26
Des en Julie hadden vijf jaar lang op oudejaarsavond een feest
gegeven, maar nu ze Desmond junior hadden, hadden ze besloten met
die traditie te breken en een rustige avond te houden met een fles
champagne en iets leuks op de buis.
Maar tot Des' teleurstelling waren zelfs die eenvoudige
plannen gedwarsboomd.
Nadat hij op het laatste moment overstag was gegaan voor
Julies aandringen dat haar vriendin op oudejaarsavond echt niet
alleen kon blijven - 'Niet na alles wat ze heeft doorgemaakt' -,
was Clare de vorige middag een nachtje komen logeren. Als ze Jack
niet uitmaakte voor ellendeling, smeekte ze hun, terwijl de wijn
vloeide, om hem om te praten. 'Hij is gewoon doodsbang dat hij weer
gekwetst wordt,' had ze huilerig gezegd, zich vastklampend aan de
dunste strohalm. 'Daarom heeft hij het gedaan. Hij houdt echt van
me, dat weet ik zeker.'
Het deed er niet toe wat Julie of hij zei, Clare wilde niet
luisteren: ze wilde geen goede raad, ze wilde alleen haar hart maar
luchten. Ze was vreselijk ongelukkig en volgens Des had ze, gezien
haar verzwakte toestand na wat er was gebeurd, niet zoveel moeten
drinken. Of eigenlijk helemaal niet. Ten slotte had Des beloofd dat
hij met Jack zou praten, al was het maar om naar bed te kunnen om
wat broodnodige slaap te krijgen - het was bijna vier uur in de
ochtend.
Nu Des om vijf over zeven een klaarwakkere Desmond zijn
ontbijt gaf, wist hij dat het geen zin had. Jack had zijn besluit
genomen, en voor wat het waard was stond Des achter hem. Goed, zijn
timing had beter gekund - Clare zeggen dat het voorbij was terwijl
ze nog herstellende was van een buitenbaarmoederlijke zwangerschap
was misschien niet de slimste of gevoeligste manier geweest om het
aan te pakken. Het kwam erop neer dat Clare moest accepteren dat
het tussen Jack en haar voorbij was.
Jack lepelde bij zijn zoon Weetabix naar binnen, schraapte het
teveel van zijn kin en hoopte dat zijn vriendschap met Jack er niet
onder had geleden. Van vrienden werd vaak verwacht dat ze in dit
soort situaties partij kozen en Julie had op het moment weinig
sympathie voor Jack. Wat ze niet wilde erkennen, was dat Jack toen
Clare nog zwanger was geweest het fatsoen had gehad om bij haar te
blijven, al had hij tegenover Des toegegeven dat hij niet van haar
hield en niet dacht dat hij ooit van haar zou gaan houden.
Hij was zo in gedachten verzonken dat hij Clare niet hoorde
aankomen. Ze stond al naast Desmonds kinderstoel voordat hij haar
in de gaten had. 'Hoi,' zei hij. 'Hoe voel je je?' Dat hoefde hij
niet te vragen: ze zag er afgepeigerd uit, nog in nachtkleding en
met oude make-upsporen - voorzover die de tranen van de vorige
avond hadden overleefd - rond haar ogen.
'Ik ben hard aan koffie toe,' zei ze zacht.
Toen Desmond junior haar hoorde, draaide hij zijn hoofd om en
de hap Weetabix die Des net in zijn mond had willen steken, kwam op
zijn wang terecht. Hij stak een mollig handje op, grijnsde en
smeerde het toen in zijn haar. Des zette de kom pap buiten zijn
bereik en ging een vaatdoek halen. 'Ga zitten, dan zet ik water
op,' zei hij. 'Het duurt nog even voordat we ontbijten. Als Julie
en jij lief zijn, maak ik misschien wel een van mijn beroemde warme
ontbijtjes. Je moet het jaar tenslotte goed beginnen.'
Ze liet zich in een stoel vallen. 'Sorry, Des, maar daar moet
ik voor passen.'
'Onzin,' zei hij opgewekt. 'Je moet op krachten komen, en
niets is zo goed als een bord eieren met bacon en niertjes om weer
wat kleur op je wangen te krijgen...'
