42

Carolyn

Na een lange, rusteloze en wanhopige nacht waarin ze naar de stromende regen buiten had liggen luisteren, wist Carolyn niet of ze nu had geslapen of niet. Ze had buikpijn en maakte zich zorgen over de baby.

Er viel wat licht door de gescheurde lap die een gordijn moest voorstellen, dus ze ging ervan uit dat het ochtend was.

Ze dacht aan het meisje dat haar gisteravond wat brood en water had gebracht. Dat grietje deed dit niet alleen, er was een man bij betrokken die niet wilde dat ze zijn gezicht zou zien. Nadat het meisje haar had geblinddoekt, had de man haar meegenomen naar de badkamer en was bij haar blijven staan toen ze plaste. Alweer een vernedering.

Wie waren deze mensen? En, belangrijker nog, wat wilden ze van haar?

Gevangen in radeloosheid probeerde Carolyn te bepalen welke dag het was. Ze wist nog dat ze op dinsdagmiddag ontvoerd was. De auto had uren rondgereden met haar in de kofferbak. Ze moest een paar keer buiten bewustzijn zijn geraakt, want ze wist niet hoe ze vastgebonden op dit smerige bed terecht was gekomen.

Dan moest het nu dus woensdag zijn en zouden mensen haar toch wel missen? Kerri moest weten dat er iets aan de hand was, omdat ze Nellies medicijnen niet had opgehaald en niet was komen opdagen voor hun ontbijtafspraak. Muriel zou zeker melding maken van haar afwezigheid op kantoor en Gregory…

Ze vroeg zich af wat hij deed en dacht.

Hoe had hij gereageerd toen hij bij het verlaten tankstation arriveerde en haar daar niet aantrof?

Het hing helemaal af van het feit of haar auto daar nog zou staan. Als hij die verlaten aantrof, zou hij meteen beseffen dat er iets vreselijks was gebeurd en onmiddellijk de politie hebben gebeld.

Althans, dat hoopte ze tenminste.

Benito bracht de nacht in zijn luie stoel door, slapend voor de televisie. Rosa lag opgekruld op een oude, mottige bank. Ze had naar huis willen gaan, maar daar wilde Benito niet van horen. ‘Yo, je blijft!’ had hij op dreigende toon geschreeuwd. ‘En geen gezeik, begrepen?’

Voor ze ging slapen, had hij tegen haar gezegd dat ze nog even bij hun gevangene moest gaan kijken, om te checken of die nog ademde.

De vrouw, vastgebonden aan het bed, had haar met grote angstige ogen aangekeken en gesmeekt om wat water.

Heel even had Rosa medelijden met haar gehad en ze had een mok water en een paar sneden oud brood voor haar gehaald. Na het brood te hebben verslonden en al het water te hebben opgedronken, had de vrouw gevraagd of ze naar de wc mocht.

Rosa was naar Benito gelopen om te vragen wat ze met het verzoek aan moest.

‘Ik wil niet dat ze in mijn bed piest,’ mopperde hij. ‘Blinddoek haar maar, dan brengen we haar wel naar de plee.’

Waarom had hij het toch de hele tijd over ‘we’? Het ergerde Rosa, maar toch had ze met tegenzin gedaan wat hij zei. Toen ze klaar was, was Benito de slaapkamer ingekomen, had de vrouw losgemaakt en haar ruw naar het toilet gesleept.

Eenmaal terug in de slaapkamer had hij haar pols weer vastgebonden en was er snel vandoor gegaan.

Rosa besefte dat ze evenzeer zijn gevangene was als de vrouw op het bed. Waarom betrok hij haar bij zijn shit? Dit was zijn probleem, niet het hare.

Na de blinddoek van de gevangene te hebben verwijderd, was ze zelf ook snel naar de woonkamer gegaan, om met Benito voor de televisie te gaan zitten.

