37
Aanvankelijk dacht Jack dat hij het zich verbeeldde, maar toen
hij een paar kilometer over landweggetjes naar en van een nieuwe
klant was gereden en haar charmante rietgedekte huisje in Bunbury
had opgenomen, moest hij toegeven dat zijn verbeelding hem geen
parten speelde: hij werd gevolgd.
Hij wist het niet zeker, maar hij dacht dat de zwarte Golf al
achter hem zat sinds hij even buiten Maywood was gestopt om te
tanken. Er zat op dit moment een andere auto tussen, en hij kon het
gezicht van bestuurder noch passagier zien. Hij besloot hen uit hun
tent te lokken. Hij minderde vaart, omdat hij wist dat de chauffeur
van de Fiesta die achter hem zat dat niet leuk zou vinden - en ja
hoor: toen ze op een recht stuk weg kwamen, haalde de Fiesta hem in
en had Jack zijn achtervolgers in zijn
achteruitkijkspiegeltje.
Tot zijn verbazing waren het de twee mannen die hij de vorige
avond had gezien toen hij Jaz had afgezet - de twee mannen die al
dan niet haar broers waren. Maar wat waren ze in 's hemelsnaam van
plan?
De Golf schoot hem voorbij en remde hard. Met zijn hart in
zijn keel ging Jack ook op zijn rem staan en hij kwam slippend vlak
voor een greppel tot stilstand. Hij greep naar zijn
mobieltje.
Dat had hij niet moeten doen. Hij had zijn portier moeten
afsluiten. Voor hij het wist, werd hij uit zijn auto gesleurd en in
de Golf gezet. Ze zetten hem op de achterbank, tussen hen in. Hij
was eerder geschrokken dan bang. 'Wat heeft dit te betekenen?'
vroeg hij.
De jongeman rechts van hem, de grootste van de twee, die
kauwgum kauwde, sprak het eerst. 'We gaan dit zo simpel mogelijk
maken, makker. Luister dus goed. Als je nog één keer een blik op
onze Jaz werpt, scheuren we je in stukjes. Begrepen?' Hij klonk of
hij te veel gangsterfilms had gezien.
Jack keek hem met open mond aan.'Dus jullie zijn écht Jaz'
broers?'
Nu was het de beurt van de man links van hem. 'Doe maar niet
net of je neus bloedt, Jack. We hebben je gisteravond gezien, dus
we weten precies wat je hebt uitgevreten. En als je maar weet dat
het ons niets bevalt!'
'Maar ik héb helemaal niets uitgevreten.'
'O, jawel.' Jack draaide zich weer naar de eerste man. 'We
weten alles van je af. Het is verbazingwekkend wat je over iemand
te weten kunt komen als je zijn kenteken weet. Internet is een
geweldige uitvinding. Jij gebruikt het vast ook vaak, hè? Mannen
zoals jij. Perverselingen die hun handen niet van kleine meisjes
afkunnen houden. Die geen echte vrouw kunnen krijgen en het dus
moeten hebben van minderjarige meisjes. Maar wij zijn hier om je te
vertellen dat niemand met ons zusje rotzooit.'
Mannen zoals jij. Perverselingen... Niemand met ons zusje
rotzooit. Hun beschuldigingen waren belachelijk. Walgelijk! 'Hoor
eens,' zei hij, en hij deed zijn uiterste best om redelijk te
klinken, als een gewoon burger - alles behalve een kinderlokker! -
'jullie zitten er helemaal naast. Er is helemaal niets tussen Jaz
en mij. Eerlijk niet. Jullie moeten me geloven. Ik heb haar alleen
thuisgebracht na onze schrijfgroep. Zoals elke week.'
Er viel een stilte.
'Schrijfgroep?'
Het was de broer links van hem. 'Ja,' zei Jack.
'Wat bedoel je: "Zoals élke week"?'
'We zijn met ons vijven en we komen op donderdagavond bij
elkaar. Maar dat moeten jullie toch weten? We komen al sinds vorig
jaar oktober bij elkaar.'
Hierop wisselden de twee mannen een blik. Hij zag de twijfel
op hun gezicht en greep zijn kans: 'Als jullie me niet geloven,
bellen jullie de vrouw maar die de groep leidt. Zij zal alles
bevestigen wat ik jullie heb verteld.'
'Naar buiten,' instrueerde de eerste man zijn broer. 'Jij
blijft waar je bent,' zei hij tegen Jack. Beide portieren werden
dichtgeslagen.
zodat hij niet kon verstaan wat er werd gezegd, maar de
strekking was duidelijk: ze hadden beseft dat ze het hadden
verknald en pleegden nu overleg. Jack wist dat hij het recht had om
met de politie te dreigen, maar vreemd genoeg respecteerde hij hen.
