22

Er klonk een plons. Dorba was van de boot gesprongen en zwom naar het lichaam. Hij was de enige die in staat was te handelen. Tibor stond als versteend op het dek en kneep de reling bijna fijn. Zijn handen waren wit van de krachtsinspanning. Noa, Milou en Sanne hielden elkaar bibberend vast terwijl ze Dorba’s bewegingen nauwlettend volgden. Sanne rilde zo hard dat het geklapper van haar gebit duidelijk was te horen.

Dorba had het lichaam inmiddels bereikt en pakte het vast. Voorzichtig draaide hij het om. Sanne jammerde luidkeels toen het blonde haar losliet van het hoofd en een stukje wegdreef. Milou sloeg haar handen voor haar ogen en keek tussen de spleten van haar vingers door. Dorba ontnam hun met zijn grote lijf het zicht en voorkwam dat ze het gezicht van Fleur konden zien.

‘Het is haar niet, het is een pop!’ schreeuwde hij ineens. Met een wild gebaar tilde hij het lichaam zo hoog mogelijk op om het hen te laten zien. Milou draaide zich met een ruk om en Sannes maag keerde zich weer om van de spanning. Alleen Noa bleef het tafereel op de voet volgen. Haar blik was gefocust op Dorba en het ‘lichaam’ dat hij vasthield. Ze sloeg haar hand voor haar mond en de kreun die ontsnapte werd gesmoord. Met grote ogen staarde ze naar het hoofd met de scheefhangende blonde pruik. Het was inderdaad een pop. Op het voorhoofd stond in slordige rode letters het woord kurva en de keel van de pop was ontsierd met een rafelige snee van oor tot oor die was aangedikt met rood alsof er bloed uit stroomde. Tibor slaakte een hardgrondige vloek en sprong zonder na te denken het water in. In no time was hij bij Dorba en nam de pop van hem over. Hij keek er goed naar en wierp hem toen met een dierlijke kreet van zich af. Met een plons kwam het ding vlak naast hem weer in het water neer doordat het touw, waarmee de pop aan de boei was gebonden, niet veel ruimte bood. Milou draaide zich geschrokken om. Noa pakte haar meteen vast. ‘Het is een pop, het is een pop,’ bleef ze maar herhalen. ‘Het is niet Fleur.’ Sanne, die op het dek was gaan zitten, wierp zich snikkend op haar vriendinnen en stikte bijna in haar huilbui.

‘Ademhalen, Sanne.’ Noa legde haar hand op Sannes buik om haar weer wat rustiger te krijgen, maar ze bleef ongecontroleerd hijgen.

Tibor klom druipend aan boord en brulde iets tegen Dorba. Die pakte vervolgens de pop weer vast en sneed hem los van de boot. De pruik had inmiddels helemaal losgelaten en dreef nog in het water toen Dorba met de pop naar de boot zwom. Tibor pakte het ding van hem aan en smeet het op het dek. Sanne en Milou keken vol afgrijzen naar de verminkingen die waren toegebracht en het rafelige, losgesneden stukje touw dat nog om de enkel zat.

‘Wat betekent kurva?’ vroeg Noa aan Tibor. Hij gaf geen antwoord en maakte slechts een gebaar alsof hij een lastige vlieg wegsloeg. Toen pakte hij zijn telefoon en begon te bellen. Noa verstond geen bal van het gesprek, maar ving wel de naam Branco op. Ze nam aan dat Tibor Branco aan de lijn had. De man had zich sinds gisternacht niet meer laten zien. Tibor snauwde wat korte bevelen en hing met een verhit gezicht op. Nog steeds beantwoordde hij Noa’s vragende blikken niet. Hij wenkte Dorba, die onmiddellijk gehoor gaf aan het verzoek van zijn baas. Als twee verzopen katten stonden ze verderop op het dek druk te overleggen.

Noa’s blik werd weer naar de pop getrokken. Zonder de blonde pruik zag het ding er helemaal angstaanjagend uit. Welke gek deed zoiets? Dan was je toch ziek in je hoofd? Ze was er al van overtuigd dat er niets klopte van de verhalen die Tibor en zijn mannen hun op de mouw hadden gespeld, maar nu was er echt geen andere conclusie mogelijk. Dit was geen spielerei, dit was bloedserieus. De mensen die dit op hun geweten hadden, moesten een ongelofelijke hekel aan Tibor hebben. De drang om te weten waarom dat was, werd met de minuut groter. Ze vermoedde echter dat Tibor het haar niet vrijwillig zou vertellen. En zoals vannacht was gebleken, hoefden ze ook niet op de politie te rekenen. Ze stonden er helemaal alleen voor. Noa had zich nog niet eerder in haar leven zo verward gevoeld. Teruggaan naar huis was geen optie zolang ze niet wisten wat er met Fleur was gebeurd.

