Bobby
Het diner met Brigette en Kris, M.J. en Cassie, Lucky, Max en Renée en Susie – de twee eigenaars van The Cavendish Hotel – verliep voorspoedig. Zoals gewoonlijk was Bobby weer onder de indruk van de manier waarop zijn moeder iedereen op zijn gemak kon stellen, hoewel Max de hele avond dwarse speldenprikken aan haar moeder uitdeelde.
Lucky leek in de wolken met Brigettes nieuwe liefde terwijl Kris als een blok viel voor Lucky. Renée en Susie leken zich in de lesbische hemel te wanen, met zoveel gelijkgestemden. En intussen kletsen Cassie en Max elkaar de oren van het hoofd.
Geen wonder, dacht Bobby die het stilletjes aanzag. Ze zijn bijna even oud. M.J. heeft echt een kind van het schoolplein geplukt.
Later op de avond kreeg hij de kans om even onder vier ogen met zijn moeder te praten. ‘Wat is er aan de hand met Miss Wild Thing?’ vroeg hij met een knikje naar zijn halfzus.
‘We worden stapelgek van Max,’ biechtte Lucky op met een hulpeloos gebaar. ‘En we hebben niet echt grip op haar, dus we kunnen er ook niet veel aan doen.’
‘Wat als je haar nu eens haar eigen plan laat trekken?’ stelde Bobby voor. ‘Ze is bijna achttien, het is een slimme meid.’
‘Niet zo slim als jij op die leeftijd was,’ antwoordde Lucky. ‘En ze ís nog maar zeventien. Ik zou echt doordraaien als ik zou moeten toezien hoe ze een rotleven à la Brigette zou aangaan.’
‘Waarom denk je dat haar zoiets zou overkomen?’
‘Kom op, zeg!’ zei Lucky honend. ‘Max is jong en knap, en komt uit een rijke familie. Jij en ik weten allebei dat iedere klootzak in de wijde omtrek jaagt op zo’n prooi. Daarom wil ik haar veilig opgeborgen op de universiteit hebben. De wereld ontdekken kan ook nog wel als ze wat ouder is.’
Hoofdschuddend keek Bobby haar aan. ‘Je hebt geen schijn van kans, mam.’
‘Waarom zeg je dat?’
‘Max wil er vandoor. Met of zonder je toestemming.’
‘Denk je dat echt?’
‘Ze heeft letterlijk tegen me gezegd dat ze niet wil doorleren.’
‘Jammer dan, want er is geen denken aan dat ik haar de vrijheid gun,’ zei Lucky streng. ‘Dat is gewoon geen optie.’
‘Het zou wel eens kunnen dat je geen keuze hebt.’
‘Iedereen heeft altijd een keuze.’ Lucky’s blik bewolkte. ‘Weet je wat het grote probleem is? Ze lijkt sprekend op mij toen ik zo oud was. En geloof me, ik luisterde ook naar niemand.’
‘Dan zou je toch als geen ander moeten kunnen begrijpen wat er nu in haar omgaat.’
‘Ik doe mijn best,’ verklaarde Lucky met tegenzin.
‘Als ik het me goed herinner, huwelijkte Gino jou uit op je zestiende.’
‘O ja,’ zei Lucky droog. ‘Papa dacht dat hij me zo onder de duim kon houden. Mooi fiasco is dat geworden, ik had hem helemaal door.’
‘Maar mam, je bent uiteindelijk wel geslaagd in het leven,’ merkte Bobby op. ‘Je hebt veel bereikt, helemaal op eigen kracht.’
‘Dank je wel Bobby, maar je kunt mijn situatie toen niet vergelijken met die van Max. Het leven is nu veel gevaarlijker geworden.’
‘Werd in jouw tijd je moeder niet vermoord?’ wierp Bobby tegen. ‘En je broer én de kerel met wie je verloofd was? Ga je me nu vertellen dat de goede ouwe tijd niet gevaarlijk was? Jeez, mam, doe even normaal!’
