15
Het was donderdagavond en de groep was weer bij elkaar in Dulcies zitkamer. Ze luisterden naar Victor, die net zijn magnum opus - Sterrenstad - had samengevat en nu zijn eerste bladzij voor- las. Het was geen verrassing geweest dat hij de eerste had willen zijn en graag duidelijk wilde maken hoe indrukwekkend zijn werk was. Dulcie had hem graag opnieuw laten beginnen om hem wat minder theatraal te laten voorlezen, maar ze vond het niet eerlijk tegenover de groep om het twee keer te moeten aanhoren.
'Dank je, Victor,' zei ze toen hij eindelijk ophield. 'Wat pers jij veel op één bladzij.' Ze wilde nog zeggen: weet je zeker dat het maar driehonderd woorden zijn? maar ze wist dat dat geen zin had. Ze wisten allemaal dat hij minstens twee keer zoveel had voorgelezen.
Hij knikte en ging achterover zitten. 'Dat is natuurlijk ook mijn bedoeling,' zei hij. 'Ik wil de lezer van het begin af aan met zoveel mogelijk actie confronteren. Hem bij zijn strot grijpen.'
Zonde als het daar blijft steken, dacht Dulcie. Ze zei: 'Zo'n ambitieus begin vereist een zorgvuldige behandeling, wil het vruchten af werpen. Heeft er nog iemand commentaar? Jack? Wat vond jij ervan?'
Jack zag er in spijkerbroek en overhemd zonder das minder formeel uit dan vorige week, maar niet minder gespannen. Hij zag er moe en afgetobd uit, als een man die de hele wereld op zijn schouders torst.
'Ah,' zei hij voorzichtig. 'Eerlijk gezegd was ik er beduusd van. Er leken heel wat personages op ons af te komen. Het was moeilijk om bij te houden wat er allemaal gebeurde.'
'Dat vond ik ook,' zei Jaz instemmend. 'En ze hadden allemaal van die buitenlandse namen die eindigden op -avinski'.
'Dat komt doordat ze buitenlands zijn,' zei Victor giftig.
'Ik denk dat we bedoelen,' zei Dulcie omzichtig, 'dat je een beetje te veel informatie gaf. Weet je nog waar we het vorige week over hebben gehad? Om die zo belangrijke val te zetten om de lezer in te verstrikken, moet je een paar bijzonderheden geven die verwachtingen wekken, maar je moet ze als magische ingrediënten zien en er zuinig mee omspringen. Misschien kun je het aantal personages wat inkrimpen. Het liefst tot één of twee. En was die tweede ontploffing echt nodig?'
Victor schraapte zijn keel. 'Onontbeerlijk.'
'Vind je niet dat die het effect van de eerste afzwakte?' opperde Beth.
Voordat Victor ontplofte, zei Dulcie snel: 'Dat is een sterk argument, Beth, dat moeten we zeker in gedachten houden. Minder is vaak meer als het op schrijven aankomt. Maar fijn dat je ons er deelgenoot van wilde maken, Victor.' Om hem aan te moedigen zei ze: 'Na Victors voorbeeld zal het niet meevallen, maar wie durft? Liefhebbers? Jaz, hoe zit het met jou?'
'Oké. Zolang ik maar niet voor mijn beurt ga.' Ze keek even naar Jack en Beth, die hun hoofd schudden.
'Nee, ga je gang maar,' zei Jack.
'Het heet Wie het laatst lacht, zei ze, en toen begon ze met heldere, zelfverzekerde stem haar werk voor te lezen. Toen ze klaar was, keek ze naar Dulcie om haar oordeel. 'Wat vind je?' vroeg ze. 'Kon het ermee door?'
Dulcie glimlachte. 'Jaz, het kon er meer dan mee door. Het was briljant. Het enige wat ik erop aan te merken heb, is dat je ermee ophield. Ik wilde meer.'
'Ik ook.'
'En ik.'
Blozend en glimlachend keek Jaz naar Jack en Beth. 'Echt waar? Dat zeggen jullie niet zomaar?'
De enige die Jaz niet bijviel, was Victor. Dulcie had gezien dat hij aantekeningen had zitten maken terwijl Jaz voorlas. 'Ik heb wel een paar aanmerkingen,' zei hij, en hij klikte met zijn balpen. 'Wat is een pureehoofd? En vind je het niet riskant om die turbotaal te gebruiken? Ik had de indruk dat het je publiek beperkt en het boek al dateert voordat het uit is.'
Een beschermend moederinstinct maakte dat Dulcie Jaz te hulp wilde schieten, maar ze had zich geen zorgen hoeven maken.
