65
Sinds ze uit Yorkshire terug waren, was de
e-mailcorrespondentie tussen Beth en Ewan verminderd. Nu belden ze
elkaar meer: ze hadden tijdens Beths laatste avond op het congres
telefoonnummers en adressen uitgewisseld.
'Ik zal je er wel niet van hebben overtuigd dat ik geen
seriemoordenaar ben die geneigd is zijn medeschrijvers uit de weg
te ruimen, hè?' had hij gevraagd toen ze aan het eind van de avond
nog een ommetje maakten over het terrein van Norton Hall.
'Misschien wel. Hoezo?'
'O, zomaar.'
Toen ze niet aandrong, zei hij: 'Je speelt het spel niet zoals
het hoort. Je had moeten aandringen op een reden.'
'O ja?'
'Ja. Dus vooruit, dring aan.'
'Moet dat? Ik loop me veel liever in het donker met mijn eigen
zaken te bemoeien.'
'Je maakt het me wel erg moeilijk, Bethany King.'
Ze probeerde niet te glimlachen. Het was tijden geleden dat ze
had geflirt, en ze vond het enig. 'Als ik wist wat ik zo moeilijk
voor je maakte, zou ik er misschien iets aan kunnen doen.'
Hij bleef staan en zei: 'Goed dan. Ik zou je twee vragen
willen stellen. De eerste is deze: kunnen we contact houden, en
niet alleen per e-mail, maar met dat ouderwetse apparaat dat ze
telefoon noemen?'
Ze stemde zonder aarzeling toe. 'Ja. Dat zou ik heel prettig
vinden. En je tweede vraag?'
'Hemel, niet zo snel, Beth, ik had al mijn moed nodig om die
eerste te stellen. Ik moet me opladen voor vraag twee.'
'Is het zo erg?'
'Jij zou kunnen vinden van wel.'
'O, goed dan, als jij zover bent.'
Hij liep weer verder, maar nu met zijn arm om haar schouders.
Hij had die avond geen jasje aan en ze voelde de warmte van zijn
huid door de zachte katoen van zijn overhemd. Ze rook zijn
aftershave: een frisse citrusgeur, die haar altijd aan dit moment
zou doen terugdenken. En aan hoezeer ze zich tot hem aangetrokken
voelde. Ze had gehoopt dat hij haar misschien zou willen kussen, en
moest bekennen dat ze teleurgesteld naar huis zou gaan als hij dat
niet deed.
Er profiteerden heel wat mensen van de zachte avond en nadat
verscheidene vrouwen - fanatieke Jared Winter-fans - Beth openlijk
hadden aangestaard, had ze hem aangeraden zijn arm maar weg te
halen. 'Anders storten je boekverkopen in,' had ze eraan
toegevoegd.
Hij had haar verrast door haar mee te nemen naar het midden
van het verlichte croquetveld. En daar, waar iedereen het kon zien,
zei hij: 'Dit is mijn laatste avond met jou, en zelfs als ik de
rest van mijn leven blikken moet ontwijken die kunnen doden, is het
een prijs die ik bereid ben te betalen.' Hij pakte allebei haar
handen. 'Pas op, Bethany King, hier komt vraag twee.' Hij schraapte
zijn keel. 'Zou het te vrijpostig zijn om te vragen of een nederige
stakker als ik, een simpele ziel die je aandacht nauwelijks waard
is...' Hij haalde diep adem. 'Nou, zou ik één klein kusje mogen? En
die boekverkopen kunnen me geen barst schelen!'
Ze had gelachen. 'Daarvoor geef ik je toestemming voor een
reusachtige kus.'
En die had ze gekregen. Een kus die zo perfect was dat ze
zelfs nu ze eraan terugdacht - aan zijn armen om haar heen en zijn
lippen op de hare - slappe knieën kreeg. Opeens was achter hen een
luid gejuich opgegaan. Ze hadden niet gemerkt dat er een heleboel
kijkers uit de bar waren gekomen.