Verder kwam hij niet. Clare was groen weggetrokken - niet
helemaal de kleur die hij in gedachten had - en ze vloog de keuken
uit, naar het toilet. Het arme kind. Niet alleen een gebroken hart,
maar nog een kater ook. Niet de beste manier om het nieuwe jaar te
beginnen. Hij vroeg zich af hoe Jack zich vanmorgen voelde.
Jack was al op sinds halfzeven en was aan zijn vierde kop
koffie bezig. Hij zat in de logeerkamer het enige te doen wat hem
ervan weerhield aan Clare te denken. Zolang hij zich maar op de
problemen en dilemma's van zijn personages concentreerde, kon hij
de gebeurtenissen van de laatste paar weken van zich af
zetten.
Maar niet helemaal. Hij zou zich altijd verantwoordelijk
voelen voor het feit dat hij Clare zo'n ellendige ervaring had
laten doormaken. Hij had zich nog nooit zo schuldig gevoeld als
toen zij de spoedoperatie onderging waarbij de kleine foetus werd
weggehaald die een van haar eierstokken had laten scheuren. En
hoewel het verre van ideaal was dat Amber en Lucy getuige waren
geweest van Clares beangstigende instorting, was hij blij geweest
dat hij hen in het ziekenhuis bij zich had gehad: ze hadden hem
afgeleid van zijn eigen schuldgevoel. Toen hij te horen had
gekregen dat de operatie was geslaagd en dat het goed zou komen met
Clare, had hij bijna gehuild van opluchting.
Kort daarop - en hij wist dat het onvoorstelbaar egoïstisch
was geweest - had hij bedacht dat hij er goed vanaf was gekomen en
dat hij daarnaar moest handelen... zodra Clare het ergste achter de
rug had. Maar de beslissende actie kwam sneller dan hij van plan
was geweest.
Nu Clare thuis, bij haar ouders, aan het herstellen was, begon
ze er in alle ernst over hoe graag ze wilde dat Jack bij haar zou
intrekken. Hij kon niet tegen haar liegen of haar valse hoop geven,
en terwijl haar moeder beneden de was in de machine deed en haar
vader een keukenkastje repareerde, had hij haar verteld dat het
voorbij was tussen hen en dat ze, als ze eerlijk was, moest
toegeven dat ook zij dat al een paar weken had geweten. Hij had
haar handen vastgehouden en haar recht aangekeken toen hij dat zei,
omdat hij wist dat hij het zichzelf nooit zou vergeven als hij het
op een andere manier had gedaan.
'Ellendeling!' had ze gemompeld, en ze had haar handen uit de
zijne getrokken. 'Had je niet ten minste tot na de kerst kunnen
wachten?'
Pas toen hij naar huis reed, was het bij hem opgekomen hoe
onredelijk haar vraag was geweest. Van alle dingen waarvan ze hem
had kunnen beschuldigen, had ze zijn slechte timing het
belangrijkst gevonden. Toen viel hem in dat dit min of meer
samenvatte hoe Clare hem bekeek. Ze zei gemakkelijk genoeg dat ze
van hem hield, maar in werkelijkheid, wist hij, was ze verliefd
geweest op het droombeeld van een happy end.
Hij hoopte dat ze gauw zou gaan accepteren dat ze nooit
voorbestemd waren geweest om meer dan vrienden te zijn. Maar toen
hij die gedachte onder woorden had gebracht, had ze dat nog niet
willen horen. 'Waag het niet te suggereren dat we dan nou maar
vrienden moeten worden. Ik wil je nooit meer zien. Door jou kan ik
waarschijnlijk nooit meer kinderen krijgen.'
Hij had er niet met haar over getwist, al had de chirurg die
haar had geopereerd, gezegd dat ze in de toekomst nog best een
normale zwangerschap kon hebben. 'Ik zou het voorlopig even rustig
aan doen,' had hij gezegd, 'maar in wezen hebben jullie nog steeds
grote kans op een gezond kind.'
In Clares belang moest Jack geloven dat dit waar was.
Om halftien was hij klaar met het hoofdstuk waar hij sinds de
vorige ochtend aan had gewerkt. Hij zette de printer aan en ging
met zijn lege koffiekop naar de keuken. Hij rammelde van de honger.
