56

Fleur was van uitputting vrijwel meteen in slaap gevallen, maar ze was niet echt opgeknapt van haar bijtankmoment. Nachtmerries waarin ze achterna werd gezeten door Tibor plaagden haar voortdurend. Nergens was ze van hem verlost. Niet in het echte leven en niet in haar droomwereld. Ze had in haar slaap moeten rennen voor haar leven en bij het wakker worden voelde ze zich fysiek uitgeput. Ze kon wel janken van vermoeidheid en begon zich af te vragen hoelang ze dit nog vol zou houden. Ze moest een manier verzinnen om wat uit te rusten voordat de huwelijksdag zou aanbreken. Dat was het! Ze moest Tibor zeggen dat ze de nacht voor hun huwelijk gescheiden wilde slapen. Hij moest dan maar ouderwets bij zijn moeder gaan pitten terwijl zij bij Noa in bed kroop. Ze verwachtte dat ze wel zou slapen als ze een kamer met Noa zou delen. Die was als enige een beetje op de hoogte van wat er speelde. Bij haar voelde ze zich veilig.

Met een blij gevoel stapte ze uit bed. Ze zou het de meiden straks meteen voorstellen en het Tibor dan vanavond brengen als een voldongen feit met back-up van haar vriendinnen. Noa zou vast blij worden van haar plan. Hoe minder ze onbewaakt bij Tibor was, hoe liever het haar was. Neuriënd liep ze naar de badkamer en nam een snelle douche om het zweet van zich af te wassen. Op de gang liep ze vervolgens Noa tegen het lijf die vol overgave de slaap uit haar ogen wreef. ‘Poeh, ik ben echt helemaal van de wereld geweest. Jij?’

‘Ik heb wel geslapen, maar aan mijn verkrampte spieren te voelen was het niet echt ontspannen.’ Ze vertelde liever niet over haar nachtmerries. Het zou weer voer zijn voor Noa om verder te spitten in dingen waar ze zo min mogelijk over wilde praten.

Noa sloeg een arm om haar heen. Zwijgend liepen ze naar beneden. Bij het openen van de voordeur zagen ze Sanne en Milou al liggen op twee houten zonnebedden. Toen ze dichterbij kwamen, hoorden ze Milou een college spiritueel afvallen geven aan Sanne. Haar leerling hield haar ogen stijf dicht en humde af en toe wat.

‘Bij de Happinez kun je nu een online cursus doen. Bewustwording is de basis, echt geloof me. Als jij op een andere manier gaat kijken naar je leven, je reactie op stress en je eetmomenten, dan moet jij eens opletten. Het brengt de balans terug in je leven en schept ruimte in je hoofd. Jij denkt dat het allemaal draait om je maag, maar het zit juist allemaal tussen je oren. Lichaam en geest zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, Sanne. Als je je licht en opgeruimd gaat voelen in je hoofd dan zie je dat ook terug op de weegschaal.’

Noa klapte in haar handen en Milou keek geërgerd om. ‘Ik meen het hoor. Sanne zou er echt van opknappen.’

‘Ik houd niet van cursussen, Lou,’ bemoeide het onderwerp van gesprek zich er nu zelf mee.

‘Allemaal ontkenning. You can run, but you can’t hide.’ Belerend zwaaide ze met haar vinger.

Fleur pakte hem beet en gaf er een zoen op. ‘Als jullie nou eens even wat decents aantrekken dan gaan we naar de boot.’

Sanne vloog overeind, blij dat ze zich uit de conversatie los kon maken. Milou had duidelijk minder haast.

 

‘Wat een goed idee, Fleur.’ Noa was zo enthousiast over het plan om Tibor in de nacht voor het huwelijk weg te sturen dat ze vergat naar de prachtige onderwaterwereld te kijken die door de ramen van de duikboot te zien was. Ze had geen oog voor de scholen vissen die langs de boot zwommen, laat staan voor de koralen. Samen met een handjevol andere mensen zaten ze in de smalle en bloedhete buik van de boot gepropt. Fleur had niets te veel gezegd over de afgrijselijke muziek die uit de grote luidspreker schalde. Om elkaar te verstaan was enige stemverheffing geen overbodige luxe. Dorba zat met een moeilijk gezicht schuin tegenover Fleur op het smalle stoeltje. Zijn lijf was eigenlijk veel te groot en grof om comfortabel in de boot te kunnen zitten. Hoewel Fleur wist dat Dorba de Nederlandse taal niet beheerste, was ze toch bang dat hij meer op zou pikken dan ze zou willen. ‘Noa, een beetje piano alsjeblieft.’ Fleur keek met een schuin oog naar Dorba.

‘Joh, die man verstaat toch geen woord van wat ik zeg.’

‘Ik wil geen enkel risico lopen.’

Noa stond op en liep naar Dorba. ‘Zeg, kleerkast, ik ruil even van plek met Milou, dat je het maar weet.’ Dorba haalde zijn schouders op. ‘Sorry, I don’t get it.

‘Zie je wel, hij heeft geen enkel benul, maar voor jouw gemoedsrust kom ik naast je zitten en fluister ik wel in je oor. Lou, kun jij even naast Sanne gaan zitten, ik moet even iets bespreken met Fleur.’ Milou fronste haar wenkbrauwen maar stond op en maakte plaats voor Noa.

‘Ik ga even op je schoot zitten hoor, San, anders zie ik niks.’ Ze voegde de daad bij het woord en plofte neer op Sannes knie terwijl ze haar neus tegen het glas duwde. ‘Wat een vredige wereld,’ verzuchtte ze. Noa ging op het stoeltje naast Fleur zitten.

