De vibrator
‘Mag ik je vibrator lenen?’ vroeg mijn
vriendin.
‘Ja hoor,’ zei ik, ‘pak hem maar. Hij ligt in het stofmandje.’
Vroeger lag de vibrator bij me in bed, maar na een paar jaar
plezier begon het ding me te vervelen. Toen de batterijen op waren,
kocht ik geen nieuwe en ten slotte verhuisde de vibrator naar het
stofmandje. Hij zag er afgetobd uit.
‘Zullen we een nieuwe voor je kopen?’ stelde ik voor. Maar dat wilde mijn vriendin niet. ‘Je denkt toch niet dat ik zo’n zompige sekshop binnenga, waar achter de schappen vieze mannen in boekjes staan te loeren en luisteren wat je bestelt. Gadverdamme, zo’n inloopzaak met een pluchen gordijn, met een videozaaltje erachter en sperma op de grond.’ Ze was niet meer te stuiten.
‘Hoe weet je dat zo goed?’ vroeg ik. Maar ze bleek nog nooit binnen te zijn geweest. Ze was steeds op de drempel weer omgekeerd. Ik gaf haar geen ongelijk. Ik ben niet erg schroomvallig als het om seks gaat, maar er hangt in sommige sekshops een sfeer van wanhoop en eenzaamheid, die mensen die voor hun plezier vrijen wegjaagt.
‘Je wilt wel een tartaartje, maar het abattoir beneemt je de lust,’ zei mijn vriendin. ‘Zullen we het postorderbedrijf bellen?’ Het postorderbedrijf is er speciaal voor vrouwen die wel een vibrator willen kopen, maar liever zonder tussenkomst van een winkelbediende. Ik belde. ‘Stuur me maar wat moois,’ zei ik roekeloos. ‘Bezorg me maar een pretpakket.’
Een paar dagen later arriveerde met de avond-exprespost een grote doos. Ik zat aan tafel met mijn minnaar. We aten kaviaar op roggebrood en we dronken champagne.
Ik zette het pakket op een laag tafeltje en maakte het open. Op een bedje van piepschuimkorrels lagen vijftien cadeautjes, smaakvol verpakt in rood, zachtblauw, gebloemd en goudkleurig papier. ‘Wat geil!’ fluisterde ik hees. Mijn minnaar keek wantrouwig toe. Uit de lieflijke verpakking kwamen verschillende vervaarlijke hulpstukken: een bruin-rode vibrator in de vorm van een penis met als eikel een dameshoofd met Japanse gelaatstrekken. Op de schacht zat aan de ene kant een aapje en aan de andere kant een eekhoorn, die onafhankelijk van elkaar in werking gesteld konden worden. ‘Tarzan’ stond er op de doos waarin hij was gekomen en ter illustratie stond er nog een plaatje bij van een jongeman aan een touw die een juffrouw in zijn armen hield. Volgens de catalogus was hij de lieveling van het postorderbedrijf. Ik pakte de volgende verrassing uit: een vlinderachtig beest van zachte jelly, dat met elastische bandjes om je heupen gebonden kon worden en met een commando via de batterijhouder aan het werk kon worden gezet. Het ene pakje na het andere verloor zijn onschuldige uiterlijk. Een verleidelijke mintkleurige vibrator, een snoezige paarse, kleiner dan de mintkleurige en oneindig veel eleganter dan het barrel uit het stofmandje. Een zijden onderbroekje zonder kruis, een paar zwarte nylons.
Nog was de doos niet leeg! Een vleeskleurige harmonica, vrij naar het model van een bescheiden penis, die kon ronddraaien en in en uit bewegen, aangedreven door een batterij in het vooronder, met een hulpmotor die een vuistje liet trillen tegen de clitoris.
Mijn minnaar was inmiddels van tafel opgestaan.
‘Vind je het niet enig?’ vroeg ik.
‘Nee,’ zei hij en ging de krant lezen. Ik groef nog even door: drie
vrolijke condooms die niet tegen zwangerschap beschermen, twee
rubberen vingers met noppen in zwart en vleeskleur, twee zilveren
balletjes die in de vagina gebracht kunnen worden en daar een
trilling veroorzaken, een zilveren balletje dat op batterijen loopt
en hetzelfde doet, een eetbaar onderbroekje.
Het grootste pakket bewaarde ik voor het laatst. Er kwam een gigantische zwarte penis uit, een kleverige halfzachte reuzenpik, te realistisch van beadering en verdacht van kleur. Was dit een knieval voor het stereotype dat zwarten een grote seksuele appetijt en navenante geslachtsdelen hebben?
‘Jou vertrouw ik niet,’ zei ik en deed hem terug in de doos. Daar vond ik nog een geitenoog. ‘Ach, wat leuk, een geitenoog. Zullen we die straks proberen?’ vroeg ik. ‘Nee,’ zei mijn minnaar en pakte zijn jas.
De volgende ochtend belde mijn vriendin. ‘Ik heb ruzie,’ zei ze. Ze was met de vibrator thuisgekomen en had hem aan haar man laten zien. ‘Leuk hè?’ had ze gezegd, maar haar man was woedend. ‘Hij eruit of ik eruit!’ had hij gezegd.
