt door deze bittere, broze vrouw die in niets leek op de hartelijke dame die ik van vroeger kende. Ik was vaak bij Carolyn thuis over de vloer geweest, soms had Clare Henderson koekjes voor ons gebakken of ons naar de mall gereden om te winkelen. Die vrouw met het zachte losse haar en haar vriendelijke voorkomen was helemaal verdwenen.

Ik wendde me tot George. ‘Misschien kunt u me even bijpraten?’

‘O, hij kan je bijpraten, hoor,’ sneerde Clare met stemverheffing. ‘Hij kan je alles vertellen over de affaire die hij had met zijn vriendin, de vermoorde filmster.’ Woedend keek ze hem aan. ‘Daarom is Carolyn vermist, het is karma. Straf voor George. En voor mij.’

Hysterisch snikkend zeeg Clare ineen op het onopgemaakte bed.

George schonk me een wanhopige blik die zei: Gedane zaken nemen geen keer, ik kan het niet ongedaan maken.

‘Het spijt me,’ zei ik kalm. ‘Maar zouden we ons voor nu niet beter kunnen concentreren op Carolyn vinden?’

‘Inderdaad,’ zei George. ‘Ik heb een telefoontje gekregen van rechercheur Lennox die op deze zaak is gezet. Hij vraagt of we zo snel mogelijk naar het bureau kunnen komen. Hij klonk een stuk toeschietelijker dan toen we hem gisteren voor het eerst spraken. Ik hoop dat ze goed nieuws voor ons hebben.’

Gevraagd worden naar het bureau te komen klonk mij niet als goed nieuws in de oren. Hadden ze Carolyn lichaam gevonden? Was dat het goede nieuws, dat er een stoffelijk overschot kon worden geïdentificeerd?

Opeens drong de gruwel van de hele situatie in alle hevigheid tot me door. Mijn beste vriendin werd vermist en er bestond een gerede kans dat ze dood was.

Steenrijke meisjes
01_cover.html
02_halftitle.html
03_also.html
04_title.html
05_copyright.html
06_dedication.html
07_chapter01.html
08_chapter02.html
09_chapter03.html
10_chapter04.html
11_chapter05.html
12_chapter06.html
13_chapter07.html
14_chapter08.html
15_chapter09.html
16_chapter10.html
17_chapter11.html
18_chapter12.html
19_chapter13.html
20_chapter14.html
21_chapter15.html
22_chapter16.html
23_chapter17.html
24_chapter18.html
25_chapter19.html
26_chapter20.html
27_chapter21.html
28_chapter22.html
29_chapter23.html
30_chapter24.html
31_chapter25.html
32_chapter26.html
33_chapter27.html
34_chapter28.html
35_chapter29.html
36_chapter30.html
37_chapter31.html
38_chapter32.html
39_chapter33.html
40_chapter34.html
41_chapter35.html
42_chapter36.html
43_chapter37.html
44_chapter38.html
45_chapter39.html
46_chapter40.html
47_chapter41.html
48_chapter42.html
49_chapter43.html
50_chapter44.html
51_chapter45.html
52_chapter46.html
53_chapter47.html
54_chapter48.html
55_chapter49.html
56_chapter50.html
57_chapter51.html
58_chapter52.html
59_chapter53.html
60_chapter54.html
61_chapter55.html
62_chapter56.html
63_chapter57.html
64_chapter58.html
65_chapter59.html
66_chapter60.html
67_chapter61.html
68_chapter62.html
69_chapter63.html
70_chapter64.html
71_chapter65.html
72_chapter66.html
73_chapter67.html
74_chapter68.html
75_chapter69.html
76_chapter70.html
77_chapter71.html
78_chapter72.html
79_chapter73.html
80_chapter74.html
81_chapter75.html
82_chapter76.html
83_chapter77.html
84_chapter78.html
85_chapter79.html
86_chapter80.html
87_chapter81.html
88_chapter82.html
89_chapter83.html
90_epilog.html