‘Weet je Fleur, als jij het voor elkaar krijgt om Tibor de nacht voor jullie zogenaamde huwelijk het huis uit te schoppen, dan lijkt me dat een uitgelezen moment om stiekem te vertrekken. Ik zorg dat ik een huurauto en een terugvlucht voor ons allemaal regel.’

‘En Nyura dan? Ik kan haar niet in de steek laten. Ze heeft een vals paspoort weet je... Leuk plan, doen we niet.’

‘Shit, daar had ik nog helemaal niet aan gedacht. Nyura.’ Noa zweeg even. Fleur kon de hersenen van haar vriendin bijna horen kraken, zoekend naar een oplossing. Ze boog zich weer naar Fleur toe en fluisterde: ‘Oké, dan is vliegen geen optie. Dan moeten we met de auto naar Nederland. Leve de open grenzen.’ Triomfantelijk keek Noa haar aan.

‘Doe nou eens even realistisch. Denk je nou echt dat Tibor er niet achter komt als we vertrekken? Hij heeft overal ogen en oren zitten. Voordat we de grens hebben bereikt heeft hij ons al tien keer ingehaald. Dan wordt het pas echt vervelend. Ik wil die nacht zonder Tibor benutten om wat bij te slapen. Ik doe al dagen geen oog meer dicht en dat begint zijn tol te eisen.’

‘Maar, Fleur, je bent toch niet nog steeds van plan om met die man te trouwen?’ Noa’s stem schoot de hoogte in.

‘Zachtjes! Dit moet tussen ons blijven, dat hadden we afgesproken.’ Verschrikt keek ze naar Sanne en Milou, maar die waren druk aan het wijzen naar een grote vis die vlak langs hun raampje zwom. ‘Als je me de dingen op mijn manier laat regelen, dan komt het goed. Geloof me. Ik weet dat het moeilijk voor je is om de touwtjes uit handen te geven, maar dat is in dit geval de enige optie. Ik weet waar ik mee bezig ben en ik sta er niet alleen voor. Meer kan ik er niet over zeggen, ik heb alweer te veel gezegd.’ Het kostte Fleur moeite om haar emoties in bedwang te houden.

Noa ademde in en maakte aanstalten om iets te zeggen maar Fleur legde haar hand op haar mond. ‘Sst. We hebben het er niet meer over. Laat het aan mij over. Dat is geen verzoek maar een bevel.’

‘Ik zou heel veel willen zeggen, maar ik zal me voor nu inhouden. Maar als dingen in mijn ogen de verkeerde kant opgaan, dan grijp ik in.’

‘Hé, smoezelaars, als we weer op vaste wal staan even een terrasje pikken?’

Fleur zuchtte eens diep. Zo eenvoudig kon het leven dus zijn. Wat was het heerlijk als je je eigenlijk nergens druk over hoefde te maken, behalve over je natje en je droogje. Dergelijke zorgeloze dagen waren voor haar al zo lang geleden dat ze ze zich niet eens meer kon heugen.

Goudkust
x9789044972764.html1.xhtml
x9789044972764.html2.xhtml
x9789044972764.html3.xhtml
x9789044972764.html4.xhtml
x9789044972764.html5.xhtml
x9789044972764.html6.xhtml
x9789044972764.html7.xhtml
x9789044972764.html8.xhtml
x9789044972764.html9.xhtml
x9789044972764.html10.xhtml
x9789044972764.html11.xhtml
x9789044972764.html12.xhtml
x9789044972764.html13.xhtml
x9789044972764.html14.xhtml
x9789044972764.html15.xhtml
x9789044972764.html16.xhtml
x9789044972764.html17.xhtml
x9789044972764.html18.xhtml
x9789044972764.html19.xhtml
x9789044972764.html20.xhtml
x9789044972764.html21.xhtml
x9789044972764.html22.xhtml
x9789044972764.html23.xhtml
x9789044972764.html24.xhtml
x9789044972764.html25.xhtml
x9789044972764.html26.xhtml
x9789044972764.html27.xhtml
x9789044972764.html28.xhtml
x9789044972764.html29.xhtml
x9789044972764.html30.xhtml
x9789044972764.html31.xhtml
x9789044972764.html32.xhtml
x9789044972764.html33.xhtml
x9789044972764.html34.xhtml
x9789044972764.html35.xhtml
x9789044972764.html36.xhtml
x9789044972764.html37.xhtml
x9789044972764.html38.xhtml
x9789044972764.html39.xhtml
x9789044972764.html40.xhtml
x9789044972764.html41.xhtml
x9789044972764.html42.xhtml
x9789044972764.html43.xhtml
x9789044972764.html44.xhtml
x9789044972764.html45.xhtml
x9789044972764.html46.xhtml
x9789044972764.html47.xhtml
x9789044972764.html48.xhtml
x9789044972764.html49.xhtml
x9789044972764.html50.xhtml
x9789044972764.html51.xhtml
x9789044972764.html52.xhtml
x9789044972764.html53.xhtml
x9789044972764.html54.xhtml
x9789044972764.html55.xhtml
x9789044972764.html56.xhtml
x9789044972764.html57.xhtml
x9789044972764.html58.xhtml
x9789044972764.html59.xhtml
x9789044972764.html60.xhtml
x9789044972764.html61.xhtml
x9789044972764.html62.xhtml
x9789044972764.html63.xhtml
x9789044972764.html64.xhtml
x9789044972764.html65.xhtml
x9789044972764.html66.xhtml
x9789044972764.html67.xhtml
x9789044972764.html68.xhtml
x9789044972764.html69.xhtml
x9789044972764.html70.xhtml
x9789044972764.html71.xhtml
x9789044972764.html72.xhtml