'Een pureehoofd is als je je suf piekert om ergens uit te komen,' zei Jaz vlak. 'Dat heb jij vast vaak, hè, Victor?' Hij keek haar onzeker aan en ze lachte hem poeslief toe. 'Ik heb het in elk geval na een lange schooldag en nog drie uur huiswerk maken. En het kan me geen barst schelen of mijn boek wordt uitgegeven. Ik schrijf voor mijn eigen plezier, niet voor dat van een ander.'
Zo, die kun je in je zak steken, dacht Dulcie tevreden. Hemel, de jeugd van tegenwoordig stond zijn mannetje. Toen zij zo oud was, was ze nog zo verlegen als wat en had ze een chagrijnige oude man als Victor nooit aangekund.
Toen was Dulcie aan de beurt en daarna kwam Beth, een beetje nerveus, maar met een amusante hoofdpersoon die Libby heette, een onzeker typetje dat er eerlijk voor uitkwam dat ze verslaafd was aan zelfhulpgroepen. Het was getiteld Leven voor de lol, en net als Jaz had Beth het stuk in de eerste persoon geschreven. Anders dan Jaz maakte ze de fout zich te verontschuldigen voor wat ze had geschreven. Dulcie hield haar de pot voor. 'Ik heb je gewaarschuwd.'
Beth lachte en pakte haar tas om de boete te betalen.
En toen was Jack aan de beurt.
'Ik ben bang dat het nog een beetje onaf is,' gaf hij toe. Dulcie rammelde met de pot in zijn richting en hij glimlachte en deed een muntje bij dat van Beth. 'Maar daar gaat ie dan. Het heet Vrienden en verwanten'. Hij schraapte zijn keel en friemelde aan de kraag van zijn overhemd. '"Van je vrienden moet je het maar hebben. In dat geloof ben ik opgevoed, en ik geloofde er dan ook heilig in. Tot de dag van vandaag. Nu weet ik beter. Vrienden zijn zelden wat ze lijken. Vrienden komen en gaan. Als kameleons veranderen ze van kleur naar gelang het moment. Ik heb ooit zo'n vriend gehad. Maar ik heb ook ooit een vrouw gehad.'" Hij slikte, legde de papieren op zijn schoot recht en ging toen met zachte stem verder.
Dulcie luisterde gespannen. Ze zag het verdriet op Jacks gezicht toen zijn ogen over de bladzij gingen. Arme man, dacht ze. Maar wat dapper om het op papier te zetten en de groep er deelgenoot van te maken. Toen hij klaar was, bleef het stil. Niemand wilde als eerste iets zeggen. Zelfs Victor niet.
'Sorry,' mompelde Jack, 'was het een beetje te veel van het goede?'
Jaz en Beth grepen tegelijk naar de pot en hielden hem onder zijn neus. Dat brak de spanning en Dulcie, die zich vaag verontrust voelde, stelde voor zijn eerste bladzij bij een kop koffie te bespreken.
'Zal ik even helpen?' vroeg Beth.
'Dat hoeft niet, hoor. Ik heb alles klaarstaan. Ik hoef alleen maar water op te zetten.'
Terwijl Dulcie in de keuken stond te wachten tot het water kookte, hoorde ze Victor tegen Jack zeggen dat hij op zijn eerste bladzij wat van het zelfonderzoek moest schrappen en er wat meer actie in moest stoppen. Dulcie zuchtte. Wat voor actie? Een paar auto-ongelukken? De woorden 'subtiel' en 'gevoelig' waren de man onbekend. Bij hem was het pief, paf, poef. En hij deed ook zo neerbuigend. Een beetje zoals Angela Dulcie gisteren rond lunchtijd had behandeld.
'Ik dacht al dat jij het was,' had Angela gezegd, met zo'n harde stem dat iedereen in het café had gekeken. 'Ik zei nog tegen Nicholas: "Is dat niet de vrouw die ons heeft helpen verhuizen?" Maar dat wist hij natuurlijk niet meer. Hoe gaat het met je? Heb je dat bedrijfje nog?'
Dulcie had haar stekels opgezet toen ze haar bron van inkomsten hoorde afdoen als een soort hobby. 'Nee,' had ze gezegd. 'Ik geniet tegenwoordig van mijn vrije tijd.'
'O, wat fijn voor je. Ik wilde dat ik dat kon zeggen, maar met Christopher en Nicholas die ik achter de vodden moet zitten heb ik helemaal geen vrije tijd meer. En nu heb ik Richard ook nog thuis.'
'O?' Dulcie had geprobeerd om haar stem neutraal te laten klinken, alsof ze niet wist waar Angela het over had. 'Werkt hij tegenwoordig thuis?''Hemel, nee, hij zal nog wel een tijdje niet mogen werken. Hij is herstellende van een hartaanval. We zijn allemaal vreselijk geschrokken. Ik probeer al jaren om hem zover te krijgen dat hij wat minder gaat werken, maar je weet hoe mannen zijn: ze luisteren nooit en denken altijd dat ze het beter weten, en voor je het weet ben je weduwe en sta je sherry te schenken op een begrafenis.'