‘Natuurlijk wel, maar zoals ik al zei: het is nu een heel andere wereld. Bovendien was ik taai en kon ik onder alle omstandigheden voor mezelf zorgen.’
‘Max is ook taai, mam,’ zei Bobby. ‘Weet je nog hoe ze zichzelf een paar jaar geleden wist te redden toen ze gekidnapt was?’
‘Stom geluk,’ stribbelde Lucky koppig tegen. ‘En trouwens, toen had ze Ace bij zich om te helpen.’
‘Hoe is het nu met hem, hebben die twee nog wat?’
‘Min of meer, op een knipperlichtmanier.’
‘Ik neem aan dat je weet dat ze naar New York wil verhuizen?’
‘O ja,’ zei Lucky en ze trok een gezicht. ‘Daar weet ik alles van. Ze droomt ervan om bij jou in te trekken.’
‘Dat gaat dus niet gebeuren,’ zei Bobby ferm. ‘Ik hou van Max, maar ik ben niet bereid de verantwoordelijkheid voor haar te nemen.’
Lucky slaakte een diepe zucht. ‘Geloof me, Bobby, daar heb ik alle begrip voor.’
‘Nou ja, Lennie en jij komen er toch samen wel uit, met Max?’
‘We doen ons best.’
Bobby grijnsde. ‘Nou, veel geluk ermee: dat zul je nog nodig hebben.’
Lucky glimlachte mismoedig. ‘Genoeg over Max, hoe is het met mijn favoriete zoon?’
‘Die neemt je club over en zal daar zijn handen voorlopig aan vol hebben.’
‘Ik bedoel op het gebied van de liefde, Bobby,’ zei Lucky. ‘Hoe staat het ervoor, heb je een meisje op het oog? Iemand van wie ik op de hoogte zou moeten zijn?’
‘Nee, niemand in het bijzonder,’ antwoordde hij effen en hij grinnikte. ‘Ik moet gewoon nog even doorzoeken.’
De volgende morgen vloog Max terug naar LA. Bobby reed haar naar het vliegveld, deed nog één laatste poging om haar te motiveren voor een studie en liet het daar toen bij. Het had geen zin met Max in discussie te gaan als zij haar zinnen had gezet op vrij-zijn. Ze zou toch haar eigen zin doordrammen.
Het grootste deel van de dag bracht hij vervolgens met M.J. in de club door. Ze kozen een architect, een ontwerper en een aannemer: de zaak zou grondig worden gerestyled.
Hoewel hij van de ene vergadering in de andere rolde, hield Bobby de tijd in de gaten. Hij wilde aanwezig zijn als Frankie en Annabelle arriveerden. Waarom hij hen had uitgenodigd, wist hij niet precies – het was een impulsieve beslissing geweest waar hij inmiddels een beetje spijt van had. Terugkijkend realiseerde hij zich dat hij misschien wel bezig was geweest een muur van mensen om zich heen te bouwen, als bescherming tegen Zeena, de mannenverslindster. Niet dat hij van plan was zich nog eens voor haar karretje te laten spannen, maar misschien was het onvermijdelijk.
Waar waren toch alle leuke meisjes? De slimme, lieve meisjes van zijn leeftijd? In Mood kwamen ze zeker niet. Hij had het helemaal gehad met de modellen, de partygirls en de blasé erfgenames.
Onwillekeurig dacht hij even aan Denver, de advocate die hij was tegengekomen bij Annabelle in New York. Ze had zich laten ontvallen dat ze allebei op dezelfde school hadden gezeten. Dat kon hij zich niet meer herinneren, maar haar stijl was hem wel bevallen, hoe kort de ontmoeting ook was geweest. Ze had hem haar kaartje gegeven en het drong tot hem door dat hij haar wel eens zou kunnen bellen. Zij had normaal genoeg geleken. Niet zo eng graatmager, ze zag eruit alsof ze best wat lustte. En ze straalde iets aantrekkelijks en opgewekts uit. Had hij nou maar tegen Frankie gezegd dat hij haar ook mee moest nemen.
