Spelen

De man is er de laatste jaren erg op vooruitgegaan. Vroeger was de man een meneer. Het leek of iedere leuke jongen zijn best deed zo snel mogelijk een meneer te worden. Je had verschillende soorten meneren, maar het ergst was het type met de pijp en de zekerheden. ‘Laat dat maar aan mij over, kindje,’ zei hij en begon aan een lange uiteenzetting over iets waarvan hij meende veel verstand te hebben.

Voor vrouwen zijn meneren een plaag. Ze zijn bewerkelijk in hun levensonderhoud en meestal niet erg dankbaar. Het is dan ook aan de vrouwenbeweging te danken dat de aanwas van meneren zo sterk is teruggedrongen. Een licht geval van meneer zie je nog steeds: dat zijn mannen die na hun dertigste een buikje ontwikkelen en in bed alleen nog maar bruikbaar zijn als kruik.

De moderne man is geen meneer maar een jongen. Als je aan een moderne man vraagt hoe hij zichzelf noemt, zegt hij na enige aarzeling: ‘Weet ik veel, eh jongen, of nee, ik ben geloof ik wel een man.’ En zoals je van een jongen mag verwachten, speelt hij. Spelen is een typisch mannelijke eigenschap, vrouwen kunnen het niet. Vrouwen pakken alles serieus aan. Dat begint al op jeugdige leeftijd. Als een meisje met poppen speelt, bereidt ze zich voor op haar moederrol en zelfs als ze touwtjespringt of kringspelletjes doet, zingt ze er liedjes bij die over huwelijkskeuze gaan. ‘Groen is gras, groen is gras onder mijne voeten’ eindigt met ‘o mijn lieve Augustijn, deze dame zal het zijn’ en ‘in spin de bocht gaat in’ heeft ook een passage waarin het springende kind een partner kiest: ‘Loesje, Loesje, je bent mijn vrouw, nooit van mijn leven verlaat ik jou, dag mevrouw!’ En bij die woorden gaat de bocht weer uit.

Tegen de tijd dat kleine meisjes groot zijn, weten ze precies wat het leven hun brengen zal en van spelen hebben ze hun bekomst.

Spelen is mannenwerk. Bijna alle mannen doen iets voor hun lol dat nergens toe dient. Ze vissen, biljarten of klaverjassen. Vrouwen klaverjassen soms ook, maar hoe veel doen dat onafhankelijk van hun echtgenoot? Hoe veel vrouwen zeggen ’s avonds: ‘Blijf jij maar naar de televisiequiz kijken, ik ga kaarten’? Ik ken mannen die voor de lol naar Schiphol gaan om aan de kant van de weg naar het komen en gaan van de vliegtuigen te kijken. Ze maken notities en hebben een reuzeplezier. Hun echtgenotes staan er soms naast en je ziet ze denken: het is dat we anders niks meer samen doen, maar van mij hoeft het niet, die vliegtuigen. Ze snappen de lol niet, ze zien de droom achter de notities niet schemeren, de droom die haar man heeft: dat hij zelf piloot was en met een Boeing 2000 naar het eind van de wereld vloog. Piloot, dat worden maar weinig mannen, maar er zijn genoeg manieren om toch nog een beetje piloot te zijn.

De commercie houdt er rekening mee. Mannen die diep in hun hart piloot zijn, kopen auto’s met veel knoppen op het dashboard en een snelheidsmeter die een getal ver boven de toegestane snelheidslimiet aanwijst. Ze houden van glazen venstertjes waarachter dunne wijzers iets aangeven dat te meten is voor de man achter het stuur. Het liefst droeg de man die piloot is een koptelefoon in de auto. Er bestaan ook horloges voor piloten. Je kunt erop aflezen hoe laat het op de Noordpool is, wanneer het volle maan is in Tokio en onder de wijzerplaat zit nog een kompas. Ik ken een man die er zo een heeft. Hij werkt in een kantoortuin en af en toe zien de collega’s dat hij zijn horloge openklapt om te kijken of het noorden er nog is.

Behalve piloot willen mannen ook graag ontdekkingsreiziger worden. Een vriend van mij is er zo een. Hij heeft een terreinauto met een groot reservewiel achterop waar een wild beest op is afgebeeld. Om de barre kou te trotseren heeft hij een sportieve lichtgewicht jas die geen wind doorlaat en zelfs bij veertig graden onder nul nog warm is. Er horen bergschoenen bij en zo maakt hij in het weekend wandelingen in het Gooi, samen met Tobber, de tekkel. Tekkels zijn van nature niet erg gehoorzaam, maar deze man heeft zijn hondje afgericht alsof hij ermee de barre bergen in moet. Ik heb hem indertijd aan het werk gezien. ‘Tobber, áf!’ riep hij dan en wees gebiedend naar de grond. ‘Af en blíjf!’ En terwijl de baas om de hoek ging staan doen alsof hij Tobber had verlaten, hurkte het hondje braaf in de Wilhelminastraat, totdat het met een commando werd bevrijd.

Deze man heeft een zoon die dat iets verschrikkelijks vindt. ‘Het is maar een tekkel, pa,’ zegt hij, ‘geen sint-bernard.’ Als zijn vader zich gereedmaakt om met zijn hond en zijn rugzak de wijde Veluwe in te trekken, staat Junior hem minachtend aan te kijken. Hij is geen ontdekkingsreiziger, hij is een filmster. Dat is minder inspannend dan ontdekkingsreiziger en het hoeft niet zo veel geld te kosten als piloot. Hij is Rambo in een leren jack, hij kan lopen als een cowboy of als iemand in een reclame voor rum en hij kan zijn haar zorgvuldig kammen zodat het net lijkt of hij het nooit kamt.

Voor een vrouw is het belangrijk te weten wat voor man ze heeft. Als ze een ontdekkingsreiziger heeft gekozen, kan ze met hem op trektocht gaan of lange wandelingen maken in de regen. Dat vindt een ontdekkingsreiziger leuk. Kanovaren, fietsvakanties en door het jaar heen af en toe een picknick of een uitstapje naar een natuurhistorisch museum. Een filmster wil niet naar bezienswaardigheden, die wordt liever zelf gezien. Waar filmsterren erg goed in zijn is uitgaan. Een filmster wil graag mooie kleren aan en dan naar een restaurant waar andere filmsterren zitten of naar een party. Daar hoef je bij een ontdekkingsreiziger niet mee aan te komen en bij een piloot al helemaal niet. Met een piloot kan een vrouw niet veel beginnen. Piloten kunnen vriendelijk zijn en aardig om te zien, maar ze willen nooit mee, ergens heen. Het liefst zitten ze achter een computer, liggen ze onder een auto of verbouwen ze de badkamer, zodat die maandenlang niet gebruikt kan worden. Piloten houden van sluitingen die nauwelijks hoorbaar ‘klik’ zeggen, ze zijn dol op garagedeuren die reageren op een elektronisch signaal, apparaatjes voor de racefiets waarop ze de hoogste en de gemiddelde snelheid kunnen aflezen. De meeste vrouwen delen zijn enthousiasme niet. De hele man valt ze tegen. Ze dachten een levensgezel gevonden te hebben, maar eigenlijk lijkt de man nog het meest op zijn eigen computer. Alles zit erop en eraan, denkt de vrouw van een piloot, maar kan ik hem nog ruilen?