Wie was hij om wrok te koesteren als ze alleen maar op hun zusje
pasten? Als vader wist hij maar al te goed hoe ver hij zou gaan om
Amber en Lucy te beschermen.
Het portier werd opengerukt. 'Het lijkt erop dat we... Nou ja,
wat dacht je van een borrel, man?'
'Is dat jullie manier om te zeggen dat het je spijt?' vroeg
Jack toen hem een hand werd toegestoken en hij de auto uit werd
geholpen.
'We zouden er een lunch bij kunnen doen, als je wilt.'
Jack lachte. 'Zoveel moeite zou ik jullie niet willen
bezorgen.'
'Een borrel dus, om het recht te zetten?'
Hij streek zijn jasje glad, en vond hun onbeschaamdheid wel
leuk. 'Dat zou ik graag willen, heren, maar ik heb al een
lunchafspraak. Een wat minder handtastelijke.'
'Even goeie vrienden dan maar? O, en we zouden het op prijs
stellen als je je mond hield. Zeg het maar niet tegen Jaz; ze zou
het niet begrijpen.'
Hij stak een hand op en wilde weglopen, terwijl hij zijn das
recht trok.
'Wacht eens even. Vertel ons eens iets over die schrijfgroep.
Wat doen jullie precies?'
'We schrijven,' zei Jack, over zijn schouder.
'Waarover?'
'Het leven, jongens. Dat zouden jullie eens moeten
proberen.'
Misschien had Jack erger geschrokken moeten zijn door wat hem
was overkomen, maar hoe meer hij erover nadacht, hoe belachelijker
de hele zaak hem voorkwam. Knoeiwerk! Waarom had Jaz haar broers
niet over de groep verteld? Maar ja, hij had het ook niet aan Clare
verteld, en zelfs niet aan Des en Julie, om de eenvoudige reden dat
hij geen stortvloed aan vragen wilde en niet wilde worden
uitgelachen omdat hij vond dat hij schrijver was.
Hoe langer hij erover nadacht, hoe minder het hem verbaasde
dat Jaz Verborgen Talent voor haar broers geheim had gehouden. Het
was misschien niet aardig van hem, maar hij dacht niet dat ze op
dezelfde golflengte zaten als hun zusje. Maar, wat ze aan
fijngevoeligheid misten, maakten ze goed met hun ijver haar te
beschermen. Al had hij het gevoel dat Jaz het niet helemaal zo zou
zien.
Toen hij haar broers had verteld dat hij al een lunchafspraak
had, had hij niet gelogen: hij had met Maddie afgesproken. Hij had
haar die ochtend vroeg vanaf kantoor gebeld, op haar mobieltje,
omdat hij wist dat ze de meisjes naar school bracht. 'Wat
toevallig,' had ze gezegd, 'ik wilde je vandaag net bellen.'
'O?'
'Jij eerst.'
'Wat?'
'Ik zei... Ach, laat ook maar. Wat wil je?'
'Ik vroeg me af of je met me zou willen lunchen. Ik zou iets
met je willen bespreken.'
Ze hadden afgesproken in Casa Bellagio in Maywood, en nu Jack
een glas jus d'orange bestelde, bedacht hij wat een onbehaaglijk
gevoel het hem gaf om Maddie op deze manier te ontmoeten, zo met
z'n tweetjes. Wat lachwekkend was, na wat hij zojuist had
meegemaakt. Vergeleken met ontvoering moest lunchen met zijn bijna
ex-vrouw toch kinderspel zijn?
Ex-vrouw. Het leek nog steeds niet mogelijk. Maddie en hij
waren zo overtuigd geweest van hun liefde voor elkaar, maar op een
gegeven moment was het misgegaan. Wanneer was ze opgehouden van hem
te houden? Was het een plotselinge openbaring geweest toen ze had
gezien dat hun levens niet meer bij elkaar pasten? Of was het een
langzaam proces geweest, een opeenstapeling van teleurstellingen?
Ze had nooit echt antwoord gegeven op de vraag waarom ze zo nodig
een verhouding moest hebben, en dus had hij zijn eigen inbreng in
hun huwelijk wel tegen het licht moeten houden. Zeker, vaak had hij
meer op kantoor gezeten dan thuis, maar ze hadden geweten dat dat
zou gebeuren. Als ze de manier van leven wilden waar ze allebei
naar hunkerden - buitenlandsevakanties, allebei een BMW voor de
deur -, dan moest hij bewijzen dat hij uit het goede hout was
gesneden om partner te worden. Dat had rechtvaardiging genoeg
geleken, maar inmiddels wist hij beter. Hij had de keus gehad,
alleen had hij niet de juiste keus gemaakt.