Hij trok de koelkast open en haalde er een pakje worstjes, wat
bacon, twee eieren en een tomaat uit. Binnen een halfuur zat hij
weer in de logeerkamer, met zijn ontbijt, de geprinte vellen door
te lezen. In de marge gaf hij met potlood aan waar hij niet
helemaal tevreden over was. Over het algemeen was hij blij verrast
hoe goed het hoofdstuk uiteindelijk was geworden. Hij maakte
zichzelf niet wijs dat hij met wat hij had geschreven op de
shortlist voor de Booker-prijs zou komen, maar hij vond het wel
goed leesbaar. Volgens Dulcie kon Vrienden en verwanten worden
ingedeeld bij de 'mannenliteratuur'. Dat klonk geringschattend,
maar omdat deze term werd gebruikt voor de boeken van Tony Parsons,
Nick Hornby en Mike Gayle, vond hij dat hij in uitstekend
gezelschap verkeerde. De afgelopen maand had hij alle boeken van
deze schrijvers gelezen en het was hem opgevallen dat hij vanuit
hetzelfde perspectief schreef - nee maar, kerels hebben ook
gevoelens!
Toen hij zijn ontbijt op had, ging hij achterover zitten, met
zijn handen achter zijn hoofd. Hij was niet alleen blij omdat hij
weer een hoofdstuk af had, maar ook omdat hij wist dat hij het jaar
positief begon. Gisteravond had hij om klokslag middernacht een
belangrijk besluit genomen, een goed voornemen voor het nieuwe
jaar, zou je kunnen zeggen, dat al een paar weken voor de hand had
gelegen. Hij ging een bod doen op de flat van juffrouw
Waterman.
Het idee was plotseling bij hem opgekomen, maar misschien liep
hij er onbewust al een tijdje mee rond. Een nieuw begin in een
nieuw huis was net wat hij nodig had. Weliswaar was hij
aanvankelijk helemaal niet zo weg geweest van de flat, maar hij was
hem steeds aardiger gaan vinden. Waarschijnlijk omdat hij had
gezien wat Beth met de hare had gedaan. Ze had er een echt thuis
van gemaakt, en dat wilde hij dolgraag ook. Als hij zijn ogen
dichtdeed, zag hij zichzelf er al wonen, kon hij zich zelfs
voorstellen dat hij de muur tussen keuken en zitkamer zou slopen om
er één grote ruimte van te maken - zoals Beth boven had gedaan. De
flat had bovendien het voordeel van het park voor de deur: zijn
dochters zouden er stoom kunnen afblazen. Goed, Amber werd te groot
voor schommels en glijbanen, maar de tennisbanen spraken haar
misschien aan. Als ze wilde, kon ze les krijgen.
Nu de kwestie-Clare uit de wereld was, kon hij plannen maken
voor de toekomst.
Op wat Jack een passend tijdstip vond, met in zijn achterhoofd
het feit dat het nieuwjaarsdag was, belde hij Beth om naar juffrouw
Waterman te informeren. 'Ze is aan de beterende hand,' zei Beth,
'alweer bijna de oude. Hoezo? Heb je goed nieuws over de
flat?'
'Misschien,' zei hij voorzichtig. Hij wilde niets tegen Beth
zeggen voordat hij zijn cliënte had gesproken. 'Denk je dat ze het
erg zou vinden als ik even langskwam?'
'Ik heb een veel beter idee: waarom kom je niet lunchen? Adele
komt ook. En een vriendin van Nathan. Iemand die je misschien wel
kent.' Er klonk een lach in haar stem door.
'Weet je het zeker? Ik wil me niet opdringen.'
'Anders zou ik je toch niet vragen? Het wordt heel informeel.
Je hoeft je niet op te doffen.'
Het volgende uur besteedde hij aan douchen, scheren en
aankleden. Niet omdat hij indruk op Beth wilde maken, maar omdat
hij zichzelf nodig een beetje moest oppeppen. In zijn vier vrije
dagen in zijn eentje, thuis - had hij een paar uitgesproken
slonzige gewoonten aangenomen: hij zat de hele dag in zijn oudste
kleren te schrijven en nam niet de moeite om zich te scheren.