'Goed,' had hij geroepen. 'De show is voorbij. Niets meer te
zien. Ga maar weer weg.'Toen hadden Beth en Ewan lachend de benen
genomen naar een plekje in de tuin waar ze minder opvielen, en
nadat hij zich had verontschuldigd dat hij haar reputatie had
bezoedeld, had hij haar tegen zich aan getrokken en haar nogmaals
teder en liefdevol gekust. 'Maar goed dat onze kinderen ons zo niet
kunnen zien,' had hij gegrapt, terwijl hij haar wang had gestreeld
en zijn ogen de hare niet hadden losgelaten. 'Het zou me zeker een
maand huisarrest kosten als Alice wist wat ik aan het doen
was.'
Dat was wat haar zo aan Ewan beviel: zijn gevoel voor humor.
Hij kon haar aan het lachen maken, en hij was nog sexy ook - wat
haar betreft een geweldige combinatie!
Maar het voelde niet goed om zo gelukkig te zijn nu ze wist
hoe verdrietig Dulcie was. Die arme Dulcie was kapot van verdriet.
Het was hartverscheurend om te zien. Vooral omdat Beth heel goed
wist hoe het voelde en wist dat de pijnlijke herinnering nooit
helemaal zou verdwijnen. Zoals ze Ewan aan de telefoon had verteld,
is het al erg genoeg één keer zo'n vreselijk verlies te lijden,
maar twee keer, zoals in Dulcies geval, met haar man en nu met
Richard - dat was onvoorstelbaar.
Het had haar ontroerd dat Ewan Dulcie een condoléancekaart had
gestuurd; hij was even oprecht als grootmoedig. Hij had woord
gehouden en had ten behoeve van Jack met zijn agent gesproken, wat
ertoe had geleid dat Jack een exemplaar van Vrienden en verwanten
naar Londen had gestuurd en nu hoopte te horen wat voor bod Felix
McCallum zou doen. Het was allemaal vreselijk opwindend. Ze was
blij dat Jack degene van Verborgen Talent was die succes had met
zijn schrijven; hij had het dik verdiend. Ze maakte zich geen
illusies over haar eigen pennenvruchten - in vergelijking met wat
Jack kon, kwam zij nog maar net kijken. Maar uitgegeven worden was
niet haar enige reden geweest om naar Verborgen Talent te
gaan.
Verleden jaar oktober, toen ze de moed had opgebracht om te
reageren op het kaartje achter het raam van Novel Ways, had ze
gehoopt dat het haar een kans zou geven om nieuwe mensen te
ontmoeten en een gezamenlijke interesse uit te diepen. Tot haar
verrukking had het haar leven veel meer verrijkt dan ze zich had
kunnen voorstellen: met een nieuwe vriendenkring en zelfvertrouwen
dat nieuw leven was ingeblazen, leek het lang niet meer zo erg dat
Nathan in de herfst uit huis zou gaan.
Bovendien was er, tot haar verbazing, ook nog de mogelijkheid
van een romance. Ze had met Ewan afgesproken dat ze elkaar over een
paar weken weer zouden ontmoeten. Dan ging ze bij hem in Suffolk
logeren, en als een kind dat zich op Kerstmis verheugde telde ze
stiekem de dagen af.
Toen Simone laatst had gebeld, had ze gebruld van het lachen
toen Beth haar had verteld waar ze al maanden mee bezig was.
Simones reactie kwam deels door het toeval dat Ben onlangs Jared
Winters boeken had ontdekt en ze s avonds in bed was gaan lezen.
'En je weet wat een vreselijk lachje Ben heeft: net een hogedrukpan
die op ontploffen staat. Zeg maar tegen je nieuwe vriend dat hij
ermee moet ophouden zulke bizarre boeken te schrijven, anders voer
ik hem aan als reden voor mijn echtscheiding. Is hij trouwens net
zo eigenaardig als Ben zegt dat zijn boeken zijn?'