Een beeld van Fleur zonder jurk verscheen op haar netvlies. Ze hoopte maar dat ze Fleur niets hadden aangedaan. Ze probeerde de brok in haar keel weg te slikken en te kalmeren. Alleen al de gedachte dat iemand met zijn poten aan Fleur had gezeten maakte haar razend. Haar hart kromp ineen door het gemis en de bezorgdheid om haar leven. Ze zakte door haar knieën en ging naast de pop zitten. Met haar hand streelde ze voorzichtig de stof van Fleurs jurk alsof ze zo een beetje contact met haar kon maken. Ze duwde haar neus in de stof in de hoop nog een beetje van Fleurs parfum op te vangen. Maar de jurk rook naar ziltige zee en er was met de beste wil van de wereld geen vleugje menselijke geur meer aan te ontdekken.

Ze snikte. Een zachte hand werd op haar schouder gelegd en met betraand gezicht draaide ze zich om. Milou stond achter haar en pakte haar vast. Noa brak. Ze jankte haar ogen uit haar kop terwijl Milou zachtjes over haar hoofd streelde en haar daarna stevig vasthield. Noa liet het gebeuren en hing gebroken tegen haar vriendin aan. Sanne kroop over het dek naar hen toe en sloeg haar armen om Noa en Milou heen. Zwijgend bleven ze zitten terwijl Tibor en Dorba op de achtergrond nog steeds druk in gesprek waren en de golven zachtjes tegen de boot klotsten. De doodse blik van de pop was op de wolkeloze hemel gericht.

Noa keek omhoog. Fleur, als je daar bent, geef dan een teken, dacht ze.

Goudkust
x9789044972764.html1.xhtml
x9789044972764.html2.xhtml
x9789044972764.html3.xhtml
x9789044972764.html4.xhtml
x9789044972764.html5.xhtml
x9789044972764.html6.xhtml
x9789044972764.html7.xhtml
x9789044972764.html8.xhtml
x9789044972764.html9.xhtml
x9789044972764.html10.xhtml
x9789044972764.html11.xhtml
x9789044972764.html12.xhtml
x9789044972764.html13.xhtml
x9789044972764.html14.xhtml
x9789044972764.html15.xhtml
x9789044972764.html16.xhtml
x9789044972764.html17.xhtml
x9789044972764.html18.xhtml
x9789044972764.html19.xhtml
x9789044972764.html20.xhtml
x9789044972764.html21.xhtml
x9789044972764.html22.xhtml
x9789044972764.html23.xhtml
x9789044972764.html24.xhtml
x9789044972764.html25.xhtml
x9789044972764.html26.xhtml
x9789044972764.html27.xhtml
x9789044972764.html28.xhtml
x9789044972764.html29.xhtml
x9789044972764.html30.xhtml
x9789044972764.html31.xhtml
x9789044972764.html32.xhtml
x9789044972764.html33.xhtml
x9789044972764.html34.xhtml
x9789044972764.html35.xhtml
x9789044972764.html36.xhtml
x9789044972764.html37.xhtml
x9789044972764.html38.xhtml
x9789044972764.html39.xhtml
x9789044972764.html40.xhtml
x9789044972764.html41.xhtml
x9789044972764.html42.xhtml
x9789044972764.html43.xhtml
x9789044972764.html44.xhtml
x9789044972764.html45.xhtml
x9789044972764.html46.xhtml
x9789044972764.html47.xhtml
x9789044972764.html48.xhtml
x9789044972764.html49.xhtml
x9789044972764.html50.xhtml
x9789044972764.html51.xhtml
x9789044972764.html52.xhtml
x9789044972764.html53.xhtml
x9789044972764.html54.xhtml
x9789044972764.html55.xhtml
x9789044972764.html56.xhtml
x9789044972764.html57.xhtml
x9789044972764.html58.xhtml
x9789044972764.html59.xhtml
x9789044972764.html60.xhtml
x9789044972764.html61.xhtml
x9789044972764.html62.xhtml
x9789044972764.html63.xhtml
x9789044972764.html64.xhtml
x9789044972764.html65.xhtml
x9789044972764.html66.xhtml
x9789044972764.html67.xhtml
x9789044972764.html68.xhtml
x9789044972764.html69.xhtml
x9789044972764.html70.xhtml
x9789044972764.html71.xhtml
x9789044972764.html72.xhtml