Zonder zijn schrijverij had hij niet geweten hoe hij kerst en
nieuwjaar had moeten doorkomen. Door zich in de wereld van Vrienden
en verwanten te storten was hij de ellende van de wereld waarin hij
leefde ontvlucht. Hij ging niet alleen gebukt onder schuldgevoel
over wat hij Clare had aangedaan; het was ook dat zijn dochters zo
ver weg zaten. Dit was zijn eerste kerst zonder Amber en Lucy, en
hij miste hen vreselijk. Op kerstochtend had hij hun cadeautje
uitgepakt en toen had hij een uur zitten dubben welke foto hij in
het lijstje zou doen dat ze hem hadden gegeven. Het was
uiteindelijk een foto geworden die hij van hen samen had genomen,
van de zomer, toen ze met vakantie in Devon waren geweest -
zongebleekte haren, sproetige snuitjes en een brede glimlach omdat
ze het zo leuk hadden.
Het was stil op straat toen hij naar Maywood Park Road liep,
en zijn voetstappen klonken hol op de verlaten stoep. Een flinke
vorst had tuinen en bermen in een wit gehuld dat sprankelde in de
zon. Maar die zon gaf geen warmte en zijn adem bleef in de koude,
scherpe lucht hangen. Om precies één uur belde hij bij Beth aan.
Het duurde even voordat ze opendeed. 'Gelukkig nieuwjaar,' zei hij,
en hij gaf haar de fles champagne die in zijn koelkast had gestaan,
maar die hij de vorige avond niet had willen openmaken.
Ze nam hem met een glimlach aan. 'Wat vreselijk lief van je.
Brr... kom gauw binnen. Wat is het koud!'
Hij liep achter haar aan naar boven, naar de zitkamer, waar
juffrouw Waterman mooi zat te wezen in wat haar 'zondagse' jurk
moest zijn. Ze zag er vorstelijk uit, en een stuk beter dan de
vorige keer dat hij haar had gezien. Dat zei hij haar ook toen ze
elkaar een hand gaven. 'Dat komt door de sherry die Beth steeds
maar bij- schenkt,' zei ze, en ze wees op een glaasje op het
tafeltje naast haar stoel. 'En het heerlijke eten waar ze me mee
verwent. Ik denk dat ik maar wat vaker ziek moet worden.'
'Dat is volgens mij niet zo'n goed idee, juffrouw Waterman,'
zei Jack.
'Doe alsjeblieft niet zo formeel. Zeg maar Adele.'
Achter zijn rug hoorde hij een bekend lachje. Toen hij zich
omdraaide, zag hij Jaz binnenkomen - dus dit was degene over wie
Beth het aan de telefoon had gehad. Achter Jaz aan kwam een lange
knul van wie Jack aannam dat het Beths zoon was.
Aan de lunch begon Jack over de reden van zijn bezoek. 'Ik heb
een koper voor je gevonden, Adele,' zei hij, 'en een van wie ik
reden heb te geloven dat het geheid gaat lukken. Hij heeft geen
huis om te verkopen en het zou dus om een simpele verkoop
gaan.'
'Echt?' zei ze. 'Wat heerlijk. Dat is zeker goed
nieuws.'
'Wacht even,' zei Beth, en ze liet de schaal gebakken
aardappelen zakken die ze aan Jaz wilde doorgeven. 'Er is al een
hele tijd niemand meer naar Adeles flat komen kijken. Wie heeft een
bod gedaan?'
'Ah,' zei hij, geamuseerd dat ze zo alert reageerde en nog
steeds zo beschermend jegens de oude dame was. 'Tijd om op te
biechten: ik ben het, ik doe een bod.'
'Is dat wel verantwoord?' vroeg Adele.
'Wel als hij de vraagprijs biedt,' zei Beth.
'Alles gaat eerlijk en correct,' zei Jack. 'Daar hoef je niet
bang voor te zijn. En ja: ik bied de vraagprijs. En ik zal de flat
zelfs nog laten taxeren; dan weet je helemaal zeker dat er niets
vreemds aan de hand is. Dan weet je meteen dat ik hem juist had
geprijsd.'
