44
Het meisje had niet in de gaten dat Fleur al een tijdje in shock naar haar stond te staren, totdat ze haar hoofd oprichtte. Ze keek Fleur recht aan. In haar grote blauwe ogen was in eerste instantie angst te zien, maar daarachter lag een felheid verscholen die in haar blik doorsijpelde. Ze is nog niet gebroken, was het eerste wat door Fleurs hoofd schoot. Fleur liep naar de cel toe en pakte de tralies met beide handen vast. ‘Wie ben je?’ sprak ze zachtjes in het Engels. Het meisje stond op. Nu pas viel het op hoe lang en sierlijk ze eigenlijk was.
‘Nyura,’ was het antwoord.
‘En wie ben jij?’ vroeg Nyura.
‘Iemand die jou begrijpt,’ fluisterde Fleur.
‘Yeah right,’ schamperde het meisje.
‘Ik begrijp het echt.’ Fleur keek het meisje indringend aan. Soms zei een blik meer dan duizend woorden. Nyura’s blauwe ogen drongen diep door in die van Fleur en haar gezicht vertrok.
‘O...’ was het enige wat het meisje kon uitbrengen. Ze liep naar de tralies en legde haar handen begripvol op die van Fleur.
‘Jij ook al? Waar werd jij gevangengehouden tot nu toe? Ben je ontsnapt? Kun je mij ook bevrijden?’ Nyura keek haar hoopvol aan.
‘Hoe oud ben je?’
‘Zestien.’
‘Waar kom je vandaan?’
‘Ergens uit het binnenland, maar ik vind het interessanter om te weten waar ik naartoe ga.’ Nyura haalde strijdlustig haar hand door haar lange haren. Fleur nam haar nog eens goed op. Het meisje zag er weldoorvoed uit en haar huid was wat bleek maar wel gaaf.
‘Wie heeft je hiernaartoe gebracht?’
‘Ik ken hun namen niet. Twee kerels.’ Uit de beschrijving die Nyura van de mannen gaf, kon Fleur opmaken wat ze eigenlijk al wist. Het moest om Tibor en Branco gaan.
‘En dan is er nog een die me af en toe eten komt brengen sinds ik hier ben.’
Dorba, concludeerde Fleur.
‘Ze hebben me meegenomen uit een loods waar ik met drie andere vrouwen opgesloten zat. Ons was wijsgemaakt dat we au pair zouden worden in Nederland. Om aan alle eisen te voldoen zouden we een korte opleiding krijgen van de man die ons gerekruteerd had. Ik zag het als een kans om verder te komen in mijn leven. Als ik eenmaal in Nederland zou zijn dan zou ik de taal leren in mijn vrije uren en uiteindelijk een studie gaan doen. Ik heb er sinds mijn vroege jeugd al van gedroomd om in een ziekenhuis te werken. Dokter is misschien wat te hoog gegrepen, maar verpleegster zou haalbaar moeten zijn.’ Ze wuifde met haar hand alsof ze haar toekomstdroom daarmee weg wilde slaan. ‘Mijn naïviteit heeft me genekt. Ik ben er met open ogen ingetrapt. De bus waar ik en een paar andere meisjes mee werden opgehaald, bleek niet naar de afgesproken plek te rijden maar bracht ons naar de loods waar ik gevangen werd gehouden voordat ik hier belandde. We werden behandeld als beesten en de taakomschrijving van au pair bleek een heel andere te zijn dan ik in gedachten had.’ Nyura maakte een obsceen gebaar met haar handen. Fleur voelde walging en een hevige misselijkheid overviel haar. Ze sloeg haar hand voor haar mond. Beelden uit haar eigen verleden drongen zich op. De man die ze als haar reddende engel had gezien en die haar van Reggie had bevrijd, liet andere meisjes door dezelfde hel gaan als zijzelf in het verleden.
‘Maar vertel me nou eens wie jij bent.’
‘Ik ben de vriendin van een van de mannen die je hier heeft gebracht.’ Onmiddellijk liet Nyura haar los. De openheid die ze even had getoond was op slag verdwenen.
‘Je hoort er ook bij inderdaad, maar niet op de manier zoals ik dacht.’
‘Ik wist er niks van, geloof me.’
‘Hm, vast. Als je er niets van afwist hoe heb je me dan gevonden? Er stond vast geen routebeschrijving naar dit hol.’
‘Dat is een lang verhaal. Ik heb je gevonden, daar gaat het toch om?’
‘Leuk voor je, maar wat heb ik daaraan? Ga je me bevrijden?’
‘Op dit moment kan ik niet veel voor je doen, maar ik ga je helpen.’
‘Hoezo kun je niks voor me doen? Het is heel simpel hoor, je maakt die fucking kooi open en laat me gaan.’
‘Geloof me, het is een stuk gecompliceerder dan jij denkt.’
‘Tuurlijk. Rot voor je dat je het zo moeilijk hebt met míjn situatie.’ Nyura rammelde gefrustreerd aan de tralies.
‘Sst, straks hoort iemand je.’