Sinds Beth weer thuis was, had ze verscheidene van Ewans
romans gelezen; ze wist dus waar ze het over had toen ze de vraag
van haar vriendin beantwoordde: 'Niet echt. Hij is grappig, maar
nooit ten koste van een ander.'
'Doet hij je aan Adam denken?'
'Nee.'
'Goed. Adam nam het leven te serieus. Daarom heeft hij
zelfmoord gepleegd. Maak vooral veel plezier, Beth. Wat je ook
doet, laat je hier niet vanaf brengen - het klinkt of jullie het
echt goed met elkaar kunnen vinden. Misschien komt het doordat
jullie de tijd en de moeite hebben genomen om goed bevriend te
raken.'
Aangezien Beths relatie met Lois nu zoveel beter was en ze
deze nieuwe verstandhouding wilde bestendigen, had ze besloten
Barnaby en Lois over Ewan te vertellen. Ze besloot het op te
biechten als Nathan en zij op Marsh House waren, waar ze waren
uitgenodigd om de vakantiefoto's en een video-opname van een uur
van de hoogtepunten van de cruise te komen bekijken. Toen Nathan de
kamer uit was om een telefoontje op zijn mobieltje te beantwoorden,
kwam ze met haar bekendmaking: 'Ik vond dat jullie moesten weten -
niet dat er veel te vertellen valt - dat ik een man heb ontmoet die
ik erg graag mag. Hij woont in Suffolk, dus er is geen kans...'
Verder kwam ze niet.
'Geen kans op wat?' drong Lois aan, terwijl ze met één hand
met een paarlen knoopje aan de manchet van haar blouse speelde en
achter haar leesbril met haar lichtblauwe ogen knipperde.
Ze vermande zich door zichzelf voor te houden wat voor gevoel
Ewan haar had gegeven toen hij haar zo publiekelijk had gekust, en
vond al snel de juiste woorden: 'Dat ik me aanstel of me laat
meeslepen.'
Barnaby pakte de afstandsbediening van de videospeler en zei:
'Ik zou zeggen dat het hoog tijd wordt dat je je voorzichtigheid
laat varen en je door een man laat meeslepen. Wat jij, Lois?'
'Maakt hij je gelukkig als je bij hem bent?'
De vraag was zo helemaal niets voor Lois dat Beth even
openhartig antwoordde: 'We hebben nog geen kans gehad om veel tijd
samen door te brengen - maar ja, dat doet hij inderdaad.'
'Nou, wat valt er dan nog te zeggen? Hoe heet hij?'
'Ewan Jones.'
'En wat doet hij?'
'Hij is schrijver.'
Even dacht Beth dat Lois zou uitroepen: 'Ik heb aldoor al wel
geweten dat je een stiekeme reden had om naar die schrijfgroep te
gaan!' Maar dat deed ze niet. Ze glimlachte stroef en zei: 'Goed.
Dan hebben jullie tenminste iets gemeen. Iets om op voort te
bouwen.'
'Hij heeft ook een dochter van twintig, die hij in zijn eentje
heeft opgevoed, dus hij begrijpt hoe belangrijk Nathan voor mij is
en wat voor bijzondere relatie we hebben.'
Op dat moment was Nathan teruggekomen en toen hij zijn naam
hoorde noemen, had hij gezegd: 'Zit je achter mijn rug over me te
roddelen, ma?' Maar voordat Beth kon antwoorden, was zijn
grootmoeder tactvol over iets anders begonnen. Sommige dingen
zouden nooit veranderen. Lois zou altijd blijven geloven in 'niet
waar de kinderen bij zijn'.
Jaz stapte achteruit om haar handwerk te bewonderen. Niet
slecht.
De afgelopen week hadden haar broers en zij, met hulp van
Nathan en zelfs af en toe van Billy en Vicki, stiekem aan Victors
huis gewerkt. Haar broers hadden al meer huizen met brandschade
gezien en hadden gezegd dat in vergelijking daarmee Victors huis
alleen maar 'geschroeid' was. Zoals de zaken ervoor stonden, bleef
het werk beperkt tot de slaapkamer waarin de brand was begonnen en
de kamer eronder, waar het plafond door al het bluswater naar
beneden was gekomen.
