Carolyn
Niemand wist wie ze was, de latina in het bebloede goedkope topje en het strakke minirokje. Ze lag al een tijdje in de stromende regen op straat voor een voorbijganger eindelijk het alarmnummer had gebeld en er een ambulance was gearriveerd.
De dienstdoende arts op de Eerste Hulp constateerde dat ze nog erg jong was, al ontdekte hij tijdens zijn onderzoek naar sporen van verkrachting dat ze onlangs bevallen was.
Het meisje had ernstig hoofdletsel en was bewusteloos. Haar gezicht was gehavend, vooral haar rechteroog had het zwaar te verduren gehad. De arts wist niet of ze het oog kon redden, het was niet haar expertise. Het was wachten op de oogarts om er een serieuze inschatting van te kunnen maken.
Intussen bleef het meisje buiten kennis en tot ze wakker zou worden, wist niemand wie ze was.
‘Niet wéér een avond voor een goed doel,’ zei Gregory Stoneman geërgerd. ‘Evelyn, je sleept me avond aan avond naar dit soort dingen en je weet dat ik er de pest aan heb.’
‘De mensen die op deze avonden komen, zijn dezelfde mensen die op je stemmen,’ doceerde Evelyn met een misprijzende frons. ‘Daar zou je wel eens wat meer waardering voor mogen hebben.’
Jezus! Wat was Evelyn toch schijnheilig.
Als hij ergens zin in had, dan was het wel gepijpt worden. Zijn pik snakte naar Carolyns strakke mond en de manier waarop ze de schacht in haar handen hield als hij klaarkwam. Ze weigerde nooit én stond hem toe in haar mond te ejaculeren.
‘Luister je wel, Gregory?’ informeerde Evelyn als een heerszuchtige koningin. ‘Je hebt één uur om je om te kleden. Geen black tie, een goed pak volstaat. Draag je nieuwe blauwe overhemd en de gouden manchetknopen die mijn vader je voor kerst heeft gegeven.’
Schreef ze hem nu ook al voor hoe hij zich moest kleden? God, het mens was onuitstaanbaar.
Onwillekeurig vroeg hij zich af wat ze zou doen als hij haar over het bureau zou buigen en haar van achteren zou nemen. Als hij zijn jeukende pik in haar kont zou jagen en haar eens goed zou pakken.
Ze zou schreeuwen, ongetwijfeld.
O, Carolyn, Carolyn. Wat heb ik gedaan? Waar ben je?
Een rechercheur was eerder die dag naar zijn kantoor gekomen. De politie had Carolyns auto gevonden, verlaten met het portier aan de chauffeurszijde wagenwijd open. De rechercheur had willen weten of hij enig idee had waar ze was.
Hoofdschuddend had hij de man aangekeken. Het was hem zelfs gelukt een bezorgde blik tevoorschijn te toveren.
Toen had Muriel gezegd dat Carolyn de vorige dag naar de tandarts was gegaan en dat niemand sindsdien nog iets van haar vernomen had.
‘Er zal toch niets ernstigs gebeurd zijn?’ had Gregory opgemerkt, één en al fake ongerustheid.
De rechercheur had niets laten blijken. ‘We zouden het op prijs stellen als u ons op de hoogte stelt zodra u iets van haar hoort.’
‘Uiteraard,’ was Gregory’s antwoord geweest.
Natuurlijk was het ernstig. Een vermiste vrouw. Een verlaten auto, ergens in een afgelegen gebied. Het was zeer ernstig.
Waarom had Benito de auto niet verborgen?
Waarom ook wel? Hij was een gangster en niet de snuggerste.
Opeens werd Gregory overvallen door een extreem schuldgevoel.
Evelyn speelde met haar cabochon geslepen robijnen oorbellen. ‘Trouwens, ik had eerder vandaag Ramirez nog aan de lijn. Hij wil graag dat je hem belt of even langsgaat in het buurtcentrum, er is iets wat hij met je wil bespreken.’
Gregory voelde zijn hart in zijn schoenen zinken. Wat ter wereld kon Ramirez met hem te bespreken hebben?
Benito kon er met zijn hoofd niet bij dat Rosa hem diste door niet terug te komen nadat hij haar toestemming had gegeven om eten te gaan kopen. Hij wist precies wat ze had geflikt, ze was natuurlijk naar huis gegaan, naar haar baby. Een kind van een andere man, lid van een vijandelijke bende.
Vloekend zwoor hij dat hij Rosa een lesje zou leren. Geen vrouw deed hem dit aan en kwam daar ongestraft mee weg. Hoe waagde ze het haar baby voor hem te laten gaan? Het was een belediging! Ze mocht blij zijn dat hij haar toestond in zijn nabijheid te zijn, de puta!
Nu stond hij in zijn eentje voor het probleem de bitch van de senator uit huis te krijgen. Alsof hij daar tijd voor had! Hij moest dingen doen, hij had afspraken. Succesvol drugsdealer wordt een mens niet zomaar.
Verstijfd van angst peuterde Carolyn aan het elektriciteitssnoer waarmee ze was vastgebonden. Het zat strak en ze lag er ongelukkig bij, maar er kwam toch een beetje beweging in. Haar kidnappers hadden er geen rekening mee gehouden dat ze linkshandig was. Hoe strak de knopen ook zaten, stukje bij beetje vorderde ze.
Had ze maar een mes of zoiets, om dat verdomde snoer mee door te snijden, dat zou een stuk gemakkelijker zijn.
In het andere vertrek stond het geluid van de televisie ongenadig hard. Wie daar ook zat, hij of zij moest wel gek zijn op tv kijken, want het ding stond de hele dag al aan.
Ze vroeg zich af of en wanneer het jonge meisje weer zou opduiken. Er waren alweer een paar uur verstreken en niemand anders had zich laten zien. Waren ze van plan om haar als een hond vastgebonden te laten zitten tot ze stierf van de honger? Ze had zich al bevuild, ze had geen keuze gehad, omdat ze niet van het bed kon komen.
Haar angst kreeg gezelschap van groeiende woede. Carolyn was niet gek, ze begon in te zien dat haar liefde voor Gregory Stoneman haar blind had gemaakt. De ene vraag na de andere drong zich op. Waarom had hij erop gestaan haar op zo’n ver-laten plek te ontmoeten? Waarom had ze tegen niemand mogen zeggen dat ze zwanger was?
Het was een vreselijke gedachte, maar ze kon er niet omheen: had Gregory haar laten ontvoeren omdat ze zijn kind verwachtte?
Hoe meer ze erover maalde, hoe meer ze overtuigd raakte van het feit dat haar minnaar een rol speelde in deze zaak. Het maakte haar misselijk. Wat een weerzinwekkend mens moest hij zijn, om zoiets te bedenken. En welk resultaat dacht hij ermee te behalen?
Moesten deze mensen haar en haar kind vermoorden? Systematisch en verbeten werkte ze verder aan haar bevrijding.