18

De man achter de toonbank van de Mister Minit-vestiging leek precies op het logo van de sleutelleverancier annex schoenreparatieservice. Ook hij droeg een overall die net zo blauw was als de lichtreclame boven de stand, ook hij had zwart, opzij gekamd haar en een wat-kan-ik-voor-u-doen-uitdrukking in zijn vrolijk om zich heen kijkende ogen.

Ja, dacht Ellen, alleen dat typische voilà-gebaar ontbreekt nog, dan zou hij niet meer te onderscheiden zijn van zijn getekende evenbeeld.

Deze Mister Minit-man heette Rashid, zoals het bordje op de toonbank verraadde. De vriendelijkheid die hij al van verre uitstraalde was een oase te midden van de drukte in het warenhuis.

‘Een mooie en goede avond, dame,’ ontving hij haar op een melodieuze toon en hij legde een damesschoen opzij, waarvan hij net het stompje van een afgebroken hak had verwijderd. ‘Wat kan ik voor u doen?’

Ondanks de pijn in haar rug en het feit dat dit wel de ergste dag van haar leven moest zijn – aan de komende paar dagen wilde ze nog helemaal niet denken – kon Ellen niet anders dan zijn aanstekelijke glimlach beantwoorden.

‘Ik heb hier een sleutel en wil graag weten op wat voor slot hij past.’ Ze hield de sleutel omhoog, waarvan ze het label met het opschrift Het gaat beginnen wijselijk had verwijderd, en

legde hem op de toonbank.

‘Dat is een gemakkelijke vraag.’

Rashid pakte de sleutel op, alsof het om iets bijzonder kostbaars ging.

‘Ik ken dat wel,’ zei hij, terwijl hij de sleutel van alle kanten bekeek. ‘Je hebt thuis ontzettend veel sleutels liggen, waarvan je er heel veel allang niet meer hebt gebruikt, maar je wilt ze toch niet weggooien omdat je denkt dat je ze misschien ooit nog eens nodig zult hebben. En dan weet je ineens niet meer waar die sleutel eigenlijk voor is. In dit geval zou ik zeggen… hm, nee, ik weet het eigenlijk wel ze ker… ja, kan niet missen, dit is de sleutel van een brievenbus.’

Ellen trok verbaasd haar wenkbrauwen op. ‘Weet u dat heel zeker?’

‘Absoluut. Ziet u, de naam van de fabrikant is erin gestanst. Deze firma produceert niets anders dan brievenbussen, in alle vormen en maten.’

‘Aha.’

Rashid gaf haar de sleutel terug. ‘Kan ik verder nog iets voor u doen?’

‘Kunt u aan de hand van de sleutel uitvinden bij wat voor soort brievenbus hij hoort?’

Met een uitdrukking van diepe spijt schudde hij zijn hoofd. ‘Ik ben bang dat zoiets mijn bescheiden mogelijkheden te boven gaat.’

Ellen bedankte hem en ging naar het nabijgelegen gebakskraampje, waar ze een beker koffie bestelde. Nadenkend bleef ze naast de kraam staan, nipte aan de veel te hete koffie en draaide de sleutel tussen haar vingers rond.

Op deze wereld moesten miljarden brievenbussen zijn, en zelfs als ze zich tot haar stad beperkte, waren dat er nog altijd veel te veel. Hoe kon ze er in hemelsnaam achter komen wat de juiste brievenbus was?

Weer schuimde er hulpeloze woede in haar omhoog. Die psychopaat zat nu waarschijnlijk heel hard te lachen, omdat hij haar een absoluut onoplosbaar vraagstuk had gegeven. Hij zou lachen en ondertussen zou hij de vrouw… Nee, daar wilde ze absoluut niet aan denken.

Je moet je op dit vraagstuk concentreren. Zolang je geen ander aanknopingspunt hebt, heb je geen keus. Dus vooruit, concentreer je!

Sleutel. Brievenbus.

Dit moest een logisch raadsel zijn, bedacht ze. Die kerel was weliswaar een psychopaat, vooral wat zijn omgang met vrouwen betrof, maar hij was niet helemaal gek. Anders zou hij er nooit in geslaagd zijn om de patiënte van een gesloten psychiatrische afdeling te ontvoeren. Dat stond wel vast.

Sleutel. Brievenbus.

De sleutel moest wel bij een adres horen dat Ellen kende. Anders zou het geen zin hebben.

Sleutel. Brievenbus.

Sleutel. Brievenbus.

Brievenbus…