Negen
Norma liet bacon aanbranden in de koekenpan. Zo vonden James en zij bacon het lekkerst. James had haar verteld hoe bleek en waterig de bacon in het kindertehuis was geweest, dat het vet er niet uit was gebakken en dat het spek zo taai was geweest dat je het nauwelijks kon doorslikken. Vandaar dat het kleine keukentje nu naar verbrand vet en knapperige bacon rook.
James wapperde rook weg bij Peters kooi met de nieuwste editie van de Sun. Een vette kop luidde: “Adele: Tenenman doet boekje open.” James vertelde Norma dat hij seksueel was misbruikt door iemand die nu in het Hogerhuis zat. “Met Kerstmis kreeg ik een leren jack van hem en het jaar daarop een keyboard van Yamaha. Maar niemand wilde de muziekles betalen dus heb ik dat ding geruild tegen een racefiets, en die werd een week later voor de sociale dienst gejat.”
Alle verhalen van James waren deprimerend als je goed luisterde en negeerde dat hij tussendoor steeds zat te gniffelen.
Norma haalde het knapperige spek met een zwartgeblakerde houten spatel uit de pan en verdeelde de stukjes over twee sponzige witte boterhammen. Vervolgens druppelde ze zorgvuldig gelijkmatige kloddertjes HP-saus over de belegde boterhammen en legde ze de brooddeksels erop. Tot slot sneed Norma de boterhammen schuin doormidden. James vond dat dit van klasse getuigde en zei tegen haar dat ze een deftige dame was – en dat was ze die dag ook. Ze was in haar garderobekast gedoken en had er de dingen die ze altijd voor bijzondere gelegenheden bewaarde uitgehaald. Ze droeg het turquoise ensemble dat ze had gekocht voor Stuarts tot mislukken gedoemde en kortstondige huwelijk met bonenstaak Karen. Op haar platte witzijden schoenen torende Karen boven alle andere aanwezigen uit, zelfs boven de uitsmijters. Stuart had een laag krantenpapier in zijn nieuwe schoenen gepropt in een vergeefse poging om het verschil in lengte tussen hen te minimaliseren, maar sommige gasten lachten nog steeds in hun vuistje.
Jack was met de auto uit Londen gekomen om de plechtigheid bij te wonen, in gezelschap van een knappe jonge vrouw van gemiddelde lengte die Celia heette. Toen duidelijk werd dat de vechtpartij op de receptie nog wel even zou duren, nam Jack Celia weer mee zonder eerst afscheid te nemen van Norma, die een van de kemphanen was. Jack hoopte op promotie naar een speciale eenheid, dus wilde hij niet in de buurt zijn als de politie van Leicester roet in het eten kwam strooien.
In de auto onderweg terug naar Londen had Celia, een klinisch psychologe, verklaard dat Suart, die duidelijk een agressief karakter had, met Karen was getrouwd omdat ze altijd en overal werd bespot, hetgeen hem de perfecte aanleiding gaf om op de vuist te gaan wanneer hij er zin in had.
Het was al snel een gewoonte geworden dat James hardop voorlas uit de Sun. Norma vond het veel te veel gedoe om zelf te lezen, maar ze had altijd van een leuk verhaal gehouden.
Opgetekend door onze verslaggever, David Grubb.
“Ik leerde Mrs. Clare-Floret in 1997 kennen. In die tijd had ik een wachtlijst, maar ze liet via een van mijn landelijk bekende cliënten weten dat ze haar voeten graag door mij wilde laten doen. Ik geloof dat Lulu haar over me heeft verteld tijdens een liefdadigheidsdiner voor Personen van Beperkte Grootte.
Ik moet eerlijk bekennen dat haar voeten er vreselijk aan toe waren. Ze bad ze in de zes weken voorafgaand aan de verkiezingen schandalig misbruikt. De problemen waren niet te overzien: likdoorns, eelt, knobbels en beginnende hamertenen.
Tijdens de eerste urenlange afspraak werkte ze op haar laptop, maar de keren daarna zaten we altijd gezellig over ditjes en datjes te kletsen. Op een dag zei mijn levensgezel Gregory: ‘Je babbeltjes met de vrouw van de premier zijn van historisch belang en zouden opgenomen moeten worden.’ Vandaar dat ik ben begonnen om mijn gesprekken met Mrs. Clare-Floret op te nemen, zuiver en alleen om toekomstige historici ter wille te zijn. Ze heeft het zelf nooit geweten. Het zou haar misschien nerveus hebben gemaakt, en stress is slecht voor haar voeten en als gediplomeerd en veelgevraagd chiropodist denk ik natuurlijk in de eerste plaats aan het welzijn van de voeten van mijn cliënten.”
“Ik sta zelf op een wachtlijst om mijn voeten te laten doen,” zei Norma. “Nou, tegen de tijd dat ik aan de beurt ben, heb ik zoveel eelt dat ik mijn schoenen niet eens meer aan kan.”
Peter schommelde tevreden op zijn trapeze en keek toe terwijl Norma en James gretig hun boterhammen met bacon verslonden. “Je voelt je wel lekker in die kooi van je, hè, Peter?” zei Norma. “Het is toch een gezellig kooitje?”
De vorige middag was een verongelijkte vrouw van Slachtoffers Vechten Terug, Marjorie Makinson, bij Norma langsgekomen om psychische hulp aan te bieden bij het verwerken van de traumatische beroving. Norma had de vrouw meegenomen naar de keuken en haar uitgelegd dat ze weer aardig van de schrik was bekomen en dat James, haar nieuwe kamerhuurder, aan de weet was gekomen wie haar had beroofd en hem flink op z’n lazer had gegeven, al was het hem helaas niet gelukt om haar spulletjes of geld terug te krijgen.
