Carolyn
Benito legde zijn ene hand op de deurknop van de slaapkamer en greep met zijn andere hand in zijn kruis. Hij was lekker hard, dus hij zou de bitch van de senator een goede beurt geven. Hij zou haar eens even stevig naaien, dat vond ze vast fijner dan de slappe pik van zo’n ouwe lul. Benito Ortego was een man om rekening mee te houden.
Het was donker in de slaapkamer, maar hij was toch van plan de vrouw te blinddoeken, een veiligheidsmaatregel voor het geval ze ooit zou proberen hem te identificeren. Hij zou haar blinddoeken, meenemen naar de badkamer en haar daar onder de douche zetten om haar goed schoon te maken. Daarna zou hij het licht aandoen om eens te kijken met wat voor kutje hij nu echt te maken had.
Hij opende de deur en werd meteen getroffen door een golf koude lucht die door het raam tochtte. Dat stomme wijf van een Rosa moest het om een of andere reden hebben geopend. Het was er ijskoud.
Toen hij op de tast het bed had bereikt, werd hem duidelijk dat zijn gevangene daar niet meer op lag.
Schok en ongeloof maakten zich van hem meester.
Shit! De verdomde teef was ontsnapt!
Met enige moeite opende Rosa haar ogen. Of beter gezegd, één oog, want het andere klopte pijnlijk en was bedekt met een zwaar verband.
Ze probeerde wat te zeggen, maar kwam niet verder dan wat gekraak omdat haar mond zo droog was.
‘Waar ben ik?’ kreeg ze eruit.
Er verscheen een verpleegkundige. ‘Rustig maar liefje,’ zei ze sussend. ‘Ik laat de dokter even weten dat je wakker bent.’
‘Ik wil mijn moeder,’ kraste Rosa, opeens gewoon de bange zestienjarige die ze was.
De verpleegkundige piepte dr. Glass op die een kwartier later verscheen.
Zodra ze zag dat het jonge meisje bij bewustzijn was, belde ze rechercheur Lennox.
‘Er is iets tussengekomen, ik zit nu op een andere zaak,’ zei de politieman, die hoorbaar niet blij was met de gang van zaken. ‘Ik moet iemand anders sturen om haar verklaring op te tekenen.’
‘Dus je komt niet zelf?’ vroeg dr. Glass, die een onbestemd gevoel van teleurstelling had.
‘Vermiste vrouw. Assistent van een senator,’ legde Lennox kort uit. ‘Morgen zal de pers zich er wel op storten. De commissaris staat nu al op scherp.’
‘Oké, ik begrijp het wel,’ zei dr. Glass.
‘Als het meezit, kom ik morgen misschien wel even langs om zelf met het meisje te praten.’ Hij liet een stilte vallen. ‘Heb je dan dienst?’
‘De hele dag.’
‘Zie ik je dan.’
Dr. Glass wijdde zich weer aan haar patiënt.
‘Ik wil mijn moeder,’ herhaalde Rosa. De tranen stroomden over haar wang. ‘Kun je vragen of mijn moeder hier naartoe komt?’
‘Wat kan ik voor je doen, Ramirez?’ vroeg Gregory effen over de telefoon. Hij had besloten dat hij het gesprek maar beter achter de rug kon hebben. Wat wilde die vent van hem?
‘Het gaat over mijn broer,’ zei Ramirez.
Gregory slikte even. ‘Je broer?’
Was Ramirez erachter gekomen wat er gaande was?
Had Benito hem verraden?
Jezus christus, áls het misging, ging het ook goed mis.
‘Ik moet je spreken over hem,’ vervolgde Ramirez. ‘Kun je morgen vroeg naar het buurtcentrum komen? Het is dringend.’
Ramirez kon net zo goed zeggen: ‘Breng een smak geld mee, want ik ga je arm chanteren.’
Gregory beet hard op zijn onderlip. Het was stom, wat hij in werking had gezet. Stom en onvergeeflijk.
‘Ik zal er zijn,’ zei hij kortaf.
Carolyn stapte op iets scherps, alsof ze in een mes was getrapt. Ze slaakte een wanhopige kreet. Was het nog niet genoeg dat ze doorweekt en ijskoud rende voor haar leven, moest dit er nu óók nog bij?
Naarmate haar ogen aan het donker wenden, werd haar duidelijk dat ze door een steegje vluchtte dat was gevuld met uitpuilende vuilnisbakken, gedumpte auto’s, oud meubilair en versleten matrassen.
Een rat schuifelde voor haar voeten weg. Ditmaal wist ze haar kreet in te houden, om zichzelf niet te verraden. Ze moest zo snel mogelijk zo ver mogelijk van het huis waarin ze gevangen was gehouden weg te zien komen. Als haar ontvoerders ontdekten dat ze gevlucht was en naar haar op zoek zouden gaan, wat dan?
Ze moest er niet aan denken.