Enquête
Ik sloeg een tijdschrift open en ja hoor, daar stond er weer een: een seksenquête. Die zie je tegenwoordig overal. In weekbladen en glimtijdschriften worden vragen gesteld over seksualiteit en een paar weken later publiceren ze de uitslag. In het begin las ik ze gretig. Ik ben altijd erg nieuwsgierig naar het liefdeleven van andere mensen, maar het lijkt wel of alle tijdschriftenlezers hetzelfde meemaken. Ze komen allemaal 1,4 keer in de week klaar. Ze willen vaker met hun partner naar bed of andersom, de vrouwen zoeken tederheid, de mannen zouden graag wat meer initiatief zien, vooral wat betreft de mondelinge diensten. Als aan vrouwen gevraagd wordt wat ze belangrijker vinden, lust of intimiteit, kiezen ze het laatste en iedereen wil humor in bed. Gapend worstel ik me door de antwoorden heen. Is er nou nooit eens een enquête waar iets in staat dat we willen weten?
Het komt natuurlijk doordat mensen die tijdschriften kopen veel op elkaar lijken. Er bestaat zelfs zoiets als een lezersprofiel en die profielen verschillen onderling al net zo weinig als de tijdschriften zelf.
Er zijn wel bladen die anders zijn, de roddelbladen bijvoorbeeld, maar daarin lees je nooit een seksenquête. Dat is jammer. Van mensen die belangstelling hebben voor de liefdesbaby van een televisieomroeper of de tranen van een ster, zou ik graag weten wat ze in bed zoal doen.
Van al die zevenentwintigjarige, goed opgeleide tijdschriftlezers weet ik het al.
Die staan te trappelen om het te vertellen. Iedere week staan in de vragenrubriek mededelingen over hun liefdeleven: Mijn vriend en ik kunnen erg goed met elkaar overweg in bed, maar nu heeft hij gezegd dat hij wil experimenteren met bondage. Moet ik dat accepteren?
De mensen van wie ik graag zou weten waar ze van dromen en wat daarvan terechtkomt, zwijgen erover. Niemand vraagt ze ooit wat. Van de huidige minister van Justitie zou ik bijvoorbeeld graag weten waar hij van geniet en van de vorige ook. Die keek zo sip.
En van de sokkenkoopman van vijf paar sokken voor een tientje wil ik weten of er iemand van hem houdt en laatst in Veldhoven had ik bijna een intieme vraag aan een oude dame gesteld. ‘Kwam u nou van de coïtus klaar?’ had ik willen vragen, want in haar bloeitijd bestond nog geen speciale aandacht voor het vrouwelijk orgasme. Als een vrouw toen niet spontaan genoot, werd ze frigide genoemd of een net meisje, maar niemand hielp haar de brug over.
Van jonge vrouwen hoef ik dat soort dingen niet te weten. Die hebben een vibrator of een reserveminnaar als er iets seksueels aan hun relatie schort.
Aan hen zou ik iets heel anders willen vragen: hoe lang duurt seks eigenlijk? In vragenrubrieken staat soms een terloops zinnetje: Mijn vriend en ik kunnen urenlang vrijen, maar… en dan volgt het probleem. Urenlang vrijen, denk ik dan, wat doen die mensen in godsnaam? Waar zijn ze al die uren mee bezig?
Ik kan me voorstellen dat je, wanneer je elkaar nog maar net kent, heel vaak een seksuele aandrang voelt en niet van elkaar af kunt blijven. Maar het gaat in problemenrubrieken meestal niet om nieuwe liefde, het zijn mensen die al lang met elkaar omgaan. Ik begrijp niet waar ze die uren mee vullen. Ik geloof ze ook niet. Hoe langer twee mensen elkaar kennen en met elkaar naar bed gaan, hoe vaardiger ze worden in het opwekken van plezier. Ze weten precies welke gebiedsdelen van het lichaam van hun liefdespartner gevoelig zijn en welke ze net zo goed over kunnen slaan. Dat scheelt enorm in tijd.
Ik kan het soms niet laten en kijk op de klok als ik met mijn minnaar naar bed ga, en al flatteer ik de tijdsduur zo hard ik kan: seks duurt geen uren. Geen uur ook. Zelfs niet op zondag. En door de week is het twaalf minuten.
Ik vind dat trouwens lang genoeg. Ik heb in het verleden een minnaar gehad die van geen ophouden wist. Ik weet niet of seks met hem uren duurde, maar zo voelde het wel. In het begin van onze romance vond ik al die hartstocht vleiend, maar al gauw kreeg ik er genoeg van. Daar gaat mijn avond, dacht ik als hij me aankeek met die blik in zijn ogen.
Ik zou heel graag van andere mensen willen weten hoe lang zij met elkaar vrijen, maar dat lees je nooit in een seksenquête. Daar staat alleen in hoe vaak ze het doen: twee keer in de week en daar geloof ik ook niks van.
Het eerste jaar van de romance telt niet, dan
kom je je bed nauwelijks uit.
Maar in een beproefde relatie, die al een paar jaar duurt, kom je
niet aan een gemiddelde van twee keer per week, vooral niet als er
kinderen zijn of een avondstudie of een televisie die veel
aanstaat.
In de meeste huisgezinnen is het veel te druk om eens rustig te
vrijen.
’s Avonds ben je blij dat je mag gaan slapen, ’s ochtends is er
geen tijd en de week is zo om. Het zal heus wel gebeuren dat mensen
die veel van elkaar houden drie achtereenvolgende nachten met
elkaar naar bed gaan, maar niet iedere week. Er is geen tijd of
geen animo en dat drukt het gemiddelde.
Misschien vrijen de meeste mensen maar eens in de twee weken of nog
wat minder. Maar dat vullen ze niet in. Twee keer per week, melden
ze ferm en alle lezers van het tijdschrift fronsen hun wenkbrauwen.
Doen wij het wel vaak genoeg, denken ze vertwijfeld, schieten we
niet tekort?
Want daarvoor dienen de enquêtes, ze worden gelezen voor de
vergelijking. Ik zou de mensen wel willen toeroepen: trap er niet
in! Het zijn allemaal leugens, die vrijtijden, die frequentie. En
al dat gepraat van het voorspel en naspel, daar komt ook meestal
niks van terecht.
Ik ken een zielsgelukkig echtpaar, dat de sterren van de hemel
vrijt. Dat doen ze niet iedere dag, zelfs niet iedere week, maar af
en toe, als ze tijd hebben. De vrouw van het echtpaar vertelde me
dat haar man haar na de daad soms een zoen geeft. ‘Ik was het
naspel vergeten,’ zegt hij en dan valt hij als een blok in
slaap.