Marjorie was ontzet. “Ik vind het zeer verwerpelijk dat u het recht in eigen hand hebt genomen, Mrs. Sprat.”
“We hebben hier altijd het recht in eigen hand genomen,” antwoordde Norma. “Ze breken je poten als je jat van de buren, of een oudje of een kind te grazen neemt.”
Even kon Norma ervan genieten dat ze haar bezoekster de wind uit de zeilen had genomen, en ze dacht terug aan het advies dat Trev zijn jonge stiefzoons had gegeven: “Schijt nooit in je eigen nest, jongens, en steel nooit van de armen. Ga maar naar een buitenwijk en blijf daar rondhangen totdat je zo’n modaal gezinnetje op pad ziet gaan – picknick, de sportvelden, je weet wel wat ik bedoel. Het is geen misdaad om van de middenklasse te stelen; die lui zijn verzekerd en bovendien is het goed voor de economie.”
Marjorie keek naar Peters kooi. Ze was niet alleen maatschappelijk werkster bij slachtofferhulp maar ook lid van het dierenbevrijdingsfront, en ze stelde vast dat Peters dierenrechten werden geschonden. Zijn kooi was niet alleen kleiner dan in het wetsvoorstel ‘Rechten voor het Dier’ werd aangegeven, Peter had bovendien recht op een wijfje.
Marjorie legde uit wat de wettelijke richtlijn voorschreef, hetgeen ze uit haar hoofd had geleerd. “Volgens voorschriften van de landelijke dierenbescherming, Mrs. Sprat, heeft uw parkiet recht op een ruime volière, zodat hij in een stimulerende omgeving, waar takken en speeltjes deel van uitmaken, gezellig met andere parkieten samen kan zijn.”
“Peter is heel gelukkig in zijn kooi,” zei Norma, “en hij vindt het fijn om enigst vogeltje te zijn.”
“Dat kan wel waar zijn,” zei Marjorie, “maar de wet is de wet.”
Adele plukte een kruimeltje croissant van haar sweater en nam vervolgens Wendy’s hand in de hare om haar op indringende en evangelische toon toe te spreken. “Wendy, Barry’s been is – of liever was – een groot deel van zijn lichaam. Je kunt het niet zomaar weggooien alsof het een kippenpoot is of zo.”
“Ik zou het heus niet weggooien als het een kippenpoot was,” viel Wendy kwaad uit. “Die zou ik in de oven stoppen en opeten.”
“Wat ben je toch een vervelende betweter, Wendy,” zei Adele. “Het is een van je minst prettige eigenschappen. Luister, ik heb een zekere bevriende kardinaal gesproken, en hij is bereid om de mis op te dragen tijdens de begrafenis van Barry’s been. Het zou een besloten plechtigheid zijn, alleen familie – en ik, uiteraard. Op Kensal Rise hebben ze een gaatje…Als je nu ja zegt, kan ik de boel in gang zetten. Ik heb eigenlijk alleen de maat van Barry’s been nodig voor de kist.”
“Heeft Barry zelf nog iets te zeggen?” vroeg Wendy.
“Maar natuurlijk,” antwoordde Adele. “En hij is er erg blij mee. Ik heb hem vanochtend gesproken.”
“Maar hij staat stijf van de morfine!” sputterde Wendy. “Hij heeft een trauma van hier tot Tokio.”
“Ja, en dit is dé manier om het rouwproces te stimuleren. Hij kan aanwezig zijn op de begrafenis van een van zijn eigen lichaamsdelen. Hij kan praten over wat het been voor hem betekende, herinneringen ophalen. Je mag hem deze kans niet ontnemen, Wendy.”
Wendy vroeg zich niet voor de eerste keer af wie er nou eigenlijk gek was, Adele of zijzelf. Was het onredelijk dat ze zich verzette tegen de begrafenis van het rechterbeen van haar zoon? Adele was hyperintelligent en een spraakmakende amateur-theoloog, en ze hield er, wat nog belangrijker was, originele denkbeelden op na.
“Ik wil graag wachten tot uw man terug is en het dan met hem bespreken,” zei Wendy.
Adeles gezicht vertrok van verdriet; die nacht hadden de stemmen haar verteld dat Ed nooit meer terug zou komen.
Alexander McPherson stormde de kamer binnen en smeet een stapel kranten op de salontafel. Behalve de Catholic Herald openden alle kranten met Adeles wrattenverhaal.
“Heb je de kranten gezien?” Het kostte hem moeite zijn woede in toom te houden. Adele had een heilige regel met voeten getreden. Ze had zich voor het programma Today door John Humphrys laten interviewen zonder dat de persvoorlichter het wist. Het was alsof een christen vrijwillig had aangeboden om een robbertje te stoeien met een colosseum vol leeuwen en verwachtte dat hij zonder een schrammetje weg zou komen.
Het gaf Adele een enorme kick dat ze op alle voorpagina’s stond. En ze was trots op de context. Ze verdedigde de onaantastbaarheid van het leven en kwam op voor het gewijde lichaam van gewone mannen en vrouwen.
“Adele heeft geregeld dat Barry’s been door een kardinaal wordt begraven op Kensal Rise,” zei Wendy tegen Alexander. Ze moest het aan iemand vertellen die met beide benen op de grond stond, en deze man was weliswaar een bullebak en een manipulator, maar hij was tenminste overduidelijk bij zijn volle verstand.
Adele pakte de Independent van de stapel en begon het artikel op de voorpagina te lezen. Alexander en Wendy wisselden een blik van verstandhouding, en Alexander bracht zijn hand omhoog en draaide zijn wijsvinger rond bij zijn slaap in een internationaal erkend gebaar. “Adele,” zei hij, “wie is jullie huisarts?”