Wastafelscheiding
Op een wandeling door de historische dorpskern van Thorn stuitte ik op een bruidspaar. Ze stonden in de binnentuin van de middeleeuwse kerk en poseerden voor de foto. De bruid had een roomwitte jurk aan met een lange sleep en een sluier van tule, die wapperde in de wind. De jongeman met wie ze de rest van haar huwelijksleven ging doorbrengen, zag eruit of hij met moeite zijn hoofd boven de boord van zijn jacquet wist te houden.
Hun mooiste dag.
Er wordt weer veel getrouwd in Nederland. Mensen die van elkaar
houden, willen graag de plechtige belofte uitspreken dat het
voortaan altijd zo zal zijn: jij en ik, wij samen. Het maakt niets
uit of de economie floreert of krimpt. De traditie en de romantiek
zijn sterker dan zakelijke overwegingen die berekenen dat je van de
kosten van de trouwdag twee maanden op wereldreis kunt, of akelige
statistieken die aantonen dat je – één tegen drie – niet zo heel
lang gelukkig zult zijn.
De Thornse bruid glimlachte naar de fotograaf, haar echtgenoot
zocht steun tegen de kerkmuur en ik keek naar de wolken die langs
de hemel joegen. Zolang de straffe wind aanhield, zou het misschien
droog blijven.
In het verleden wilde ik, wanneer ik na een verkommerde
liefdesrelatie een nieuwe verloofde ontmoette, niets liever dan
trouwen. Deze man is de beste van allemaal, dacht ik iedere keer.
Ik heb vaak onvergetelijke bruiloften verzonnen, met een
schitterende taart, veel genodigden en een huwelijksnacht op een
bijzondere plek. Er schijnt in Harlingen een vuurtoren te staan die
als hotelkamer wordt verhuurd, en laatst hoorde ik dat ze daar ook
een hijskraan hebben waar je een nacht in kunt doorbrengen. Maar
van dat trouwen van mij zal vermoedelijk nooit iets komen. De
mannen van wie ik houd, zijn niet erg trouwzaam. Niet één verloofde
heeft mij ooit gevraagd. Misschien roep ik geen huwelijksgedachten
op in mannen.
Toch kunnen de verloofde van tegenwoordig en ik goed samenwonen. We
doen het af en toe een poosje en dat gaat verrassend goed. We maken
zelfs geen badkamerruzies.
Van alle beproevingen van het huwelijk schijnt het delen van een
badkamer de zwaarste opgave te zijn. Echtparen die zich aan tafel
en in bed hoffelijk gedragen, willen in de badkamer nog wel eens
gaan snauwen. Het komt doordat badkamers klein zijn en de
verrichtingen die er plaatsvinden tamelijk intiem. Bovendien moet
je op gevoelige tijdstippen in de badkamer zijn, ’s ochtends,
wanneer de dag nog breekbaar is, en ’s avonds, als je moe bent en
kortaangebonden.
‘Wij zijn al meer dan twintig jaar getrouwd,’ vertelde een man, ‘en
wij maken vrijwel nooit meer echte ruzie. We moeten alleen niet
samen in een badkamer staan, dan is het geheid mis.’
‘O ja?’ vroeg ik gretig, ‘wat doen jullie dan?’
‘We doen niks, maar we haten elkaar een beetje. In het vorige huis
dat wij hadden, was maar één wastafel. We moesten dus samen met één
tandpastatube doen. Ik schroefde het dopje er niet goed op, volgens
haar en soms vergat ik het helemaal. Dan schreeuwde ze tegen me. Ze
heeft me zelfs een keer een plaatje cadeau gedaan, met een lied dat
daarover ging: “Doe het dopje op de tube van de tandpasta, anders
droogt de pasta uit.” Het dreunt nog wel eens in mijn hoofd.
Tegenwoordig hebben wij twee wastafels.’
‘Zonde van de ruimte,’ zei ik.