Ze had het huis voor het eerst gezien toen Victor haar had
gevraagd om er te gaan kijken en hem dan te komen vertellen hoe erg
het was. 'Waarom ik?' had ze gevraagd. 'Waarom Beth niet?'
'Omdat ik weet dat jij niet tegen me zult liegen. Ik wil
precies weten hoe erg het is.'
Dus had ze zichzelf binnengelaten met de sleutel die hij haar
had toevertrouwd en waarvan ze een kopie had laten maken. Ze was
opgelucht geweest dat het allemaal niet zo erg was als ze had
gedacht. Het was de stank die het 'm deed: de scherpe rookgeur die
in het huisje hing. Wat ook bij haar opkwam, toen ze boven aan de
trap stond, was dat als Jack Jack niet was geweest, Victor dood zou
zijn geweest. En voorzover zij wist zou zijn dood alleen Jack,
Beth, Dulcie en haar iets hebben gedaan. Ze dacht aan Dulcie en aan
de toestand waarin zij had verkeerd sinds ze uit Harrogate terug
waren, en verdrong het idee aan de dood snel. Victor was
springlevend en zou binnenkort thuiskomen.
Wat ze niet had verwacht toen ze de hulp van haar broers had
ingeroepen, was dat pap zo onder de indruk zou zijn van hun
kennelijke enthousiasme om een man te helpen die ze nog nooit
hadden ontmoet - en in hun vrije tijd nog wel - dat ook hij zijn
steentje wilde bijdragen door de materialen te verstrekken en voor
gereedschap te zorgen. 'Als je maar niet denkt dat ik een softie
begin te worden,' had hij gezegd toen Jaz hem bedankte. 'Ik ben op
publiciteit uit. Als je vriend uit het ziekenhuis komt, zullen we
in het plaatselijke krantje een artikel laten plaatsen.' Jaz trapte
er niet in: ze wist dat haar vader de verleiding om goed te doen
niet kon weerstaan.
En nu na een week alleen nog de nieuw gestuukte muren van de
slaapkamer hoefden te worden gewit als de boel droog was, was het
huis weer bewoonbaar. Ze kon niet wachten tot ze Victors gezicht
zou zien.
Het zou bijna net zo interessant zijn als de gezichten van
haar broers toen ze hun had voorgehouden waarom ze haar moesten
helpen. 'Jongens,' had ze niet lang na haar terugkeer uit Norton
Hall gezegd, 'ik heb een klusje voor jullie.'
'O, ja, zus?' had Phin gezegd. 'Wat dan? Moeten we je een
handje helpen met het uittellen van je winst?'
Iedereen thuis was verbluft geweest toen ze de brief van het
organisatiecomité van het schrijverscongres had ontvangen waarin
stond dat ze tweede was geworden in de korteverhalenwedstrijd en
vijftig pond had gewonnen. Tamzin en Lulu waren inmiddels hun eigen
verhalen aan het schrijven in de hoop dat ook zij zo gemakkelijk
aan geld zouden kunnen komen. Vooral pap was in zijn sas geweest en
had haar nog eens twintig pond in de handen gedrukt en gezegd:
'Goed zo, Jazzy, ik ben hartstikke trots op je.'
'Nee, daar heb ik geen hulp bij nodig, Phin,' had ze gezegd,
'maar ik wil jullie inschakelen bij iets waarvan ik weet dat jullie
het wel kunnen.' Ze had over Victors huis verteld en ze hadden haar
uitgelachen. Tot ze had gezegd: 'Denken jullie dat pap en mam ook
zullen lachen als ze horen wat jullie met Jack hebben
uitgehaald?'
Ze hadden eerst elkaar, en toen haar, zwijgend aangekeken.
'Wat wil je daarmee zeggen?'