'Nou,' zei Adele stralend, 'dat is heerlijk nieuws. Ik kan
niemand bedenken die ik liever in mijn flat zie trekken.' Ze hief
haar glas. 'Proost, Jack. Ik hoop dat je hier aan Maywood Park Road
heel gelukkig zult worden.'
'Dank je. Ik zal morgenochtend vroeg meteen de notaris bellen.
Als niemand er tenminste bezwaar tegen heeft.' Hij keek Beth
aan.
'En wat voor bezwaar zou ik dan moeten hebben?'
'Ik wil alleen zeker weten dat ik de goedkeuring kan wegdragen
van de belangrijkste behartiger van de zakelijke belangen van mijn
cliënte.'
'Het spreekt vanzelf dat je een uitvoerige vragenlijst zult
moeten invullen voordat je bod wordt geaccepteerd. Je kunt niet
voorzichtig genoeg zijn.' Toen keek ze de tafel rond en zei: 'Als
iedereen klaar is, zal ik afruimen.'
'Laat maar, Beth,' zei Jaz. 'Dat doen Nathan en ik wel.
Nietwaar, Nathan?'
'Doen we dat?'
'Ja - overeind dus, en snel een beetje.'
Adele gaf Jack een knipoog en toen Jaz en Nathan luidruchtig
de horden in de gootsteen stonden te stapelen, zei ze: 'Zijn ze
geen schattig stel?'
'Hou op, Adele, anders zal ik je naar huis moeten sturen. Nog
wat wijn, Jack?'
'Graag.'
Beth vulde Jacks glas bij, en daarna haar eigen glas - Adele
hield het bij sherry - en terwijl Nathan en Jaz aan de andere kant
van het vertrek gekheid stonden te maken, liet ze Jack en zijn
cliënte hun zaken regelen. Hoewel zijn aankondiging haar verbaasde,
vond ze liet wel een prettig idee om hem als buurman te krijgen. Ze
was vreselijk bang geweest dat ze luidruchtige buren zou krijgen.
Het enige nadeel van de regeling zou zijn dat ze de ondeugende
Adele, en de sceptische Nathan, er nu van zou moeten overtuigen dat
er niets lussen Jack en haar was. Ze had zojuist de blik op Adeles
gezicht gezien en wist maar al te goed wat de oude dame
dacht.
Maar de misplaatste vastberadenheid van haar buurvrouw om een
romantische verbintenis tot stand te brengen was wel Beths minste
zorg. Ze had Lois sinds de kerst niet meer gezien of gesproken, en
niet omdat ze het niet had geprobeerd. Telkens wanneer ze had
gebeld, had Lois haar afgekapt. 'Ik wil niet met je praten, Beth,'
had ze gezegd. 'Je hebt me afschuwelijk behandeld. En dat na alles
wat ik voor Nathan en jou heb gedaan. Wat zo'n pijn doet, is dat je
volgens mij mijn kleinzoon expres tegen me hebt opgezet door zijn
hoofd vol te stoppen met leugens over mijn arme Adam. Dat zal ik je
nooit vergeven.' Haar stem had schril geklonken en ze was duidelijk
bijna in tranen geweest.
'Maar Lois, je weet net zo goed als ik dat Adam zelfmoord
heeft gepleegd. Alle rapporten die van zijn dood zijn opgemaakt,
kwamen tot de zelfde conclusie. De lijkschouwer was van oordeel...'
Verder was ze niet gekomen: Lois had de hoorn op de haak
gesmeten.
Beth had heel wat keren spijt gehad van haar uitbarsting op
Marsh House na Nathans dramatische vertrek op eerste kerstdag. Ze
had zich tegen Lois gekeerd met een felheid waarvan ze niet had
geweten dat ze die in zich had. 'O, stommerd!' had ze tegen haar
schoonmoeder geschreeuwd. 'Ontzettende stommerd! Heb je er enig
idee van wat je mijn zoon hebt aangedaan? En kan het je ook maar
iets schelen?' Met haar rug tegen de boekenkast had Lois haar met
open mond en grote ogen aangestaard. Maar ze had Beth geen antwoord
gegeven.