‘Hij is goed besteed,’ antwoordde de man. ‘We hebben nu twee tubes
tandpasta en aparte zeep en potjes crème en zij heeft haar eigen
scheermesjes. Vroeger jatte ze die van mij en daar werd ik dan weer
des duivels om.’
‘Slijten ze van vrouwenharen?’ vroeg ik spottend, maar hij knikte
heftig.
‘Jazeker!’ riep hij, ‘de mesjes worden bot van jullie haar.’ Hij
keek mij dreigend aan.
Het scheelde niets of ik had badkamerruzie met hem en hij betekent
niet eens wat in mijn liefdesleven!
Ik heb zo hier en daar rondgevraagd maar het schijnt inderdaad zo
te zijn dat de dubbele wastafel huwelijken redt. In sommige
gevallen zelfs maar ternauwernood.
‘Wij staan zwijgend naast elkaar in de badkamer,’ vertelde een
vrouw. ‘Ik sta zelfs een beetje met mijn rug naar hem toe, want ik
wil niet zien hoe hij met sop kliedert als hij zich scheert. Het
brandt op mijn lippen om te zeggen dat hij zijn wastafel moet
naspoelen als hij zich geschoren heeft en na het tandenpoetsen,
maar ik beheers me.’
‘Hé, wat toevallig!’ riep ik verrast, ‘dat vieze sopje dat
achterblijft, vind ik ook altijd zo hinderlijk.’
‘Kijk maar uit,’ antwoordde zij, ‘het kan je je huwelijk
kosten.’
‘Ik heb geen huwelijk,’ bekende ik.
Ik denk dat je dat ook aan mijn badkamer kunt zien. Op de planken
staan alleen schoonheidsmiddelen voor de vrouw, make-up, shampoo
voor meer volume, een ladyshave en een flesje hondenshampoo voor de
hond. Voor mijn verloofde heb ik een tandenborstel en een
wegwerpscheermesje. De andere toiletartikelen brengt hij mee in een
toilettas. Hij komt logeren, niet wonen.
‘Ik zou het liefst de badkamerdeur op slot doen,’ zei een vriendin
die sinds twee jaar samenwoont. Zij had enorme haast om bij haar
geliefde in te trekken, maar nu ze eenmaal bij hem woont, heeft ze
spijt. ‘Hij heeft overal wat over te memmen,’ zegt ze, ‘bij alles
wat ik doe geeft hij commentaar. Laatst zei hij dat ik mijn tanden
op de verkeerde manier flos.’
Maar dat is niet de enige reden waarom ze hem niet kan velen in de
badkamer. Ze heeft ook een hekel aan zijn naakte verschijning.
‘Naakt is alleen opwindend in een erotische omgeving,’ zegt zij,
‘als wij in bed liggen, vind ik het lekker. Maar zo’n blote kont
die heen en weer schudt omdat hij zijn tanden staat te poetsen,
dooft alle lust in mij.’
Ik ben het niet met haar eens. Ik vind het juist leuk als een man
zichzelf vergeet doordat hij het druk heeft met iets
anders.
‘Ze vergeten zichzelf veel te veel,’ vindt zij. ‘Wij hebben een wc
in de badkamer. Daar gaat hij onbekommerd op zitten poepen terwijl
ik in bad lig.’
Dat is wel erg schaamteloos.
‘Misschien moet je een verbouwing uitvoeren,’ raadde ik aan, ‘dan
laat je die wc eruit slopen en neem je twee wastafels. Dat schijnt
heel bevorderlijk te zijn voor de goede verstandhouding.’
‘Ik wil twee badkamers,’ zei ze grimmig.
‘Of twee huizen,’ antwoordde ik.
‘Dat is het beste,’ gaf ze toe. Maar voor haar is het te laat, ze
woont nu eenmaal samen. Met wastafel, toilet en bed is ze aan die
man vastgeklonken.
In mijn eenpersoonsbadkamer vind ik af en toe een draadje tandflos
op de rand van de wastafel. Dat is van hem. Met vinger en duim pak
ik het liefdevol op en deponeer het in de afvalemmer.
Als je geen huwelijk hebt, kan het ook niet kapot.