36
Zodra Jaz de keuken binnenkwam, wist ze dat ze dat Leiden in
last was.
De radio stond niet aan, zoals anders bij het ontbijt, en de -
zeldzame - stilte was oorverdovend. Die stilte vertelde haar dat ze
niet voor niets de hele nacht had liggen piekeren of haar broers
iets tegen hun vader hadden gezegd.
Dankzij Jimmy en Phin, die aan weerskanten van hun vader
zaten, was duidelijk dat iedereen het wist. Haar moeder was nergens
te bekennen - ze voelde zich zeker weer niet goed.
Jaz ademde diep in en ging naast Tamzin zitten. Ze deed melk
bij haar muesli, roerde, en nam zich voor er ten minste één hap van
te nemen. Maar ze wist dat het niet zou lukken. Er lag een zware
steen op haar maag. In de aanhoudende stilte dacht ze ellendig:
nou, vooruit dan. Doe het ergste. 'Hoe gaat het met mam?' vroeg
ze.
'Kan dat jou wat schelen?'
Ze stak haar kin vooruit en wierp haar broers een
doordringende, uitdagende blik toe. 'Heel wat meer dan jou, Phin.
Wanneer heb jij voor het laatst iets in huis gedaan om mam te
helpen?'
'Let een beetje op je woorden, jongedame.'
Ze rechtte haar schouders en haar verontwaardiging kreeg de
overhand. 'Waarom, pap? Waarom zou ik de waarheid niet spreken?'
Nee! Dat had ze niet moeten zeggen. Haar vader greep de kans die
zij hem gaf.
'Nou, ik zou jou wel eens de waarheid willen horen spreken.
Zou dat niet geweldig zijn?'
'Zeg alsjeblieft wat je bedoelt, pap. Als je me ergens van
gaat beschuldigen, gooi het er dan maar uit, dan hebben we het
tenminste gehad.' Dat klonk niet bepaald ootmoedig.
Haar vader leek te groeien op zijn stoel: hij werd groter,
breder. 'Laat ik je dit duidelijk maken, Jasmine Rafferty: ik gooi
er pas iets uit als ik zover ben, niet als jij dat zegt.'
Er kriebelde een vervaarlijke lachbui in Jaz' keel toen opeens
het beeld van een rochelende kameel bij haar opkwam. Ze zette haar
kiezen op elkaar en slikte. Dit was niet het moment om te lachen:
ze stond op het punt om voor een hele tijd huisarrest te krijgen.
Ze zou eindeloos lang eenzame opsluiting krijgen, en al haar
voorrechten zouden worden ingetrokken. Ze mocht blij zijn als ze
nog naar school mocht, laat staan naar de schrijfgroep. Er kwam een
nog erger idee bij haar op: stel dat haar vader wilde zien wat ze
had geschreven? Opeens leken de Clacketts niet zo'n slimme zet.
'Sorry, pap,' zei ze, en ze probeerde te klinken of ze het meende,
maar dat lukte helemaal niet: het klonk te luid, te bijtend.
Haar vader vroeg Lulu om hem de jam aan te geven en ging
achterover zitten. 'Ik zit met het probleem, Jaz, dat ik enerzijds
moet geloven dat je gisteravond bij Vicki was, en anderzijds van je
broers hoor dat ze je gisteravond bij een man uit de auto hebben
zien stappen. Of Phin en Jimmy moeten linea recta naar de opticien,
of er zwerft van jou een dubbelganger rond. Of misschien is er nog
een derde mogelijkheid. Heb jij daar soms een theorie over?'
Iedereen keek naar haar.
'Het heeft niets te betekenen...' begon ze.
'Je bevindt je op gevaarlijk terrein, meisje, dus kom niet met
kletspraatjes aan. Mij hou je niet voor de gek; je broers hebben
het maar al te goed gezien. Ik weet niet hoe lang dit stiekeme
gedoe met die... die man al aan de gang is, maar ik kan je wel
vertellen dat als ik hem te pakken krijg, hij zal wensen dat hij je
nooit had gezien. Als hij je maar met één vinger heeft aangeraakt,
zal ik hem... zal ik hem verdomme vermoorden!'
Jaz snakte naar adem. Toen ze vannacht niet had kunnen slapen,
was ze zo bang geweest dat haar vader erachter zou komen dat ze bij
de schrijfgroep zat dat ze niet had gedacht dat hij tot zo'n
verbijsterende conclusie zou komen. Jack was oud! Goed, je kon met
hem lachen en hij kon prachtig schrijven, maar hij was oud). 'Pap,
je zit er mijlenver naast. Het is niet wat je denkt.'
'Tja, ik dacht al dat je dat zou zeggen.'
'Phin, hou je erbuiten, wil je? Pap, je moet naar me
luisteren. Jack is een vriend. Hij heeft me thuisgebracht.'
Haar vader sloeg met zijn vuist op tafel; haar zusjes
schrokken op. 'O,' aapte hij haar na, met hoge stem. 'Dus Jack is
een vriend, hè? Misschien wordt het dan eens tijd dat hij omgaat
met vriendinnen van zijn eigen leeftijd, in plaats van te azen op
een meidje dat jong genoeg is om zijn dochter te kunnen zijn! Wat
is hij? Een of andere perverseling? Moet ik voor deze twee ook
oppassen?'
Tamzin en Lulu giechelden.
'Hoor eens, pap...'
'Kom me niet aan met dat "hoor eens, pap", je hebt je moeder
en mij voorgelogen! Je hebt gezegd dat je naar Vicki was, terwijl
je de hele tijd bij die man was. En als je niet bij hem was, waarom
moest je dan liegen?'
Jaz keek haar vader aan en wist dat het geen zin had om met
hem te gaan bekvechten. Ze wist ook dat als ze hem over haar
schrijven vertelde en hoe belangrijk dat voor haar was, hij daar
het bewijs van zou willen zien. Het enige probleem was dat hij van
het bewijs ervan zou ontploffen. De inhoud van haar roman, Wie het
laatst lacht, zou het allemaal nog erger maken. Als hij maar één
woord over de Clacketts las en doorkreeg dat ze hun gezin achter
hun rug belachelijk had zitten maken, zou hij niet meer te houden
zijn. Dan zou hij een eind aan de wereld maken zoals zij die nu
kende.
Onder tafel knikten haar knieën. Ze zat diep in de problemen.
Toen ze de voors en tegens afwoog - en ze leek alles tegen te
hebben -, besloot ze dat ze maar beter haar mond kon houden. Als ze
niets zei, zou haar dierbare schrijfwerk veilig zijn. Laat ze dan
maar denken dat ze stiekeme afspraakjes had gehad met een vent die
zo oud was als Jack. Ze wisten niet wie hij was of waar hij woonde.
Ze kon maar beter op haar tong bijten.