63
Fleur zat geduldig te wachten in een streng beveiligd appartement. Als verliefd meisje was ze twee jaar geleden Kroatië ingekomen en als kroongetuige in een internationale vrouwenhandelzaak had ze het land verlaten. Gisteren was ze samen met haar vriendinnen alsnog met een andere helikopter naar het vliegveld gebracht. Nog geen uur later hadden ze onder begeleiding van Dorba en een paar van zijn collega’s Kroatië verlaten. Tijd om afscheid te nemen van het land waar ze van was gaan houden, was er niet geweest, maar ze had al zoveel verloren dat dit er ook nog wel bij kon.
Vanochtend had ze Dorba uitgebreid gesproken. Eindelijk had hij zijn ware identiteit aan haar onthuld. Hij werkte voor Interpol en was vier jaar geleden samen met een paar andere collega’s undercover gegaan. Hun missie was het oprollen van een internationaal netwerk dat via de zogenaamde Balkanroute meisjes en vrouwen naar West-Europa smokkelde. Het was Dorba’s persoonlijke opdracht geweest te infiltreren in Tibors netwerk omdat Kroatië een belangrijk bron- en doorvoerland was van vrouwen en kinderen die in de rest van Europa tot prostitutie of arbeid werden gedwongen. Binnen een jaar was het Dorba gelukt zich op te werken tot Tibors rechterhand. Tibor had zijn grootste afzetmarkt in Nederland waar hij de meisjes onder het mom van au pair naartoe liet brengen. Het gros kwam als privéspeeltje terecht bij zijn klanten uit de ‘hogere kringen’, de overgebleven meisjes werden gedwongen de illegale prostitutie in te gaan.
Ook Nyura zou in Nederland gaan werken als au pair bij een rijke zakenman die grof voor haar betaald had. Gelukkig voor haar was ze op het nippertje bevrijd en maakte ze het naar omstandigheden goed. Fleur had haar gisteren al kort gesproken en vanochtend weer. Nyura was net als Fleur een belangrijke getuige geworden. En net als Fleur verbleef ze in een zwaarbewaakte kamer.
Dankzij het programmaatje dat Fleur op Tibors laptop had geïnstalleerd, had Interpol alle bestanden op zijn computer kunnen kopiëren en analyseren. Zo hadden ze de hand kunnen leggen op zijn volledige administratie en de voor Interpol nog ontbrekende schakels in zijn netwerk alsnog kunnen invullen. Via Fleurs telefoon, waar een zendertje in zat, hadden ze haar gesprekken met Nyura kunnen volgen en opnemen. Op dit moment werden er invallen gedaan bij Tibors contactpersonen in Nederland. Reggie bleek een van hen te zijn. Die wetenschap was een klap in Fleurs gezicht geweest. Ze had al die tijd gedacht dat Tibor haar uit Reggies klauwen had bevrijd, maar het bleek dat beide mannen het gewoon op een akkoordje hadden gegooid. Tibor wilde Fleur hebben en Reggie wilde deel uitmaken van zijn lucratieve handel. Ze voelde zich dubbel verraden en had plechtig gezworen dat ze nooit van haar leven meer een man zou vertrouwen. Het leven had haar genoeg te bieden als ze haar wonden had gelikt en zichzelf weer bij elkaar had geraapt.
Een stevige klop op de deur haalde haar uit haar overpeinzingen. De deur ging open en Milou en Sanne vlogen naar binnen. Noa volgde op krukken. Ze was gisteren behandeld in een ziekenhuis en zou er weer helemaal bovenop komen. De kogel had geen blijvende schade aangericht en de tijd zou de wond helen. Fleur knikte naar Dorba en hij sloot de deur om hun wat privacy te gunnen. Huilend sloot Fleur haar vriendinnen in de armen en klemde zich aan hen vast. Ze hadden elkaar nog niet gesproken sinds ze in veiligheid waren gebracht.
‘O, Fleur,’ fluisterde Noa. Ze zag nog wat bleek maar maakte verder een montere indruk. Fleur hielp haar naar het bed dat midden in de riante kamer stond. Noa kreunde en trok een pijnlijk gezicht toen Sanne haar gewonde been voorzichtig optilde zodat ze met gestrekte benen op het bed terecht kwam. Milou drapeerde alle kussens die ze in de kamer kon vinden achter Noa’s rug. ‘Zo beter?’