Dulcie had kromme tenen gekregen van Angela's jolige manier van doen. Of probeerde ze alleen haar ongerustheid te verbergen over een echtgenoot die bijna was overleden? En heel goed had kunnen overlijden, als hij alleen was geweest.
'Wens hem van harte beterschap van me,' had Dulcie gezegd.
'Dank je, zal ik doen. Maar hij zal wel niet meer weten wie je bent. Hij heeft een afschuwelijk slecht geheugen. Ik moet trouwens verder. Ik heb Christopher thuisgelaten om een oogje op Richard te houden en ik heb beloofd dat we niet al te lang zouden wegblijven. Wat toevallig dat ik je zomaar tegenkom, na al die tijd. Ik kon eigenlijk zelden in Maywood - zo'n raar, ouderwets stadje. Ik ga meestal naar Chester, maar ik dacht dat dit sneller zou gaan.' Ze sloeg haar ogen ten hemel. 'Maar het tegendeel blijkt waar. De helft van de dingen die ik nodig heb, kan ik niet vinden.'
En weg was ze, terug naar de zoon die aan een hoektafeltje zat, verdiept in een van de romans die ze voor Richard had gekocht.
Opmerkzaam als altijd had Maureen gezegd: 'Wie dat mens ook was, je mocht haar niet zo, hè, Dulcie?'
'O,' had ze luchtig gezegd, in de hoop dat haar gezicht haar niet zou verraden, 'dat was een van die klanten die als een doorn in je vel blijven steken. Voor haar was nooit iets goed genoeg. Ze had heel hoge verwachtingen.'
'Zo te zien is dat niet veranderd,' merkte Prue op. Zowel Dulcie als Maureen had haar blik gevolgd naar de plek waar Angela tegen haar zoon uitviel omdat hij met zijn ellebogen op tafel zat. Hij fronste kriegel en dook nog dieper in zijn boek.
Het was een frons die Dulcie herkende: zo had ze Richard ook zien kijken. Hij fronste niet vaak, en hij werd ook niet kriegel, maar als dat wel gebeurde, moest ze erom lachen. Ze vroeg zich af hoe lang het zou duren voordat ze hem weer zag, hoeveel weken of maanden voordat hij voldoende was hersteld om te kunnen rijden. Het was verleidelijk om het met haar zoon, die arts was, over Richard te hebben, maar zelfs in vage termen over hem praten - 'Andrew, ik ken iemand die onlangs een hartaanval heeft gehad, hoe lang denk je dat het gaat duren voordat hij helemaal hersteld is?' - was tegen de regels van het maîtresse-zijn. Ze mocht het nooit over Richard hebben. Zelfs niet als vriend of voormalige cliënt. Er was altijd kans dat een terloopse opmerking hen zou verraden.
Toen ze Angela had gesproken, had ze kunnen denken dat ze zich nog schuldiger zou gaan voelen over haar verhouding met Richard, maar juist het ongekeerde was gebeurd: Angela's achteloze manier van doen - alsof zijn hartaanval door zijn eigen zorgeloosheid was gekomen - had haar geïrriteerd en ze vond dat Richard alle liefde en het geluk verdiende die zij hem kon geven. Als ze al bedenkingen had gehad toen ze in de St.-Cecilia-kerk had gezeten, waren die nu verdwenen.
Nu ze kokend water in de bekers schonk, dacht ze aan Jack. Ze was ervan overtuigd dat wat hij had geschreven en de groep had voorgelezen autobiografisch was. Hoe zou zij zich voelen als ze in zijn schoenen stond?
Of, juister, als ze in Angela's schoenen stond?
Hou op, hield ze zichzelf voor. Zo zit het leven niet in elkaar. Mensen maken fouten. Ze worden verliefd op de verkeerde mensen. Dat willen ze helemaal niet, maar het gebeurt wel heel vaak.
Maar hoe resoluut ze ook probeerde te zijn, toen ze met de koffie in de zitkamer kwam en de bekers ronddeelde, ontweek ze Jacks blik.
Het regende weer en toen Jack Jaz aan het begin van haar straat had afgezet, en daarna Beth thuis had gebracht, reed hij naar huis. Het was al over halfelf toen hij zichzelf binnenliet. Hij pakte een biertje uit de koelkast en luisterde toen zijn antwoordapparaat af. Er waren twee berichten: een van Des met een voorstel voor een avondje uit en een van Clare.
'Jack, als je niet te laat thuiskomt, bel me dan even. Ik wil iets met je bespreken.'
Hij nam een flinke slok bier en wiste het bericht, alsof het nooit had bestaan.