Seks

Sinds Oprah Winfrey op de Nederlandse televisie te zien is, kijk ik iedere dag. Een onafzienbare stoet Amerikanen met intieme problemen presenteert zich dagelijks bij haar in haar studio en vertelt wat eraan schort. Geslagen door hun ouders, verkracht door de buren, verguisd door hun vrienden, beklemd in het huwelijk, de akeligste levenservaringen trekken op het scherm voorbij en steevast verschijnt, na het tweede reclameblok, een deskundige die een oplossing weet. Het zijn psychologen, sociologen, seksuologen en ze hebben iets gemeen: ze hebben een boek geschreven waarin staat hoe je een beter mens kunt worden en ze deugen niet. Vooral aan de seksuologen heb ik een hekel.

Ik wantrouw iedereen die meer dan één mens tegelijk gelukkig wil maken. Ik houd niet van de manier waarop dergelijke reisleiders naar luilekkerland smalen op het leven dat voorafging aan de bekering tot de juiste weg en ik houd niet van hun beloften voor de toekomst.

Wat is er voor bezwaar tegen een onopvallend liefdeleven? Net zoals niet iedereen op reis wil naar verre vreemde landen en sommige mensen niet naar een afwisselend beroep verlangen, wil niet iedere vrouw elke nacht tot ongekende hoogte worden meegevoerd door een man die aan haar meervoudig orgasme zijn trots en zelfrespect ontleent. Waarom mag seksualiteit niet alledaags zijn? Een beetje rommelen op zondagmiddag kan heel genoeglijk zijn.

De opwindendste seksuele avonturen in mijn leven heb ik meegemaakt met mannen met wie ik ook heel terloops kon vrijen. Ik vind het eigenlijk wel een plezierig idee als het niet altijd zo heel goed hoeft te lukken. Een man die zich op zijn gemak voelt en geniet van wat hem overkomt, of dat nu haar orgasme is of het zijne en alles wat eraan te pas komt, is onderhoudender gezelschap dan zo’n tijger met een lintje wegens beheersing van zijn prostaat.

Wat mij ook zo ergert aan de boeken voor een beter seksleven is, dat er weer vanuit wordt gegaan dat vrouwen wel over de brug komen, als je ze maar goed aanpakt. Alsof vrouwen niet ruw kunnen zijn of de boel in de war kunnen sturen door woest te gaan hijgen of iets te zeggen waar de man op afknapt. Dat gezeur altijd over de techniek in bed! Ik ben wel eens klaar gekomen van ergerlijk geknoei en soms onbewogen gebleven bij de verfijndste prikkelingen. Ik ben vast niet de enige die dat is overkomen, maar dat lees je nooit in dergelijke boeken. Daar staat alleen in hoe seks eigenlijk moet.

Sommige handleidingen zijn niet alleen ergerlijk, ze zijn zelfs een beetje fout. Sex and Destiny is er zo een. Het is geschreven door Germaine Greer, dezelfde Greer die, toen ze een jonge meid was seksuele vrijheid proclameerde en toen ze in de overgang raakte, meldde dat ze zo blij was dat ze geen mannen meer nodig had. In de tussenliggende periode heeft ze Sex and Destiny geschreven. In dat boek geeft ze hoog op over de erotische verrichtingen van de mannen in Toscane en andere natuurvolken, die geen voorbehoedmiddelen gebruiken en daardoor zo bedreven zijn geraakt in cunnilingus en coïtus interruptus. Tegen cunnilingus heb ik vanzelfsprekend geen enkel bezwaar, maar wel tegen coïtus interruptus!

Zoals Germaine Greer de methode proclameert, lijkt het wel de herontdekking van de tango, de terugkeer van de minirok, de opleving van een vergeten gebruik, maar het betreft iets veel minder onschuldigs. Voorbehoedmiddelen zijn belangrijk voor mensen die nog geen kinderen willen hebben, of niet meer of helemaal niet. Coïtus interruptus is een beproefd slechte methode. Heel wat mensen danken er hun onbedoelde bestaan aan, heel wat gezinnen hun ongewenste omvang en onvrijwillige armoede. Het lijkt me onverstandig liefdestechnieken en voorbehoedmiddelen door elkaar te halen. Wie geen kinderen wenst, moet zorgen dat hij ze niet maakt of niet krijgt. Een vrouw die een betere minnaar wil zal er een moeten zoeken, of samen met een geïnteresseerde man het een en ander bij moeten leren. Extase komt niet uit een boekje, niet uit een flesje, en niet uit de voorschriften van een dame, die het allemaal al eens gezien heeft, zoals Germaine Greer.