‘Ja, maar doe me toch nog maar zo’n oranje jongen.’
Sanne haalde een strip pillen uit haar handtas en drukte er een uit. Milou pakte het flesje water dat op het nachtkastje stond en gaf het aan Noa.
‘Wat is dat voor pil?’ vroeg Fleur.
Noa nam hem eerst in met een flinke hoeveelheid water voordat ze antwoord gaf. ‘Hoe heet dat spul ook alweer, San?’
Sanne keek achterop de strip. ‘Tramal. Stevige pijnstiller volgens de dokter.’
Noa’s gezicht ontspande. Met een gelukzalige glimlach nestelde ze zich tegen de kussens in haar rug aan.
‘Heavy shit,’ mompelde Fleur. Ze ging naast Noa op bed zitten en pakte haar hand. ‘Ik vind je de dapperste vrouw die ik ooit gekend heb. Als je je niet op me had geworpen dan weet ik niet of ik hier vandaag nog had gezeten. Ik vind het verschrikkelijk dat ik jou en Sanne en Milou in gevaar heb gebracht.’
‘Ach, in liefde en oorlog is alles geoorloofd zeggen ze toch weleens? Dit was een beetje van beide,’ concludeerde Milou. ‘Wat ik me nog steeds afvraag is wie er achter jouw ontvoering zat en waar je die dagen geweest bent.’
‘Interpol. Ze hebben me al die tijd verhoord en me ervan proberen te overtuigen dat Tibor alleen gestopt kon worden als ik mee zou werken met het verzamelen van bewijs tegen hem. Eerst wilde ik niet geloven wat ze over hem vertelden en weigerde ik. Toen hebben ze me onder druk gezet en gedreigd me aan te klagen als medeplichtige als Tibor eenmaal gepakt was. Dat maakte me bang en ik gaf toe. Pas toen ik Nyura in de kelder vond, kon ik niet meer weglopen voor de waarheid en werd het een persoonlijke missie om Tibor te stoppen. Het moeilijkste vond ik dat ik jullie niets kon vertellen. Tibor mocht totaal geen argwaan krijgen, want dan zou ik mezelf, Nyura en jullie in gevaar brengen. Noa betrapte me ’s nachts toen ik naar Nyura toe ging en ik kon niet anders dan haar summier informeren over Tibors werkzaamheden, maar dat ik een spion voor Interpol was, heb ik ook voor haar verborgen gehouden.’
‘Zat die mafkees die onze hotelkamer binnendrong ook in het complot?’
‘Ja, die overvaller was een collega van Dorba en het was nooit de bedoeling dat jullie gewond zouden raken of erger. Er was alles aan gelegen dat de telefoon, die door een stommiteit op straat terecht was gekomen, zo snel mogelijk weer bij de eigenaar terechtkwam. Hij mocht absoluut niet in verkeerde handen vallen en jullie zouden niet rusten totdat jullie hadden achterhaald van wie hij was. Of heb ik dat fout?’
‘Nee, dat zie je heel scherp,’ reageerde Noa. ‘Maar voor een in scène gezette overval had die vent wel wat milder mogen zijn. Ik voel mijn ribben nog. Ik ben blij dat alles achter de rug is en we weer gewoon normaal kunnen doen. Je kunt bij mij wonen Fleur, tot je je leven weer een beetje op orde hebt.’ Noa praatte inmiddels wat trager door de pijnstiller, maar haar woorden waren helder en ze keek Fleur recht aan. Fleur sloeg haar ogen neer. ‘Dat is echt ontzettend lief van je, maar ik vrees dat ik niet met jullie mee kan naar Nederland.’ Ze pauzeerde even kort. ‘Het is niet veilig voor me. Ik ga samen met Nyura in een getuigenbeschermingsprogramma totdat het netwerk waar Tibor deel van uitmaakte helemaal is opgerold. Daarna moet ik getuigen in het proces. Dit is misschien wel de laatste keer dat we elkaar zien.’ Het verdriet klonk door in Fleurs stem.
