Opmerking van de auteur

 

 

 

Ik heb het personage van Jacquetta ontdekt toen ik bezig was met de geschiedenis van haar dochter, Elizabeth Woodville, die onder toezicht van haar moeder op heel bijzondere wijze in het geheim in het huwelijk is getreden met Edward iv. Jacquetta was een van de bij naam genoemde getuigen bij het huwelijk, samen met de priester, wellicht nog twee andere mensen en een jongen die de psalmen zong. Vervolgens heeft ze de geheime huwelijksnachten voor het jonge paar geregeld.

Ze zou ook best veel meer gedaan kunnen hebben. Later werd ze ervan beschuldigd dat ze de jonge koning betoverd had, zodat hij met haar dochter zou trouwen; toen ze terechtstond voor hekserij werden er figuurtjes van lood, die Edward en Elizabeth moesten voorstellen, met gouddraad aan elkaar vastgebonden, getoond.

Al met al interessant genoeg, vond ik. Ik heb mijn hele leven de geschiedenis van vrouwen, hun plaats in de maatschappij en hun pogingen om aan de macht te komen bestudeerd. Hoe meer ik over Jacquetta las, hoe meer zij mij het soort personage leek waar ik erg van houd: zo iemand die door de traditionele geschiedschrijving genegeerd of over het hoofd gezien wordt, maar die je kunt leren kennen door het bewijsmateriaal stukje bij beetje bij elkaar te schuiven.

Ze had een heel bijzonder leven; en een leven dat nergens coherent geboekstaafd is. Bij gebrek aan wat voor biografie over Jacquetta ook heb ik mijn eigen essay geschreven en dat samen met twee andere historici gepubliceerd: met David Baldwin, die over Elizabeth Woodville schreef, en met Mike Jones, die het in The Women of the Cousins’ War: The Duchess, the Queen, and the King’s Mother over Margaretha Beaufort had (Simon & Schuster, 2011). Lezers die geïnteresseerd zijn in de geschiedenis achter mijn romans kan ik deze reeks aanraden.

Jacquetta trouwde met de hertog van Bedford en was de belangrijkste vrouw in het door de Engelsen beheerste Frankrijk. De tweede keer trouwde ze uit liefde, met sir Richard Woodville. Ze kreeg te maken met afkeuring en moest een boete betalen omdat ze zich niet aan de regels voor huwelijken voor vrouwen van koninklijken bloede hield. Ze was een van de meest geliefde hofdames van Margaretha van Anjou en stond aan haar zijde tijdens de roerigste jaren van de Rozenoorlogen – indertijd bekend onder de naam de Nevenoorlog. Toen Lancaster bij de verschrikkelijke Slag van Towton werd verslagen, gaven haar zoon Anthony en haar echtgenoot Richard zich over aan de zegevierende Edward iv. De familie zou vermoedelijk een rustig leven onder het nieuwe regime van York hebben geleid, ware het niet dat haar dochter, een jonge weduwe, zo mooi was en de jonge koning zo’n hartstochtelijk karakter had. En misschien was het ook wel een beetje te danken aan de toverkunsten van Jacquetta. Wie zal het zeggen?

De familie werd naaste familie van de koning en Jacquetta benutte haar hoge positie ten volle. Ze werd opnieuw de voornaamste vrouw aan het koninklijk hof. Ze leefde zo lang dat ze de moord op haar innig geliefde echtgenoot en zoon moest meemaken, dat ze haar dochter kon steunen toen die een nederlaag leed en asiel moest zoeken, en dat ze haar schoonzoon weer zegevierend terug zag keren tot de troon. Jacquetta stond het grootste deel van haar leven in het brandpunt van heel belangrijke gebeurtenissen. Vaak had ze daar zelf mede de hand in.

Waarom er niet eerder studie naar haar is gedaan is mij een raadsel. Maar ze behoort tot die grote groep vrouwen wier leven door historici is veronachtzaamd ten faveure van het leven van prominente mannen. Deze periode is ook relatief verwaarloosd, als je die bijvoorbeeld vergelijkt met meer recente perioden, of zelfs met het Tudor-tijdperk. Ik verwacht dat meer historici zich met de vijftiende eeuw zullen gaan bezighouden, en ik hoop dat er meer onderzoek naar de vrouwen van die tijd zal worden gedaan, en dus ook naar Jacquetta.

Ik suggereer dat zij zich geïnspireerd voelde door de familielegende van Melusina, de watergodin, wier verhaal mooi beschreven wordt in het museum van Luxemburg, als onderdeel van de geschiedenis van dat land. Tot op de dag van vandaag wijzen stadsgidsen de rotsen aan waarin het bad van Melusina zou zijn weggezonken toen haar echtgenoot zijn belofte schond en haar toch bespiedde. De legende van Melusina is gebruikt in de kunst en alchemie van die periode, en Jacquetta bezat een boek waarin het verhaal van haar goddelijke voorouder beschreven werd. Ik vind het heel belangrijk dat wij als moderne lezers inzien dat religie, spiritualiteit en magie in de denkwereld van de mensen in de middeleeuwen een cruciale rol speelden.

Er loopt een rode draad door de historische documenten die Jacquetta en zelfs Elizabeth met hekserij in verband brengen, en daar heb ik een aantal fictieve scènes op gebaseerd. Het gebruik van speelkaarten om de toekomst te voorspellen was in de middeleeuwen vrij normaal; wij zouden dat ‘tarotkaarten’ noemen. Alchemie werd beschouwd als een spirituele en wetenschappelijke bezigheid, en toen Margaretha van Anjou op zoek was naar een geneesmiddel voor de ziekte van haar man, die door sommige mensen inderdaad aan hekserij werd geweten, gaf zij alchemisten toestemming hun ambacht uit te oefenen. Met kruiden- en plantenkunde op basis van de getijden van de maan was men in de meeste huishoudens wel bekend. Rond 1450 en daarna wordt in heel Europa de angst voor hekserij groter. De rechtszaak en straf van Eleanor Cobham zijn gebaseerd op historische gegevens. Zij was een van de eerste slachtoffers van de heksenjacht.

Hierna vindt u een literatuurlijst met de boeken die ik voor deze roman gelezen heb. Lezers kunnen ook terecht op mijn website: www.PhilippaGregory.com. Hier vindt u nieuwe essays, historische discussies en reacties op vragen over deze roman en andere delen uit de reeks. De volgende roman gaat over de dochters van Richard Neville, de graaf van Warwick, en ik ben nu al met veel plezier bezig met het onderzoek en verheug me erop het verhaal straks te kunnen schrijven.