Deze gedachte was hem ingegeven door Adele Waterman, en daarom
had hij hier met Maddie afgesproken. Ter wille van de kinderen
wilde hij dingen rechtzetten.
Maddie kwam door het restaurant op hem af, heupwiegend op die
onbewuste manier waarvan hij altijd had gehouden, perfect gekapt en
met een gezicht dat nog vaag gebruind was van de skivakantie met de
kerst. Het crèmeleren broekpak, de lichtroze kasjmieren trui en de
stijlvol omgeslagen sjaal vielen hem op. Van top tot teen in
designkleding, vermoedde hij, terwijl hij in zijn doordeweekse pak
en zijn gewone hemd en das zat.
'Ik ben blij dat je er bent,' zei hij, en hij schoof zijn
stoel naar achteren en kwam overeind. Een onbehaaglijk moment lang
wisten ze geen van beiden hoe ze de ander moesten begroeten.
Een kus op de wang?
Uitgesloten.
Elkaar een hand geven?
Te formeel.
Ze besloten tot een behoedzame glimlach en een knikje.
Ze bestelden maar één gang, omdat Maddie zei dat ze niet lang
kon blijven.
'Waar had je me over willen bellen?' vroeg hij, toen hun pasta
en salade waren gebracht door een meisje dat er niet veel ouder
uitzag dan Amber.
'O, dat vertel ik je zo wel,' zei ze luchtig, en ze wees de
jonge serveerster erop dat ze het mineraalwater was vergeten.
Jack glimlachte naar het meisje toen ze ermee terugkwam.
Maddie nam het glas zonder een woord van dank aan en zei: 'In
Amerika is de bediening nooit zo slonzig.'
'Ik zou het niet weten. Ik ben nog nooit in het land van
overvloed geweest waar friet en donuts uit een hemel van
ahornstroop komen vallen.'
Ze keek hem scherp aan. 'Zit me niet zo te stangen,
Jack.'
'Dat doe ik niet.' Hij strooide wat extra Parmezaanse kaas
over zijn pasta en probeerde aansluiting te vinden bij de
prikkelbare vrouw tegenover hem. Waar was het zorgeloze meisje
gebleven? Eerlijk gezegd waren ze alledrie veranderd: Jack, Maddie
en Tony. Hij draaide wat pasta om zijn vork en dacht aan wat Adele
had gezegd: dat Tony het beste met de meisjes voor zou hebben. Hij
concentreerde zich op wat hij moest zeggen. Hij legde zijn vork
neer. 'Maddie,' zei hij, 'ik wil serieus met je praten. Over Tony
en jou. Maar voornamelijk over de kinderen en hun toekomst.'
Haar gezicht veranderde. Verdwenen was de scherpe afwerendheid
en er kwam iets zachts voor in de plaats. Iets zachts dat hij zo
goed kende. Het deed hem pijn dat ze nog steeds dat effect op hem
had. Hij keek hoe ze haar mondhoeken bette met haar servet. Ze zei:
'En daar wilde ik ook net met jou over praten.'
De serveerster kwam bij hen kijken. Alles in orde?'
Jack glimlachte en zei dat alles prima in orde was.
'Wilt u nog iets drinken?'
Hij schudde zijn hoofd. 'Maddie?'
'Nee.'
'Nee, dank u,' zei hij, en ze liet hen alleen.
'Jack, ik moetje iets belangrijks vertellen,' zei
Maddie.
Hij was opeens op zijn hoede. Ze ging hem toch niet vertellen
dat Tony en zij gingen trouwen? Nee, dat kon pas als de scheiding
erdoor was. Misschien was ze zwanger? Maar wat had hij daarmee te
maken? 'Ja?' zei hij.
Ze keek hem strak aan. 'Tony heeft een nieuw project dat in
Amerika een hoge vlucht neemt.' Ze zweeg. 'Het is nog niet zeker,
maar we overwegen om in Californië te gaan wonen. Dat zou geweldig
zijn voor de meisjes. Ze zouden de tijd van hun leven hebben. Het
zou een geweldige kans voor hen zijn.'
Hij was met stomheid geslagen. En al zijn goede bedoelingen
gingen in rook op. Hij ging achterover zitten. 'Over mijn lijk! Die
rotzak neemt mijn kinderen nergens mee naartoe!'