11
Het geluid van een sms klonk. Noa pakte haar telefoon. Bericht van Fleur. We staan voor de deur! X
Komen er aan! X
Noa pakte haar tas, sloot haar kamer af en gaf een roffel op de deur van Sanne en Milou. Sannes deur vloog meteen open, alsof ze erachter had staan wachten. Milou liet wat langer op zich wachten, maar volgde uiteindelijk ook. Ze zag er een stuk beter uit dan een paar uur geleden. Gedrieën liepen ze naar de uitgang van het hotel waar een verlengde roze limousine klaarstond. Fleur stond ernaast en zwaaide enthousiast.
‘Nou, nou, we gaan op stand,’ zei Noa terwijl ze de limo bekeek.
‘O, ik heb altijd al eens in zo’n auto willen zitten.’ Sanne liet met een plechtige blik haar hand over de glimmende lak gaan. ‘Wauw.’
‘Het is maar een auto hoor, mensen.’
‘Hè, Noa, kun jij dat nuchtere gen van je nou nooit eens even uitschakelen en je helemaal laten gaan? Natuurlijk is het “maar” een auto, maar wat voor een! Wanneer krijg je nou de kans om in zo’n gaaf ding te zitten?’
‘Ik vind hem ook retechic hoor Fleur, en laat Noa maar lullen.’ Milou sloeg een arm om Fleur heen. ‘En by the way, wat zie je er zelf trouwens ook weer prachtig uit.’
‘Daar heeft Milou absoluut een punt. Die auto valt gewoon in het niet bij jouw verschijning,’ probeerde Noa Fleur weer een beetje te paaien. De opmerking over de auto was er uitgefloept voordat ze er erg in had. Ze was nou eenmaal te nuchter voor dit soort materiële weldaad, maar ze wist dat Fleur en Sanne er wel gevoelig voor waren. Zelfs Milou bezondigde zich vandaag aan enig materialisme. Noa wenste nu dat ze haar woorden had ingeslikt. Ze wilde niet overkomen als een zuurpruim. Maar aan de gelukzalige blik op Fleurs gezicht te zien, had ze zich weinig van de opmerking aangetrokken.
Branco, die samen met Tibor in de auto zat waarmee ze van het vliegveld waren gehaald, schraapte luidruchtig zijn keel. Fleur gaf met een elegante armzwaai aan dat haar vriendinnen in de limousine moesten instappen. Dorba sloot de deuren achter hen en nam zelf plaats naast de chauffeur.
‘Ik moet toegeven dat het bijzonder ergonomische stoelen zijn.’ Noa klikte haar gordel vast.
‘De bar!’ Sanne dook er enthousiast op af.
‘Ik kan je alleen maar vloeibare zoetigheid aanbieden,’ wees Fleur op de shooters die naast de champagnekoeler stonden.
‘O, nou ja, doe dat dan maar.’ Sanne pakte de rood gekleurde shooter van haar aan en tikte hem in een keer achterover. ‘Mmm, lekker.’ Ze hield het flesje voor zich uit. ‘Kijk nou, er zit een etiket op met “Fleur hartje Tibor”.’
‘Laat zien!’ Milou griste het flesje uit haar handen, bekeek het zelf en hield het toen Noa voor. ‘Love is in the air, wat jij?’ De limo begon te rijden en de wagen met Tibor en Branco reed er vlak achter. Milou keek door de geblindeerde ruiten naar buiten. ‘Ik voel me net een popster!’
‘Hier Lady Gaga,’ Fleur stak haar een shooter toe en pakte er ook een voor Noa. Noa wilde het haar toegestoken flesje alweer beleefd weigeren en schudde haar hoofd.
‘Zo makkelijk kom je er deze keer niet van af, speciaal voor jou een alcoholvrije,’ lachte Fleur. Met een zuinig gezicht nam Noa een klein slokje. ‘Snel gaf ze het flesje door aan Sanne. ‘Get, ik krijg dit echt niet weg, sorry. Mijn tanden vallen bijna spontaan uit mijn mond, zo zoet is het.’
‘Nou, mijn gebit is ijzersterk. Kom maar op met dat goedje.’ Sanne dronk het flesje in een teug leeg.
‘Heb je voor mij ook zo’n alcoholvrije? Dat flesje van net hakt er meteen aardig in. Denk dat ik me tot vanavond in de club beter even rustig kan houden.’ Fleur gaf Milou een flesje aan. Voor ze er erg in hadden, stopte de auto en deed Dorba de deur open. Tibor en Branco hadden hun auto al geparkeerd en waren al uitgestapt. Gearmd liep Fleur met haar vriendinnen het restaurant binnen. Tibor mompelde nog wat tegen Dorba en Branco voordat hij ook naar binnen kwam. De kleerkasten posteerden zich als twee lijfwachten voor de ingang van het restaurant.
‘Goh, zelfs bewaking bij het eten?’ merkte Noa langs haar neus weg op.
‘Tibor heeft nou eenmaal heel veel geld en is daardoor altijd interessant voor mensen die het minder goed hebben.’
‘Je bedoelt eigenlijk dat het gevaar van ontvoering permanent op de loer ligt?’
‘Zou kunnen,’ mompelde Fleur.
‘Dat betekent dus dat jij een doelwit kunt zijn. Mensen die losgeld willen, ontvoeren meestal een dierbare van degene met de zak vol geld, of niet soms?’
Fleur ging steeds ongemakkelijker kijken. ‘Ik heb toch bewaking. Als ik te veel over dat soort dingen ga nadenken dan word ik gek. Ik weet niet beter dan dat Dorba of Branco, of beiden, altijd in de buurt zijn.’ Tibor passeerde hen en trok Fleur achter zich aan. Een ober kwam aansnellen en schudde hen eerbiedig de hand. Noa zag een briefje van vijftig euro bij de handdruk van eigenaar wisselen. De ober stopte het discreet in zijn zak.
Fleur kon zich dan misschien wel veilig voelen met die kleerkasten om zich heen, maar op Noa had het een averechts effect.