Noa’s ogen sperden zich open. ‘Dat meen je toch niet, Fleur? Ik heb je gered om je voorgoed kwijt te raken? Dat is toch niet eerlijk?’ Noa’s stem brak en haar ogen vulden zich met tranen. ‘We kunnen je toch helemaal niet missen?’
‘Fleur vindt vast wel een manier om contact te houden, toch Fleur?’ Milou sloeg haar arm om Noa heen. ‘Toch Fleur?’ herhaalde ze met een stelligheid in haar stem die normaliter meer bij Noa paste.
‘Ik weet het niet, lieverds.’
Fleur stond op en liep naar het raam. Ze voelde zich compleet onmachtig en hoewel ze dacht dat het niet meer kon, brak haar hart weer. Sanne liep achter haar aan en smoorde haar bijna in een omhelzing. Fleur liet zich gewillig tegen haar grote boezem drukken en sloot haar ogen om het moment ten volle te beleven. Haar kaken verkrampten van het ingehouden verdriet. Ze wilde er geen drama van maken, want daar had niemand wat aan, maar het kostte haar de grootste moeite. Na een paar minuten maakte ze zich los uit Sannes troostende armen. ‘Ik ga jullie echt heel erg missen. Als het anders kon...’
Fleur begon te huilen en liet zich tegen Noa aan zakken. Wat hield ze van haar vriendinnen. Noa met haar scherpe tong en kleine hartje, wispelturige Milou die graag in haar eigen droomwereld leefde en mollige Sanne die een eeuwige strijd met haar gewicht voerde door haar liefde voor eten. Ze zou ze zo ontzettend gaan missen. Maar als ze wilde dat de mensen die het leven van onschuldige vrouwen verwoestten gestopt werden, dan moest ze dit doorzetten. Ze hoopte daarmee ook haar eigen leven te redden en haar schuldgevoel te verminderen. De taak die op haar schouders rustte was belangrijker dan zijzelf. Ze had zoveel fouten gemaakt in haar leven, vanaf nu zou ze alleen nog proberen het goede te doen. Vandaag was de perfecte dag om daarmee te beginnen.
Een korte klop en de deur zwaaide open. ‘We moeten gaan, Fleur, ben je er klaar voor?’ Dorba lachte haar vriendelijk toe.
‘Nee hoor, we zijn nog niet klaar. We zijn er nooit klaar voor.’ Milou greep Fleur stevig vast. Fleur knikte naar Dorba en worstelde zich los. Ze gaf haar vriendinnen stuk voor stuk een dikke knuffel en een kus. Sanne en Milou stonden dicht tegen elkaar aan en Noa keek vanaf het bed triest voor zich uit. Fleur pakte haar gezicht tussen haar handen en keek haar indringend aan. ‘Dank je wel voor alles. Ik zal nooit vergeten wat je voor me gedaan hebt.’ Ze drukte Noa een kus op haar voorhoofd en stond op van het bed.
Milou pakte haar telefoon. ‘Nog een laatste foto.’ Smekend keek ze Dorba aan. Dorba knikte en pakte hem aan. Met z’n vieren kropen ze op het bed en grepen elkaar stevig vast.
‘Probeer te lachen,’ zei Dorba voordat hij hen vereeuwigde. Fleur genoot van het laatste moment dat ze met haar vriendinnen had en liet ze toen voorzichtig los.
‘Gelukkig hebben we de foto’s nog,’ snifte Sanne. Fleur streelde haar liefkozend over haar wang en liep in een streep naar de deur. Het had geen zin om het moment nog langer uit te stellen. Dorba had Fleurs koffer, die al klaarstond bij de deur, gepakt. Zo zou het vanaf nu worden. Leven uit een koffer, zonder thuis. Ze hoopte ooit weer een thuis voor zichzelf te hebben. Bij de deur draaide ze zich om. ‘Ik hou van jullie,’ zei ze tegen de drie vrouwen die haar dierbaarder waren dan haar eigen leven. Nog één keer nam ze hun gezichten in zich op. Een traan liep over haar wang en ze veegde hem weg terwijl ze de deur sloot. Achter Dorba aan liep ze haar nieuwe toekomst tegemoet, waar die dan ook mocht zijn. Ze had geen idee wat die toekomst haar zou brengen, maar beroerder dan haar leven tot nu toe was geweest zou het waarschijnlijk niet worden.