Nu was het te laat. Bovendien moest hij zichzelf niets wijsmaken, hij probeerde alleen maar een beschermende buffer te vormen tegen Zeena.
Of niet? Kom maar op, Miss Superstar, ik kan je echt wel aan.
Zoals de meeste megasterren die onder slechts hun voornaam door het leven gaan, verwachtte Zeena alles en dan nog een beetje meer. Haar eisen waren berekenend en bizar, en niemand durfde tegen haar in te gaan. Zo schreed ze door het leven in de wetenschap dat de meeste mensen zouden doen wat zij wilde en ze met alles kon wegkomen.
Zeena hield ervan om mensen te gebruiken. Het gaf haar altijd een kick om te zien hoe ver ze hen kon krijgen. Het was voor haar een spelletje en als er slachtoffers vielen, dan was dat jammer voor hen, maar zij kon er niet wakker van liggen.
Mannen intrigeerden Zeena, hoewel ze niets tegen vrouwen had, als de gelegenheid zich voordeed.
Bobby Santangelo-Stanislopoulos fascineerde haar. Hij was anders dan de andere jonge mannen tot wie ze zich aangetrokken voelde. Hij had stijl, geld en persoonlijkheid. En ze mocht hem dan in bed bekritiseerd hebben om hem kort te houden, hij wist wel degelijk wat hij met een vrouw moest doen.
Dus toen Zeena had ontdekt dat Bobby in Las Vegas was op die ene avond dat zij er optrad, beschouwde ze dat als voorzienigheid.
Renée, een van de eigenaren van The Cavendish, had zich laten ontvallen dat Lucky Santangelo met haar gezelschap – onder wie die geile zoon van haar – aanwezig zou zijn bij het eenmalige charityoptreden.
Zeena veinsde desinteresse. ‘Zou Zeena hen interessante mensen vinden?’
‘Wou je zeggen dat je Lucky nog nooit hebt ontmoet?’ antwoordde Renée. ‘Lieve hemel, Lucky is een fantastische vrouw. Jullie moeten echt eens aan elkaar worden voorgesteld, je zult haar enig vinden.’
‘Zeena is heel kritisch als het aankomt op mensen leuk vinden of niet,’ zei Zeena spinnend. ‘Maar ik vertrouw je inschattingsvermogen, Renée. Dus regel maar dat die Lucky en haar mensen na de show kunnen aanschuiven bij ons privédiner.’
‘Komt in orde.’ Verheugd sloeg Renée haar handen in elkaar. ‘Je zult er geen spijt van krijgen, het wordt leuk.’
Zeena reikte naar haar Gauloises. ‘Hmm, dat hoop ik maar, want Zeena verveelt zich niet graag. Verveling is een doodzonde.’
Na de laatste vergadering was Bobby opeens alleen. M.J. was eropuit getrokken met Cassie, Brigette en Kris zaten in de spa en Lucky zat zaken te regelen in haar vorstelijke kantoor.
Hij vroeg zich af of hij op een of andere manier onder het concert van Zeena uit kon komen, maar herinnerde zich toen dat hij zelf Frankie en Annabelle had uitgenodigd. Met andere woorden: vluchten kon niet meer.
Misschien zou het meevallen. Zeena zou op het podium staan en haar ding doen, het was tenslotte niet zo dat hij één op één tijd met haar zou moeten doorbrengen.
In een opwelling besloot hij met de limousine naar het vliegveld te rijden om daar Frankie en Annabelle zelf op te pikken. Hij had toch niets beters te doen en misschien konden ze op de terugweg even stoppen bij het Wynn Hotel voor een paar rondjes blackjack voor ze doorreden naar The Keys.
Op weg door de lobby naar de voorkant van het hotel passeerde Bobby een kiosk waar zijn aandacht werd getrokken door de voorpagina van Truth & Fact. De kop deed hem stokstijf stilstaan.
Holy shit! Dit zou ongetwijfeld een enorme rel worden.