‘Jammer,’ zei ik, ‘want ik heb hier een heel nest met vibrators staan, die je allemaal mag uitproberen, behalve één, want die wil ik zelf.’ Ik keek naar het lage tafeltje waarop mijn apparatenpark lag uitgestald. Mijn blik viel op de mintkleurige. ‘Twee,’ zei ik.
‘Ik kom eraan,’ zei mijn vriendin.
Even later zat ze met de zwarte vibrator in haar hand. Aan haar voeten stond een plastic tas met testartikelen. Zij zou Tarzan uitproberen en de zilveren balletjes. De harmonica nam ze mee voor haar zuster. Ik zou de vlinder houden en de kleine accessoires, want ik houd niet erg van vibrators voor inwendig gebruik.
‘Zwarte mannen hebben helemaal geen zwarte pik,’ zei mijn vriendin. ‘Dit is helemaal de verkeerde kleur, dit is zwartepietenzwart.’
‘Ik vind hem te groot,’ zei ik, ‘volgens mij
krijgt geen vrouw dat ding weg.’
‘Mmm,’ zei mijn vriendin, ‘dat gaat wel.’
‘En ik vind hem eng voelen, zo kleverig.’
‘Hij voelt wel levensecht,’ zei mijn vriendin, ‘een beetje tussen
hard en zacht in. Hij wordt warm als je hem een poosje in je hand
houdt en hij is inderdaad een beetje kleverig. Net echt.’ Ze kreeg
een dromerige blik in haar ogen.
‘Mijn man wast zich,’ zei ik afgemeten, ‘en ik verdenk deze
vibrator van politiek onzindelijke vooroordelen.’
’s Avonds probeerde ik de mintkleurige. Het was al een tijd geleden
dat ik het had uitgemaakt met mijn eerste vibrator. Ik was verrast
door de vaardigheid van deze nieuwe. ‘Niet zo snel,’ zei ik, ‘er is
nog meer te doen!’ Ik haalde de vlinder uit het doosje en bond hem
om. Bij het eerste signaal van de batterij ging het beest als een
razende aan het werk, maar hij was niet effectief. Ik trok de
touwtjes strakker aan, maar dat hielp niet. ‘Je kunt er niks van,’
zei ik na een poosje en schakelde hem uit, ‘je bent wel ijverig
maar je hebt geen beleid.’
De volgende ochtend belde ik mijn vriendin.
‘Hartstikke leuk,’ zei ze, ‘maar je moet er wel handigheid in
krijgen. In het begin zaten die beesten me eigenlijk vooral in de
weg. En weet je zeker dat het geen kwaad kan, dat siliconenrubber?
Een condoom gooi je weg en een vibrator kun je afwassen, maar
zouden er geen scheurtjes in het materiaal komen waar bacteriën in
gaan zitten? Op den duur gaat zo’n ding misschien echt
leven!’
‘Was je man nog boos?’ vroeg ik.
‘Jawel, maar dat is hij wel vaker. Van Tarzan weet hij niks. Gek
hè, dat zo’n man jaloers wordt op een machine.’
‘Heb je de zilveren balletjes al geprobeerd?’
‘Nee,’ zei ze, ‘die doe ik toch maar niet. Stel dat je ze er niet
meer uit krijgt. Ik zie me al zoemend en wel de spreekkamer van
mijn huisarts binnen komen.’
‘Er zit toch een touwtje aan!’ zei ik, maar ik begreep wel wat ze
bedoelde. Penetratie is leuk, maar er is een grens aan het arsenaal
van voorwerpen die je naar binnen steekt. Het was niet voor niets
dat ik Tarzan en zijn menagerie de deur uit gedaan had.
Maar ik was nog meer van plan. Bij een groothandel die ook door een
vrouw wordt gedreven, bestelde ik Jan Plezier, de Geile Stier. De
catalogus beloofde een opblaaspop met krulhaar, waar je lekker
doorheen kon woelen en een realistische penis.
‘Opgelet, geestdriftige minnaars!’ stond op de verpakking.
‘Bijgesloten zit een lijmtube om eventuele beschadigingen door al
te grote opwinding te repareren.’ Ik kon haast niet wachten en
lichtte Jan Plezier uit de doos. De realistische penis viel op de
grond. Hij was zalmroze en hol vanbinnen. Trillen, roteren, in en
uit bewegen was er niet bij. Ik begon spijt te krijgen dat ik
Tarzan had laten adopteren. Ik keek mijn plastic minnaar aan. Erg
knap kon ik hem niet vinden. Het blonde woelhaar besloeg maar een
smalle strook en ging daarna over in een rode badmuts met een paar
getekende haartjes erop. Oren had hij niet en ook geen warme blik.
Zielloos staarden zijn ogen in de verte, maar dat was het ergste
niet. Zijn mond stond open. Ver open. Was Jan Plezier misschien
homoseksueel? Achter op zijn rug zat het opblaastuutje. Ik begon te
blazen. Dat viel me niet mee. Na tien minuten hartstochtelijk
persen hing Jan Plezier nog machteloos in mijn armen en tegen de
tijd dat hij eindelijk vol lucht zat, bleek hij niet de forse
minnaar die ik me had voorgesteld, maar een iel piechempje met
tuttige puntvoetjes en poppenhanden. Mooie billen had hij wel, met
daartussen een gat. Jan was een nicht.
‘Geeft niet schat,’ zei ik met een dappere glimlach, ‘we kunnen
toch vrienden blijven.’
’s Avonds belde ik Tarzan.