62

Noa sprong op van de harde houten bank en worstelde zich over Sanne en Milou heen naar voren. ‘Ik maak bezwaar, ik maak bezwaar.’ Ze bleef de woorden maar herhalen totdat ze naast Fleur stond. De priester keek alsof hij water zag branden en Tibor duwde haar woedend aan de kant toen Noa probeerde Fleurs hand te pakken. Voordat Fleur kon reageren vlogen de kerkdeuren ineens open en drong een groep mannen met bivakmutsen en getrokken wapens de kerk binnen.

Ze renden over het middenpad rechtstreeks op Tibor af en een van hen brulde dat hij onder arrest stond op verdenking van mensenhandel. Branco, die aan de zijkant van de kerk had gestaan, kwam meteen in actie en sneed de mannen schietend de pas af terwijl hij Tibor meesleurde naar de deur waardoor de priester binnen was gekomen. Van Dorba was geen spoor te bekennen.

Everybody down!’ brulde iemand terwijl de mannen met de bivakmutsen het vuur openden op Branco en Tibor. Kogels vlogen door de kerk en sloegen gaten in de deur waar Branco en Tibor door probeerden te ontsnappen. Voordat Branco de deur achter zich dichttrok, richtte hij zijn pistool op Fleur en haalde de trekker over. Noa zag wat hij probeerde te doen en duwde Fleur uit de vuurlinie. Zonder na te denken liet ze zich beschermend boven op haar vallen toen het schot klonk. Fleur klapte voorover op de grond en alle lucht werd uit haar longen geblazen door de klap. De kogel vloog rakelings over haar heen. Het fluitende geluid verlamde haar kortstondig van de schrik. Toen begon Noa te gillen.

‘Noa!’ gilde Fleur hysterisch. ‘Ben je geraakt? Niet doodgaan!’ Ze probeerde zich onder Noa uit te worstelen om haar vriendin te hulp te schieten maar haar trouwjurk maakte soepel bewegen niet bepaald makkelijk en ze kon geen kant op. Hoe het met Sanne en Milou was kon ze vanuit haar benarde buikligging ook niet zien. Ze voelde dat Noa van haar af werd getild en draaide zich meteen om nu het gewicht van haar vriendin niet meer op haar drukte. Ze keek recht in de ogen van Dorba die over Noa heen zat gebogen.

‘Blijf van haar af, klootzak! Waag het niet haar aan te raken!’ Zo snel als ze kon kwam Fleur half overeind en begon op Dorba in te rammen. In een flits zag ze Milou naderen die op Dorba’s rug sprong en probeerde zijn ogen uit te krabben. Met een woeste schreeuw draaide hij een kwartslag. Door de kracht van zijn beweging vloog Milou van zijn rug.

Let me help her,’ schreeuwde hij toen Sanne hem met gebalde vuisten naderde. ‘Ik ben een van hen,’ schreeuwde hij naar Fleur. Fleur keek hem met grote ogen aan en trok wit weg toen ze de wond op Noa’s been zag waar steeds meer bloed uit stroomde.

‘Laat hem met rust, Sanne, het is oké. Hij is van Interpol, ik leg het je later wel uit.’

Dorba onderzocht de wond. ‘Het ziet er erger uit dan het is,’ concludeerde hij. ‘Geef me je sjaal,’ zei hij tegen Milou. Ze aarzelde geen moment en gaf hem wat hij wilde. Snel bond Dorba Noa’s been provisorisch af. ‘Dat moet wel even houden,’ mompelde hij. In een vloeiende beweging pakte hij de bewusteloze Noa op en vroeg de anderen hem te volgen. Nu pas viel het Fleur op dat de paar genodigden voor het huwelijk, waaronder Jadranka, waren verdwenen. Een stuk van het gewaad van de priester kwam achter de kansel uit waar hij blijkbaar langs weg was gedoken tijdens het wildwesttafereel in zijn kerk. Een panisch geprevel klonk uit zijn mond. Sanne en Milou trokken Fleur mee achter Dorba aan, die met Noa in zijn armen al bij de openstaande kerkdeuren was, waar twee mannen met bivakmutsen de wacht hielden. Ze knikten Dorba toe en lieten hem en zijn volgers passeren. Dorba koerste rechtstreeks af op een zwart busje met geblindeerde ramen dat met draaiende motor voor de kerk stond. De twee mannen met bivakmutsen renden langs Fleur, Sanne en Milou heen en openden een schuifdeur van het busje. Dorba stapte met Noa in. Een van de mannen pakte Fleur vast en hielp haar naar binnen. Daarna volgden Sanne en Milou. Onmiddellijk werd de deur dichtgeschoven en klonk er een harde klap op de bus. Er werd meteen gas gegeven en met piepende banden trok het voertuig op. Fleur werd tegen de wand van het busje aangesmeten en bezeerde haar hoofd. Ze vergat haar eigen leed toen er een duidelijk hoorbare kreun uit Noa’s mond kwam. Dorba hielp Noa overeind en zette haar tegen de wand aan. Versuft keek ze om zich heen.