Barnaby had geprobeerd tussenbeide te komen en de boel te
sussen. 'Toe, Beth,' had hij gezegd, en hij had haar een klopje op
haar arm gegeven. 'Met schreeuwen kom je nergens. Ik zal je iets te
drinken inschenken, dan kunnen we erover praten...'
Ze had hem afgeschud. 'Je hebt het mis, Barnaby. Deze keer is
schreeuwen precies wat nodig is. Ik wilde alleen dat ik het jaren
eerder had gedaan.' Ze keek weer naar Lois. 'Maar dat kan je geen
donder schelen, hè? Jij bent zo bezeten van die zielige mythe van
je, een mythe waar niemand anders in gelooft, dat je niet meer ziet
wat er om je heen gebeurt. Nathan veracht je omdat je niet wilt
accepteren dat zijn vader bij lange na niet perfect was. Hij was
een doodgewoon mens, Lois. Een man die, toen het erop aankwam, niet
verder kon leven.'
Dat was het moment waarop Lois het woord nam en ze viel Beth
aan op de enige manier die ze kende: 'Als jij een betere echtgenote
was geweest, zou Adam nooit zo gedeprimeerd zijn geraakt!'
'Denk je niet dat het door zijn opvoeding kwam? Jij hebt hem
zo opgevoed dat hij dacht dat een lid van de familie King niet
mócht falen. Arme Adam, jij hebt hem geleerd dat er maar één regel
bestond om naar te leven, en dat was winnen. Maar toen het erop
aankwam, was hij niet de taaie vechtjas die jij hem wilde laten
zijn. En toen hij dat besefte, was het te laat. Toen was hij al
zover heen dat er geen andere uitweg meer mogelijk was dan een eind
aan zijn leven te maken.' Ze wees met haar vinger naar Lois. 'Jij
hebt het hem laten doen, Lois. Jij hebt Adam zo kopschuw gemaakt
voor mislukking dat je hem net zo goed zelf de fles whisky en de
autosleutels had kunnen geven.'
Lois slikte moeizaam en hield het hoofd geheven. 'Ik wil dat
je weggaat, Beth. Ik wil je uit mijn huis weg hebben. Nu.'
Barnaby had aangeboden om Beth thuis te brengen en ze had het
aanbod aangenomen. 'Het spijt me, Barnaby,' had ze gezegd toen
Marsh
House achter hen lag. 'Ik heb je in een afschuwelijk parket
gebracht. Maar op dit moment heb ik geen spijt van wat ik heb
gezegd. Dat zal morgen wel komen en dan voel ik me waarschijnlijk
afschuwelijk.'
Barnaby had niets gezegd. Hij had alleen geknikt, en zijn
gezicht had triest en vermoeid gestaan. Hij had haar naar boven
geholpen met haar tassen en die van Nathan, en had onbeholpen in de
gang gestaan. 'Ik kan maar beter niet blijven,' had hij gezegd, en
hij had verdrietig zijn hoofd laten hangen. 'Lois zal me wel nodig
hebben.' Hij had zijn hand uitgestoken naar de deur, en toen
geaarzeld. 'Hij was ook mijn zoon, weet je. Dat willen mensen nog
wel eens vergeten.' Zijn ogen werden vochtig, maar voordat Beth
iets kon zeggen, had hij de deur achter zich dichtgetrokken en was
hij verdwenen.
Beth had dit allemaal niet aan Nathan verteld, omdat ze hem
niet nog meer wilde belasten. Ze verweet zichzelf dat ze het niet
had zien aankomen, dat ze niet had beseft hoe Lois' voortdurende
vergelijking met zijn vader Nathan had aangegrepen. Zowel Simone
als haar moeder had gelijk gehad: ze hadden haar gewaarschuwd om
een eind te maken aan Lois' schijnversie van Adams dood. En zijn
leven. Haar enige hoop was nu dat de tijd de kloof zou dichten. En
dat Barnaby misschien de moed zou vinden om met zijn vrouw te
praten. Maar dat was niet waarschijnlijk. Barnaby mocht Lois dan
plagen, hij zou nooit iets achter haar rug om doen. Hij was een
zeer loyale echtgenoot.