Nu was het de volgende morgen en Rosa besloot de vrouw nog maar wat water en brood te brengen. Het zou niet cool zijn als het mens de pijp uitging. Dankzij Benito zou zij daar medeplichtig aan zijn.

Carolyn wist niet wat ze ervan moest denken, haar gedachten kaatsten alle kanten op. Het ene moment was ze kalm, even later weer in paniek.

Toen het meisje weer binnenkwam met een paar sneden oud brood en een halve fles lauw water, besloot ze een poging te doen om contact met haar te maken. Ze had wel eens gelezen dat je als gijzelaar moest proberen een band met je kidnappers te krijgen, om je kans op overleven te vergroten. Ze moesten je gaan zien als een mens, niet als een ding.

‘Dank je wel,’ zei ze nederig en ze dronk gulzig van het water. ‘Ik heet Carolyn.’

Het meisje staarde naar haar, haar gezicht verraadde niets.

‘Als het om losgeld gaat, kan mijn vader dat betalen.’ Carolyn sprak langzaam, in de hoop dat het meisje haar dan beter zou begrijpen. ‘Ik kan uitleggen hoe je met hem in contact kunt komen.’ Ze wachtte even. ‘Of mijn baas. Mijn baas is een senator, hij is een vooraanstaand man. Hij zal je ook betalen om me terug te krijgen.’

Het meisje zei nog altijd geen woord.

‘Ik weet niet of je weet waar je mee bezig bent,’ zei Carolyn, die probeerde rustig en kalm te spreken. ‘Maar je vriend en jij hebben me gekidnapt. Daar staan zware straffen op. En je moet weten dat ik zwanger ben, dus je hebt niet alleen mij ontvoerd, maar ook…’

Het meisje kwam opeens tot leven. ‘Ik weet dat je fucking zwanger bent,’ flapte ze eruit. ‘Dat is de reden waarom je hier bent, stom wijf.’

Daarna, vermoedelijk in de wetenschap dat ze te veel had gezegd, holde ze de kamer uit.

Carolyn voelde zich misselijk worden. Er was maar één persoon op de wereld die wist dat ze in verwachting was en dat was Gregory. Dus hoe wist dit grietje het?

Toen drong een gedachte tot haar door die zo ziek was dat haar maag zich omkeerde in haar lijf. Het kon niet, dat was echt onmogelijk. Zoiets zou hij nooit doen.

Zat Gregory hierachter?

Nee.

Ja.

Misschien.

‘Mooi dat ik die bitch hier niet houd,’ verklaarde Benito nijdig toen hij wakker was. ‘Deze shit doet niets voor mijn strafblad,’ voegde hij eraan toe en hij krabde eens uitgebreid aan zijn ballen. ‘Ik ga haar vrijlaten.’

‘En de senator dan?’ vroeg Rosa, die zich afvroeg hoe ze het huis uit kon komen. Haar voorgevoel zei haar dat het goed mis was, zeker nadat de vrouw had gesproken over ontvoering en strenge straffen. Zij had hier niets mee te maken, het was allemaal Benito’s idee geweest, ze had alleen maar gedaan wat hij haar opdroeg. Inmiddels had ze de inhoud van de tas van de vrouw geïnspecteerd en de buit viel niet tegen: een iPhone en tachtig dollar cash. Ze kon niet wachten om ermee weg te glippen.

‘Die lamlul kan me toch niet vinden,’ zei Benito vol bravoure. ‘Eikel kan me niets maken.’

‘Wanneer ga je haar dumpen?’ wilde Rosa weten.

‘We doen het vanavond, ergens op straat.’ Benito strekte zijn getatoeëerde armen. ‘Zodra het donker is.’

‘Als ze het zo lang nog uithoudt.’ Rosa wou dat hij haar niet steeds bij zijn plannen zou betrekken.

‘Hoezo dat?’

‘Erg gezond ziet ze er niet uit.’