‘Wat is er gebeurd?’ Haar oog viel op Milous met bloed doordrenkte sjaal waar haar been mee was afgebonden. Haar ogen draaiden weg en ze zakte onderuit. Fleur schoot naar voren maar Dorba hield haar tegen. ‘Ze is weer flauwgevallen. Kan het zijn dat ze niet zo goed tegen bloed kan?’ Hij probeerde Noa weer bij te brengen met een paar tikken op haar wang. Toen dat niet lukte pakte hij een fles water uit een krat dat in de hoek stond en goot het over haar heen. Proestend kwam ze bij.

‘Het komt goed met je, Noa,’ bleef Fleur maar herhalen terwijl ze tegen haar vriendin aan ging zitten.

De bus maakte nog meer vaart. De motor ronkte luidruchtig maar het gebonk over oneffenheden in de weg nam af. Het kon bijna niet anders dan dat ze nu op een asfaltweg reden.

‘Waar gaan we naartoe?’ vroeg Fleur.

‘Ja, dat wil ik ook weleens weten,’ beaamde Milou.

‘Naar een ziekenhuis hoop ik,’ kreunde Noa.

‘We moeten jullie eerst in veiligheid brengen en dan regelen we een dokter,’ antwoordde Dorba. ‘Ik heb de wond goed afgebonden dus je loopt geen gevaar. We rijden nu naar de helikopterlandplaats op het eiland om jullie zo snel mogelijk naar de luchthaven te brengen. Ondertussen is het te hopen dat Tibor en Branco inmiddels door mijn collega’s zijn opgepakt.’

‘Dus jij en die bivakmutsen zijn van Interpol? Ik dacht dat dat zo’n professionele organisatie was. Hoe kunnen jullie Tibor en Branco nou laten ontsnappen?’ zei Milou minachtend.

Dorba leek niet onder de indruk van haar aanval. ‘In theorie kun je dingen prachtig uitdenken en plannen, maar helaas stroken ze vaak niet met de praktijk.’ Het busje maakte een scherpe bocht naar rechts en iedereen zette zich weer schrap. Een ehbo-koffer gleed over de vloer.

‘Zit daar een schaar in?’ vroeg Fleur terwijl ze weer worstelde met haar jurk. Dorba knikte terwijl hij Noa ondersteunde.

‘Mooi.’ Zodra het busje weer recht op de weg lag, schoof Fleur naar de koffer toe en klikte hem open. Triomfantelijk hield ze de schaar omhoog. Zonder te aarzelen pakte ze de rok van haar trouwjurk vast en zette rücksichtslos de schaar erin tot ze er een modelletje boven de knie van had gemaakt. Sanne keek haar met open mond aan.

‘Zo kan ik me tenminste weer een beetje fatsoenlijk bewegen.’

Dorba glimlachte ondanks de ernst van de situatie. De bus minderde vaart en kwam tot stilstand. De schuifdeur werd onmiddellijk geopend en twee mannen sprongen naar binnen. Ze pakten Noa van Dorba over en hielpen haar het busje uit. Fleur, Sanne en Milou volgden en Dorba sloot de rij. Twee andere gewapende mannen bleven bij het busje staan. Verderop stond een helikopter in een weiland met draaiende propeller.

‘Volg mij,’ schreeuwde Dorba boven het lawaai uit terwijl hij richting hun nieuwe vervoermiddel koerste. Fleur had haar pumps in het busje achtergelaten en rende op blote voeten richting de helikopter. Nog even keek ze om en haar hart stond stil. Er kwam een auto aan scheuren en ze dacht Branco achter het stuur te zien zitten. De mannen die bij het busje waren achtergebleven reageerden meteen en probeerden de banden van de naderende auto lek te schieten. Een hand met een automatisch geweer verscheen uit het raampje en schoot de mannen neer. Fleur sprintte samen met Milou en Sanne naar de helikopter terwijl de auto probeerde het weiland in te rijden en hen de pas af te snijden. Twee mannen die bij de helikopter stonden te wachten, renden langs Fleur en haar vriendinnen heen om hun achterhoede te dekken. De andere twee, die Noa al in de helikopter hadden geholpen, hielpen Dorba de andere meiden ook veilig naar binnen te krijgen. De auto was inmiddels doorgedrongen tot vlak bij de helikopter nadat de man in de auto ook de twee andere beveiligers had neergeschoten. De helikopter begon al op te stijgen voordat de deur gesloten was. Dorba hing half naar buiten met zijn geweer in de aanslag. De autodeur ging open en Tibor stapte naar buiten. ‘Fleur!’ brulde hij terwijl hij in het wilde weg begon te schieten en hij richting de opstijgende helikopter rende. Er klonk een schot uit Dorba’s geweer en Tibor wankelde. Hij schoot zijn pistool leeg richting de helikopter en zakte toen in elkaar. Branco was inmiddels ook uit de auto gesprongen en richtte zijn geweer op de rotor. Dorba probeerde hem uit te schakelen maar miste toen de helikopter begon te zwalken. Er ontstond zwarte rook en de helikopter draaide ongecontroleerd rond in de lucht.