‘Dat is ook de bedoeling, trut, aangezien ik het van jou niet hoef te hebben. Ik ben het inmiddels spuugzat om gevangen te zitten en als een soort slaaf behandeld te worden. Piesen en schijten op een emmer en een keer per dag een natte spons om mezelf mee te “wassen”. Hoe zou jij dat vinden?’ Ze rammelde nog harder aan het hek en het geluid ging Fleur door merg en been. Ze gaf het meisje in een impuls een klap op haar wang. Nyura was zo geschokt dat ze abrupt stopte met kabaal maken.
‘Sorry,’ bood Fleur meteen haar excuses aan. ‘Ik wist even niet hoe ik je anders stil moest krijgen. Luister, ik riskeer mijn leven door hier te zijn. Boven is bewaking en het is op dit moment onmogelijk om je daar ongezien langs te krijgen. Het vergt een gedegen voorbereiding om je te bevrijden.’ Nyura snoof misprijzend.
‘Echt, ik ga je helpen, maar op een verantwoorde manier. Je wilt hier toch zonder kleerscheuren wegkomen?’ Fleur stak haar hand door de tralies maar Nyura nam hem niet aan.
‘Je hebt mijn woord.’ Fleur keek het meisje recht aan. Ze sloeg haar ogen niet neer, maar keek terug. Haar blik was weer wat zachter. ‘Een vrouw een vrouw, een woord een woord?’ Fleur knikte instemmend. ‘Eens was ik ook zoals jij, geloof me. Jong en vol dromen. Tot ik tegen de verkeerde man aan liep. Hij was een paar jaar ouder, overlaadde me met dure cadeaus en beloofde me het universum. Ik was smoorverliefd en geloofde alles wat hij zei. Op een dag bekende hij dat hij zwaar in de problemen zat en dat alleen ik hem kon helpen. Om de dure ketting die hij me een paar weken daarvoor had gegeven te kunnen kopen, had hij geld geleend bij een vriend en die wilde het ineens eerder terug hebben dan afgesproken omdat zijn moeder ziek was geworden en niet meer kon werken. Het gezin had elke cent nodig. Reggie, zo heette mijn vriend, had dat geld niet paraat maar kon het ook niet maken om zijn vriend te laten zitten nu hij in zo’n moeilijke situatie zat met zijn moeder. Een andere vriend van hem had een oplossing bedacht. Als ik met hem naar bed zou gaan, dan zou hij Reggie het bedrag betalen dat hij nodig had om de schuld bij zijn andere vriend in te lossen. Na wat aandringen ben ik akkoord gegaan, onder de voorwaarde dat het eenmalig zou zijn. Je kunt wel raden dat dat natuurlijk niet het geval was. Het werd van kwaad tot erger totdat Tibor me uit Reggies klauwen bevrijdde.’
‘Wie is Tibor?’ onderbrak Nyura haar.
‘Een van de mannen die je hiernaartoe heeft gebracht en mijn aanstaande echtgenoot...’
‘Ai...’
‘Ik heb me voor de tweede keer laten verleiden door een man met mooie praatjes. Hij heeft me altijd verteld dat hij in de horeca zat. Wat ook waar is, want hij is eigenaar van twee clubs op het eiland, maar ik wist niet dat hij er nog “iets” bij deed.’
‘Hoe ben je er dan achtergekomen dat zijn zaakjes niet zo zuiver zijn?’
‘Lang verhaal dat ik je zal besparen. Het blijft een feit dat jij hier weg moet en dat ik over een paar dagen voor het altaar sta met de man die je hier heeft opgesloten. Ik moet een manier verzinnen om ons hier allebei veilig weg te krijgen, maar zoals ik al eerder zei, dat kost wat tijd. Gun me die alsjeblieft.’ Nyura trok een stuurs gezicht. ‘Ik wil hier weg. Elke seconde die ik in dit hol zit is er een te veel.’
‘Dat snap ik, echt. Maar probeer het nog even vol te houden en laat onder geen beding weten dat je mij hebt gezien. Dat is in het belang van ons beider veiligheid. Begrijp je dat?’
‘Ik ben niet dom of zo.’
‘Dus we hebben een deal?’ Fleur stak haar hand weer door de tralies. Nyura pakte hem deze keer na een korte aarzeling wel aan. Haar greep was stevig.
‘Geloof je me als ik zeg dat ik je echt ga helpen?’
Nyura nam Fleur nog eens onderzoekend op en knikte toen. ‘Ik geloof je. Ik zal je niet verraden tegen de mannen die me van eten en drinken voorzien. In eerste instantie. Als het me te lang duurt kan ik mijn stilzwijgen niet garanderen want hoe weet ik dan of je me niet toch iets op de mouw hebt gespeld? Als we dan gaan, gaan we samen.’
Fleur had begrip voor Nyura’s verkapte dreigement. Zij had mensen ook vaker op hun woord geloofd en kijk wat er van terecht was gekomen. ‘Ik moet nu gaan, maar zodra het kan kom ik terug. Je hebt mijn woord,’ herhaalde ze nog maar eens. Toen draaide ze zich om en verliet de ruimte.