‘Is die foetus er al uit?’

‘Nee.’

‘Fuck!’

‘Ik moet naar huis,’ verklaarde Rosa dapper. ‘Ik heb mijn moeder gisteren gesproken en mijn kind is ziek. Mijn moeder moet naar haar werk en de crèche neemt geen zieke kinderen op, dus ik moet naar huis.’

‘Jij gaat nergens heen,’ zei Benito, nog altijd met een kwaaie kop. ‘Niet voor we die puta hier weg hebben.’

‘Je begrijpt het niet, ik moet echt weg, Benito,’ zei Rosa smekend. ‘Mijn moeder doet me wat als ik de baby niet van haar overneem.’

‘Als je nou eens ophield met zeiken en gewoon zou doen wat ik zeg, zouden we al een stuk verder zijn,’ blafte hij haar toe.

‘Maar mijn kind is ziek!’ jammerde Rosa en ze probeerde een paar tranen tevoorschijn te persen. Ze geloofde bijna in haar eigen leugen.

‘Jammer dan.’

‘Wat ga ik tegen mijn moeder zeggen?’

‘Helemaal niets,’ beval Benito. ‘Waarom doe je altijd zo moeilijk?’

Pruilend trok Rosa zich terug. ‘Sorry.’

‘Weet je,’ zei hij sluw. ‘Ik kan elke puta krijgen die ik wil hebben, dus ik zou maar eens wat meer meewerken als ik jou was.’

Rosa kwam voor zichzelf op. ‘En doen zij allemaal met je wat ik doe?’

‘Je hebt geen diploma nodig om me af te zuigen,’ pochte Benito met een zelfingenomen grinnik. ‘Ze doen het graag.’

Hijo de puta,’ mompelde Rosa. Het was de enige Spaanse belediging die ze kende.

Gelukkig hoorde Benito haar niet.

Steenrijke meisjes
01_cover.html
02_halftitle.html
03_also.html
04_title.html
05_copyright.html
06_dedication.html
07_chapter01.html
08_chapter02.html
09_chapter03.html
10_chapter04.html
11_chapter05.html
12_chapter06.html
13_chapter07.html
14_chapter08.html
15_chapter09.html
16_chapter10.html
17_chapter11.html
18_chapter12.html
19_chapter13.html
20_chapter14.html
21_chapter15.html
22_chapter16.html
23_chapter17.html
24_chapter18.html
25_chapter19.html
26_chapter20.html
27_chapter21.html
28_chapter22.html
29_chapter23.html
30_chapter24.html
31_chapter25.html
32_chapter26.html
33_chapter27.html
34_chapter28.html
35_chapter29.html
36_chapter30.html
37_chapter31.html
38_chapter32.html
39_chapter33.html
40_chapter34.html
41_chapter35.html
42_chapter36.html
43_chapter37.html
44_chapter38.html
45_chapter39.html
46_chapter40.html
47_chapter41.html
48_chapter42.html
49_chapter43.html
50_chapter44.html
51_chapter45.html
52_chapter46.html
53_chapter47.html
54_chapter48.html
55_chapter49.html
56_chapter50.html
57_chapter51.html
58_chapter52.html
59_chapter53.html
60_chapter54.html
61_chapter55.html
62_chapter56.html
63_chapter57.html
64_chapter58.html
65_chapter59.html
66_chapter60.html
67_chapter61.html
68_chapter62.html
69_chapter63.html
70_chapter64.html
71_chapter65.html
72_chapter66.html
73_chapter67.html
74_chapter68.html
75_chapter69.html
76_chapter70.html
77_chapter71.html
78_chapter72.html
79_chapter73.html
80_chapter74.html
81_chapter75.html
82_chapter76.html
83_chapter77.html
84_chapter78.html
85_chapter79.html
86_chapter80.html
87_chapter81.html
88_chapter82.html
89_chapter83.html
90_epilog.html