‘We zijn geraakt!’ brulde Dorba. Een team van nieuwe mannen in zwarte pakken naderde Branco van achteren en opende het vuur voordat hij nog meer schade kon aanrichten. Hij viel op de grond en bleef net als Tibor roerloos liggen. De rookontwikkeling rond de helikopter werd steeds heviger en het was onduidelijk of het de piloot zou lukken het toestel veilig aan de grond te zetten. De helikopter danste ongecontroleerd door de lucht en maakte een vrije val. Vlak voordat het toestel te pletter zou storten wist de piloot de heli weer onder controle te krijgen. Met een harde klap belandde de helikopter in het weiland.

‘Eruit en rennen!’ schreeuwde Dorba. Milou schoot langs hem heen en volgde zonder na te denken zijn advies op. Fleur en Sanne volgden. Daarna trok Dorba Noa naar buiten. De mannen die Branco net hadden uitgeschakeld, schoten hem en de piloot te hulp. Met z’n allen renden ze zo hard mogelijk weg. Een explosie klonk en iedereen liet zich plat op de grond vallen. Fleur wreef met een pijnlijk gezicht over haar schouder en ribben.

Ook Sanne en Milou wreven over hun kwetsuren. Noa lag met een bleek gezicht in het grasveld. Dorba hielp haar in de zithouding. Toen bleek dat iedereen in orde was, strompelde Fleur naar het roerloze lichaam van Tibor dat verderop lag.

‘Is hij dood?’ vroeg ze aan de man die erbij stond. De man knikte bevestigend.

‘Hij ook?’ Ze wees op Branco. Weer een knik. Fleur knielde bij het lichaam van Tibor neer en negeerde de pijn in haar ribben zo veel mogelijk. In de verte kwamen twee zwarte busjes aanrijden en een brandweerauto om de helikopter te blussen.

Fleur keek naar Tibors levenloze lichaam en zijn verwrongen mond die zijn laatste schreeuw niet meer af had kunnen maken. Ze staarde in de gebroken ogen van de man waar ze eens van had gehouden. Zijn stropdas zat scheef om zijn nek. Ze trok hem recht, net zoals ze had gedaan voordat ze amper anderhalf uur geleden met Tibor de kerk in was gestapt. Daarna worstelde ze zichzelf overeind. Zonder verder nog om te kijken liep ze weg.

Goudkust
x9789044972764.html1.xhtml
x9789044972764.html2.xhtml
x9789044972764.html3.xhtml
x9789044972764.html4.xhtml
x9789044972764.html5.xhtml
x9789044972764.html6.xhtml
x9789044972764.html7.xhtml
x9789044972764.html8.xhtml
x9789044972764.html9.xhtml
x9789044972764.html10.xhtml
x9789044972764.html11.xhtml
x9789044972764.html12.xhtml
x9789044972764.html13.xhtml
x9789044972764.html14.xhtml
x9789044972764.html15.xhtml
x9789044972764.html16.xhtml
x9789044972764.html17.xhtml
x9789044972764.html18.xhtml
x9789044972764.html19.xhtml
x9789044972764.html20.xhtml
x9789044972764.html21.xhtml
x9789044972764.html22.xhtml
x9789044972764.html23.xhtml
x9789044972764.html24.xhtml
x9789044972764.html25.xhtml
x9789044972764.html26.xhtml
x9789044972764.html27.xhtml
x9789044972764.html28.xhtml
x9789044972764.html29.xhtml
x9789044972764.html30.xhtml
x9789044972764.html31.xhtml
x9789044972764.html32.xhtml
x9789044972764.html33.xhtml
x9789044972764.html34.xhtml
x9789044972764.html35.xhtml
x9789044972764.html36.xhtml
x9789044972764.html37.xhtml
x9789044972764.html38.xhtml
x9789044972764.html39.xhtml
x9789044972764.html40.xhtml
x9789044972764.html41.xhtml
x9789044972764.html42.xhtml
x9789044972764.html43.xhtml
x9789044972764.html44.xhtml
x9789044972764.html45.xhtml
x9789044972764.html46.xhtml
x9789044972764.html47.xhtml
x9789044972764.html48.xhtml
x9789044972764.html49.xhtml
x9789044972764.html50.xhtml
x9789044972764.html51.xhtml
x9789044972764.html52.xhtml
x9789044972764.html53.xhtml
x9789044972764.html54.xhtml
x9789044972764.html55.xhtml
x9789044972764.html56.xhtml
x9789044972764.html57.xhtml
x9789044972764.html58.xhtml
x9789044972764.html59.xhtml
x9789044972764.html60.xhtml
x9789044972764.html61.xhtml
x9789044972764.html62.xhtml
x9789044972764.html63.xhtml
x9789044972764.html64.xhtml
x9789044972764.html65.xhtml
x9789044972764.html66.xhtml
x9789044972764.html67.xhtml
x9789044972764.html68.xhtml
x9789044972764.html69.xhtml
x9789044972764.html70.xhtml
x9789044972764.html71.xhtml
x9789044972764.html72.xhtml