'O, Jimmy, heb ik het te moeilijk voor je gemaakt? Nou, het
zit zo. Jullie helpen mij Victors huis in orde te maken; dan
verklap ik niet wat voor tweederangs schurken jullie zijn. Jullie
weten dat mam jullie goudhaantjes vindt, en het zou zonde zijn als
ze erachter kwam dat haar zonen zinloos geweld hadden gebruikt door
een gerespecteerd lid van de samenleving achter in hun auto te
duwen en te bedreigen.'
'Ze zou je niet geloven.'
'Zijn jullie bereid om dat risico te nemen? En bedenk eens hoe
kwaad pap zou zijn als hij erachter kwam wat jullie hebben gedaan.
Én dat jullie mam van streek hadden gemaakt.'
Ze gaven toe. Het enige vervelende was nu dat pap haar broers
een toonbeeld van menslievendheid vond. 'Had iedereen maar zoveel
sociaal gevoel als Phin en Jimmy,' zei hij maar steeds. Jaz had er
moeite mee om haar mond te houden. Met tegenzin kwam ze tot de
conclusie dat het haar broers toch altijd weer lukte om goed voor
de dag te komen.
Toen ze met Phin en Nathan in Victors gang stond, klapte ze in
haar handen. 'We hebben het gefikst, jongens. Goed zo.'
Phin, die al bezig was zijn overall uit te trekken, zei: 'En
nu staan we weer quitte?'
'Helemaal.'
Jimmy kwam met een trap over zijn schouder de eetkamer uit.
'Sluiten jullie dan maar af.'
Toen ze alleen waren, zei Nathan: 'Tevreden?'
'Wel als Victor volgende week uit het ziekenhuis komt en ziet
wat we hebben gedaan.'
'Weet je zeker dat hij het mooi zal vinden? Denk je niet dat
hij je ervan zal beschuldigen dat je je er te veel mee hebt
bemoeid?'
'Nee. Hij is volgens mij buiten zichzelf van
blijdschap.'
'Denk je?'
'Welnee. Hij zal net zo akelig doen als altijd, maar in zijn
hart zal hij het fijn vinden. Hij zal alleen niet weten hoe hij
zijn dankbaarheid moet uiten. Ik krijg het gevoel dat hij op dat
gebied niet veel ervaring heeft. Trouwens, wat is het ergste dat
hij kan doen? Tegen me tekeergaan omdat ik me ermee heb
bemoeid?'
Nathan veegde zijn handen af en glimlachte. 'En ik kan hem
meteen wel vertellen dat hij dan zijn tijd verdoet.'
'Dat heb je goed geraden. Ik luister gewoon niet als Victor
begint te zeuren, en dat weet hij.'
'Ik krijg bijna medelijden met de man.'
Nathan bracht Jaz naar huis en reed toen naar het medisch
centrum om zijn moeder op te halen. Adele Waterman was vandaag
jarig en ze trakteerden haar op een etentje. Het leek tijden
geleden dat ze was verhuisd en Jack er was komen wonen, maar dat
was het grappige van verandering, dacht hij: als het eenmaal was
gebeurd, werd het nieuwe het oude. Dat zou ook zo zijn als hij naar
de universiteit ging - voor ze het wisten, zouden zijn moeder en
hij zich aan de veranderingen in hun leven hebben aangepast. Vorig
jaar had hij er nog over ingezeten hoe ze het in haar eentje zou
redden, maar nu niet meer. Nu Jack beneden woonde, wist hij dat er
hulp in de buurt was, mocht zijn moeder die nodig hebben, en nu
Ewan in beeld was, wist hij bovendien zeker dat ze binnenkort een
heel ander leven zou gaan leiden dan ze had gedaan sinds zijn vader
was overleden.
Toen hij aan zijn vader dacht, was hij blij dat de kwestie met
zijn grootouders was opgelost en dat hij niet langer hoefde te
concurreren met het vertekende beeld van een man die hij zich
nauwelijks kon herinneren.
Verandering, was hij gaan beseffen, vond voortdurend plaats.
Of je het wilde of niet.