Ze had uren gewacht tot Nathan die nacht zou thuiskomen, en
had de hoop ai opgegeven dat ze hem nog levend zou terugzien. Ze
had haar hele leven nog niet zo lang gewacht, en toen ze zijn
sleutel in het slot hoorde, was ze hem tegemoet gevlogen. Ze waren
allebei te uitgeput geweest om echt te praten over wat er was
gebeurd, maar 's morgens waren ze een eind gaan lopen om uit te
waaien en de lucht te klaren. 'Hoe wist je dat ik thuis zou komen?'
had hij gevraagd.
'Ik dacht niet dat je op Marsh House al zo gauw je gezicht
weer zou laten zien, en trouwens, mij werd gevraagd om te
vertrekken. Dat vertel ik je nog wel eens. Nu moeten we eerst maar
eens over je vader praten. Je haat hem toch niet echt, hè?'
'Soms.'
'Dat verdient hij niet.'
Nathan schopte een steentje weg en fronste. 'Je praat alsof
hij nog leeft.'
'Ik bedoelde zijn nagedachtenis. Wat er nog van hem over is,
verdient het niet om zo te worden behandeld.'
'Maar ik herinner me zo weinig van hem. En wat ik wel weet, is
verpest door Lois.'
'Daar zullen we dan aan moeten werken. Ik weet niet hoe, maar
dat gaan we doen. Dat beloof ik.'
Intussen zat Beth met een heleboel schuldgevoelens, woede en
verwarring. Nog niet zo lang geleden had ze zich als zich een
crisis voordeed voor steun en goede raad automatisch op Simone
verlaten, maar deze keer niet. Nu had ze zich tot Ewan gewend en
hem alle afgrijselijke bijzonderheden verteld, alsof ze het van
zich af schreef.
Door haar probleem aan een buitenstaander te vertellen, voelde
ze zich minder trouweloos jegens Lois. Toen ze Ewan dit had gemeld,
had hij gezegd:
Het is loyaliteit aan Lois die deze ellende heeft helpen
veroorzaken. Wat dacht je van een beetje loyaliteit aan je eigen
zelfrespect? Het klinkt mij in de oren alsof Lois systematisch
heeft geprobeerd om je te kleineren, Beth.
Dat klinkt hardvochtig.
Zo was het ook bedoeld. Het heeft geen zin iets op te smukken
waarvan je al weet dat het waar is.
Oei. En nog eens oei. Ben je altijd zo bot? Alleen tegen...
mensen om wie ik geef.
Ze was zo in de war door zijn opmerking dat ze niet had
geweten hoe ze moest reageren. Er was nog een bericht op haar
scherm verschenen:
Schrap die ontboezeming maar als je wilt. Mijn vingers
beginnen zich heel wat te verbeelden.
Nee. (had ze getypt, na weer een korte aarzeling) . Het was
lief. Het verraste me alleen een beetje.
Een goed soort verrassing?
Ja.
In dat geval wil ik je een gunst vragen. Maar eerst: heb je
een scanner? Nathan heeft er een die ik zou kunnen gebruiken.
Hoezo? Wat zou je ervan zeggen om foto's uit te wisselen?
Glimlachend had ze geantwoord: Alleen als je belooft niet vals te
spelen.
Wat? Zoals wat stiekem knip- en plakwerk om mijn toch al
aantrekkelijke gelaat nog verder te verfraaien?
Zoiets, ja.
Met mijn hand op mijn hart: ik zal net zo eerlijk zijn als
jij.
Dat was de vorige avond geweest en ze hadden afgesproken om
vanavond foto's uit te wisselen. De foto die Beth ging gebruiken,
was er een die Nathan vorig jaar op het afscheidsfeest van Ben en
Simone van haar had genomen, voordat ze naar Dubai vertrokken. Ze
hoopte dat ze er op haar best op stond.
Ze schrok op uit haar overpeinzingen toen Jaz en Nathan
dessertbordjes op tafel zetten en met bestek rammelden. Ze keek op
en zag hoe ontspannen haar zoon was toen Jaz met een servet naar
hem mepte. Eergisteren, toen Nathan had gevraagd of het goed was
als hij Jaz te lunchen vroeg, had ze geen idee gehad dat ze zo goed
bevriend waren. Of, liever, zo dik bevriend. Na de ellende van
eerste kerstdag was het goed om hem zo gelukkig te zien.